Jan Peeters (SP), volksvertegenwoordiger en burgemeester van Herentals, heeft de onderhoudsplicht in zijn stad afgeschaft. Kinderen hoeven er niet langer een deel van de rusthuisfactuur van hun ouders te betalen.

Jan Peeters

‘Ik heb als volksvertegenwoordiger een wetsvoorstel ingediend om de onderhoudsplicht af te schaffen. In Herentals betaalt het OCMW voor de bejaarde bewoners jaarlijks 12 miljoen (297.472 euro) aan ziekenhuisfacturen. Daarvan wordt slechts 1,5 miljoen (37.184 euro) teruggevorderd bij de kinderen. De opbrengst voor het OCMW is beperkt, maar de kosten zijn aanzienlijk, vooral administratief. Het opsporen van de onderhoudsplichtige kinderen, fiscale controles, juridische betwistingen… Vaak is een maatschappelijk werker op de sociale dienst met niets anders bezig. De nettokost van de afschaffing van de onderhoudsplicht kost Herentals slechts 1,3 miljoen frank (32.226 euro) per jaar, best draagbaar binnen de normale OCMW-begroting.

De sociale en familiale kostprijs van de bijdrageplicht is heel groot. Het systeem slaat diepe bressen in vele families, met soms conflicten tussen een onderhoudsplichtig kind en zijn bejaarde ouders tot gevolg. Nog vaker veroorzaakt het conflicten tussen de kinderen onderling. Want die krijgen heel uiteenlopende facturen van het OCMW, afhankelijk van hun officiële fiscale inkomen. De afschaffing van de bijdrage is een grote psychologische geruststelling voor de bejaarden, die van hun schuldgevoel verlost zijn. Nu zijn ze vaak beschaamd en kunnen maar moeilijk aanvaarden dat ze na een leven van hard werken als bedelaars bij hun kinderen en het OCMW moeten aankloppen.

Het stoort me in dit debat dat sommigen doen alsof iemand zijn ouders maar graag ziet als hij voor hen betaalt. Ik heb veel liever dat kinderen hun bejaarde ouders elke week in het rusthuis komen opzoeken, dat ze met de rusthuisbewoners een sociaal leven opbouwen en onderhouden. Het is voor een sociaal bestuur belangrijker om in zo’n sociaal weefsel te investeren dan een maatschappelijk werker aan het werk te zetten om alle paperassen van de bijdrageplicht te verzorgen. Uiteindelijk blijven de kinderen via de algemene solidariteit voor de bejaarden betalen. Het is een plicht van de jongere generatie, maar dat moet niet noodzakelijk via het beperkte segment van de familiale solidariteit.

Een systeem dat niet billijk is, administratief loodzwaar is, heel weinig opbrengt en veel familiale spanningen veroorzaakt, moet worden afgeschaft. Herentals bewijst dat het kan.’

Koen Raes

Voor Koen Raes, hoogleraar Rechtsfilosofie en Toegepaste Ethiek aan de Gentse Universiteit, blijft de onderhoudsplicht een morele plicht van kinderen tegenover hun ouders.

‘De maatregel van Jan Peeters om de onderhoudsplicht voor bejaarde ouders niet toe te passen, is in juridisch-pragmatisch opzicht volstrekt begrijpelijk en zelfs verdedigbaar. In 1976 bleek al uit een onderzoek dat de sociale gevolgen van die regel geenszins de familiale solidariteit bevorderen, maar die daarentegen ondergraven. De onderhoudsplicht wordt doorgaans door het OCMW gevorderd, zelden door de ouders zelf. Het zorgt veeleer voor het uit elkaar groeien van ouders en kinderen, dan dat het hen dichter tot elkaar brengt. En de administratiekosten om het bestede geld terug te winnen, wegen nauwelijks tegen de baten op. Het onderhoudsgeld alleen is niet genoeg om de kosten te dragen, wordt tegen de wil van de ouders gevorderd en schaadt familiale relaties.

Dat is het juridische verhaal en daar valt niets tegen in te brengen. Maar dat verhaal vertelt ons weinig en tegelijk veel over onderliggende familiale verhoudingen. De onderhoudsplicht wordt in onze individualiserende samenleving nauwelijks nog als een morele plicht ervaren. De kosten worden, haast vanzelfsprekend, op de overheid afgewenteld. Er zijn zeker kinderen die door die onderhoudsplicht zelf in heel moeilijke financiële papieren dreigen te belanden. Maar er zijn evenveel gevallen bekend waarbij bejaarde ouders, alvorens naar het rusthuis te gaan, hun spaarcenten onder hun kinderen verdelen opdat het OCMW geen middelen meer zou aantreffen. Aan de andere kant moeten we ons afvragen of ouders, die zich vaak hebben afgepeigerd om hun kinderen een decente levensstandaard te verzekeren, geen moreel recht op enige reciprociteit hebben.

Ik heb het volste begrip voor de maatregel van Jan Peeters, maar waarschuw voor de perverse gevolgen, waardoor de onderhoudsplicht volledig zal worden uitgehold. Als dat het geval is, moet de samenleving een onderhoudsverzekering voor iedereen verplicht stellen, zodat de solidariteit op dat vlak verzekerd is. Dat wil zeggen dat als de onderhoudsplicht niet meer door de kinderen kan worden opgenomen, we ons voor dat risico moeten kunnen verzekeren. En opdat dit rechtvaardig zou zijn, doet iedereen maar best zijn duit in het zakje.’

Opgetekend door Lieve Reynebeau

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content