Hubert van Humbeeck

Deze week staat de uitbreiding van de Europese Unie op de agenda van een top van staatshoofden en regeringsleiders in Brussel. Vorige week was de Europese Volkspartij in Portugal bijeen om te praten over de manier waarop die Unie moet werken.

Het Portugese badstadje Estoril koesterde zich vorige week nog in een fraaie oktoberzon. Het is zo’n plek waar Europa zich goed voelt, te midden van veel statige, oude chique. Het vermaarde casino in het centrum van het sociale leven. De oceaan die alles heeft gezien, klotst ondertussen eindeloos tegen de rotsige kust. Lissabon en de drukte zijn vlakbij, maar het water inspireert tot rustig overpeinzen.

Het gebeurde vroeger al eens een keer dat de christen-democratie, politiek gesproken, de oudste dochter van Europa werd genoemd. De Europese christen-democraten waren uit alle hoeken van het continent naar het meest westelijke land van de Unie afgezakt om er zich over een tekst te buigen. Die werd vermetel een ‘constituante’, een grondwetgevende tekst voor de Europese Unie genoemd. Natuurlijk waren er niet alleen christen-democraten bijeen. De Europese Volkspartij (EVP), die in Estoril congresseerde, verzamelt ondertussen meer dan alleen de traditionele christen-democratische partijen. Ze overkoepelt politieke groepen die soms conservatief worden genoemd, of centristisch, centrum-rechts of gewoon rechts.

Veel heeft te maken met de manier waarop de politiek zich in de verschillende landen heeft ontwikkeld en georganiseerd. ‘Alle overkoepelende Europese politieke partijen zijn op die manier een amalgaam’, sust europarlementslid Miet Smet (CD&V). Vooral toen voorzitter Wilfried Martens het Italiaanse Forza Italia van mediamagnaat Silvio Berlusconi wou laten toetreden, klonk er in de arbeidersbeweging gemor. Dat is ondertussen stiller geworden. ‘Neem Forza Italia,’ zegt Smet, ‘dat is een nieuwe formatie, met daarin gewezen socialisten, christen-democraten, nationalisten.’ Alle partijen onderschrijven vanzelfsprekend wel het programma en de waarden van de EVP, en die stammen helemaal uit de christelijke, Europese beschaving. Door de openstaande deur van de congreszaal luistert Luc Van den Brande (CD&V) naar de manier waarop Silvio Berlusconi het publiek naar zijn hand zet. ‘In de politiek telt toch ook de macht van het getal.’

AL DIE PREMIERS

De groei van de EVP is zonder discussie grotendeels het werk van Wilfried Martens. De formatie die hij opbouwde, heeft sinds de Europese verkiezingen van 1999 opnieuw de grootste fractie in het Europees parlement. Martens werd vorige week, zonder tegenkandidaat, herkozen voor een nieuw mandaat van drie jaar. Er waren op het congres in Estoril niet minder dan zestig Europese partijen vertegenwoordigd. Van de Duitse CDU/CSU over onze CD&V tot partijen zoals de Unio Democratica de Catalunya, Fine Gael uit Ierland, de Südtiroler Volkspartei, Hoyre uit Noorwegen, de Letse Volkspartij of Pro Patria uit Estland. Het secretariaat kan de aanvragen tot lidmaatschap, of ten minste een status van waarnemend lid, op dit moment niet bijhouden.

Zo’n bundeling van krachten moet ook gevolgen hebben. Jean-Luc Dehaene ziet de rol van politieke bewegingen zoals de EVP in Europa groeien. Ook de socialistische en liberale overkoepelende groepen worden sterker en spelen stilaan de rol die van partijen kan worden verwacht. Het wijst erop dat Europa ook op die manier langzaam een echte politieke entiteit wordt. Er werd in Estoril met de nodige trots op gewezen dat EVP-regeringsleiders enkele weken geleden de koppen bij elkaar hadden gestoken om zich eerst samen over de congrestekst te beraden.

Voor Wilfried Martens wordt het wellicht zijn laatste mandaat. Maar de samenstelling van het podium bij de opening van het congres was zonder meer indrukwekkend. Martens zat daar, geflankeerd door zes eerste ministers uit de Europese Unie: de Oostenrijker Wolfgang Schüssel, de Italiaan Silvio Berlusconi, de Portugees José Manuel Barroso, de Spanjaard José Maria Aznar, de Fransman Jean-Pierre Raffarin en de Luxemburger Jean-Claude Juncker. De Nederlander Jan Peter Balkenende ontbrak omdat zijn regering de avond tevoren gevallen was.

De Europese Volkspartij heeft dan ook een topjaar achter de rug. De partijen die er lid van zijn, wonnen zo goed als alle verkiezingen waaraan ze deelnamen. Alleen in Duitsland liep het net mis: als ook Edmund Stoiber op dat podium had gezeten, was Estoril een absolute triomf geworden. Schüssel en Balkenende verschijnen nog dit jaar opnieuw voor de kiezer. Zowel Oostenrijk als Nederland heeft een experiment achter de rug, waarbij christen-democraten coalitie vormden met partijen van uiterst rechts. Dat liep in beide gevallen eigenlijk met een sisser af.

De bedoeling was om met het gewicht van al die belangrijke lui een tekst goed te keuren, die een leidraad kan zijn voor de gebeurtenissen die volgen. De uitbreiding van de Unie met tien nieuwe leden – van Malta tot Estland – vraagt dat de manier van werken in de instellingen dringend wordt bijgesteld. Dat is ook de reden waarom er nu al sinds enkele maanden een Europese Conventie is samengesteld, die onder het voorzitterschap van Valéry Giscard d’Estaing probeert om daarover overeenstemming te bereiken en, ja, een grondwet voor Europa te schrijven. Als de Conventie klaar is met haar werk, verhuist het dossier naar de zogenaamde intergouvernementele conferentie (IGC), de club van regeringsleiders en staatshoofden. Die zouden dan in de tweede helft van 2003, wanneer Italië voorzitter van de Unie is, een nieuw ‘Verdrag van Rome’ moeten ondertekenen. Begin 2004 immers druppelen de eerste nieuwe leden de Unie binnen.

HET GEZICHT VAN EUROPA

Wie dacht dat het Ierse referendum van vorige zaterdag een domper op het congres zou zetten, kwam overigens bedrogen uit. Ierland moest het Verdrag van Nice nog goedkeuren, waarin bepaalde aspecten van de uitbreiding worden geregeld. Zonder die goedkeuring geen Verdrag van Nice, en normaal gesproken ook geen uitbreiding. De stemming in Estoril was anders: een uitstel van de uitbreiding was, volgens verschillende EVP-woordvoerders, politiek volstrekt onmogelijk. ‘We moeten moedig maar voorzichtig voorwaarts’, zei een spreker. Of dat dan geen sprong in het duister zou worden? Het Vlaamse europarlementslid Marianne Thyssen (CD&V), die in Estoril een belangrijke werkgroep voorzat, klonk veel minder omzichtig: ‘Er zijn van die momenten waarop je niet mag aarzelen. Zoals Helmut Kohl niet twijfelde toen hij de kans kreeg om Duitsland te herenigen.’

De Ieren keurden het Verdrag van Nice uiteindelijk goed. Maar het toont aan dat de weg om de uitbreiding te laten slagen, nog lang is. De staatshoofden en regeringsleiders van de Unie zijn eind deze week in Brussel bijeen om, onder meer, de financiële kant van de zaak te bekijken. Het ging in het Ierse referendum ook over hoe het verder moet met de Europese landbouwpolitiek en de subsidies voor de boeren. Dat hele hoofdstuk moet eigenlijk nog worden geschreven. De coalitiepartijen in de ontslagnemende Nederlandse regering pleitten er openlijk voor om de uitbreiding alsnog uit te stellen. Anderen dachten er net zo over, maar zeiden het niet hardop. Thyssen vergeleek deze uitbreiding nog met de vorige, toen Zweden, Finland en Oostenrijk tegelijk toetraden. Het Europees parlement mopperde toen, omdat het zich miskent voelde. Maar ze weet ook: wat er in 2004 gebeurt, is van een heel andere orde. De landen uit Midden- en Oost-Europa zullen de cultuur in de Unie grondig veranderen.

Alweer, ook daarom was dit congres van de Europese Volkspartij belangrijk. De partij werkt al jaren aan teksten die ‘grondwettelijk’ willen zijn. Ze staat daar nu zeker verder mee dan andere Europese politieke partijen. De tekst die nu voorlag, was voornamelijk het werk van de Duitser Wolfgang Schaüble en van voorzitter Martens zelf. Ze prutsen daar met hun tweetjes al enkele jaren aan. Wat erin stond, was niet altijd naar de zin van andere partijen in de EVP, en zeker niet van hun leiders. De Spaanse krant El Pais wist wel zeker dat de delegatie van de Partido Popular, onder leiding van premier Aznar zelf, naar Estoril was afgezakt om van de ‘Duitse’ tekst brandhout te maken.

Het komt in grote lijnen hierop neer: Martens en Schaüble kiezen voor een versterking van de bestaande instellingen van de Unie, de Commissie en het parlement. Aznar, maar hij niet alleen, wil meer macht in handen van de regeringsleiders van de lidstaten. Van de Europese raad van ministers dus. Die strijd wordt tegenwoordig gestreden rond de vraag wie nu eigenlijk het politieke gezicht is van de Unie. Is dat de voorzitter van de Commissie, op dit moment de Italiaan Romano Prodi? Of is het de voorzitter van de Europese Raad – dat wil zeggen de regeringsleider van het land dat die job wisselend voor zes maanden uitoefent?

José Maria Aznar, maar bijvoorbeeld ook Tony Blair, tonen zich felle voorstanders van een oplossing waarbij de Raad een soort Mister Europe zou kiezen, iemand die de Raad en dus de hele Unie voor een langere tijd zou voorzitten. Die figuur zou naast de Commissie opereren en er geheel los van staan. Het lijkt onvermijdelijk dat zo’n constructie de positie van de voorzitter van de Commissie ondergraaft. Vergelijk het met de situatie die vandaag bestaat tussen de commissaris die bevoegd is voor het buitenlands beleid, Chris Patten, en de hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken van de Europese Raad, Javier Solana. De twee lopen elkaar constant voor de voeten. Het gerucht is overigens hardnekkig dat Aznar voor de Mister-Europefunctie vooral aan zichzelf denkt. Hij is aan zijn laatste ambts- termijn als eerste minister bezig en zoekt een passende job voor daarna. ‘Hij ziet zichzelf toch als een wereldleider,’ zegt een Belgisch europarlementslid, die met die uitspraak toch liever niet in de krant komt, ‘met minder kan hij nauwelijks tevreden zijn.’

GROOT EN KLEIN

Maar de Spanjaarden kregen de ‘Duitse’ tekst uiteindelijk niet klein. Als het van de EVP afhangt, komt er geen parallel Europees leiderschap. De partij komt overeen dat de voorzitter van de Commissie straks bij meerderheid door de Europese Raad wordt aangewezen – en dus niet langer bij unanimiteit. In 1994 kon John Major in Korfu nog in z’n eentje beletten dat Jean-Luc Dehaene voorzitter van de Commissie werd. Dat zou in de toekomst uitgesloten zijn. Die voorzitter zou dan met zijn Commissie voor het Europees parlement verschijnen, dat er ook zal over oordelen of de Commissie in haar samenstelling wel voldoende rekening houdt met het resultaat van de Europese verkiezingen. De EVP wil het, met andere woorden, niet meer meemaken dat ze wel de grootste fractie wordt in het parlement, maar die winst niet in de samenstelling van de Commissie vertaald ziet. Zoals dat, volgens haar, nu het geval is.

Wilfried Martens en Marianne Thyssen toonden zich na afloop tevreden: ze hadden de Spaanse stormloop afgehouden. De tekst, zoals die uit het congres kwam, versterkt de bestaande Europese instellingen in hun geheel. Dat ook de parlementsleden zich schrap zouden zetten, bleek overigens uit de interpellatie van Hans-Gert Pöttering, de Duitse fractieleider van de EVP in het Europees parlement. Terwijl onder meer Raffarin, Aznar en Berlusconi meeluisterden, hield hij een krachtig pleidooi voor een sterke gemeenschap, met sterke instellingen. Geen Unie, zei Pöttering, waarin de grote landen spreken en de kleine luis- teren. Dat wil zeggen dat groot en klein ook in verband met het stabiliteitspact gelijk moeten zijn. Twee weken nadat de strenge bepalingen van dat pact ten behoeve van vooral Duitsland en Frankrijk waren versoepeld, was dat op die plaats een moedige uitspraak.

‘Je zal het dikwijls zien,’ zegt Miet Smet, ‘de oude lidstaten en de klassieke partijen denken communautair, de nieuwe intergouvernementeel. Pöttering verbaasde me daarom niet. Wellicht worden de opeenvolgende Europese verdragen straks in één tekst gegoten, in twee delen. Een eerste deel zou een constituante kunnen zijn, die alleen bij unanimiteit kan worden gewijzigd. Daarin is dan plaats voor de manier waarop de instellingen werken, het hoe en waarom van de Unie en het charter van de basisrechten van de Europese burger. Een tweede deel kan gaan over de onderwerpen waarover er wetgevend werk kan worden verricht, ook door het parlement. Daarover kan met gekwalificeerde meerderheid worden beslist.’

‘De manier waarop de Europese instellingen werken, zit overigens heel evenwichtig in elkaar. Elk voorstel van richtlijn van de Commissie wordt door de Raad en het Parlement samen besproken. Tot er een akkoord over is. Dat is een merkwaardige democratische oefening, die niet per se moet worden veranderd.’

Terwijl de zon voor de kust van Estoril in zee zakt, heeft de nieuwe, grote Unie weer een beetje meer vorm gekregen. Als al die eerste ministers van de EVP volgend jaar maar niet vergeten wat overeengekomen is, wanneer ze in hun intergouvernementele conferentie zonder pottenkijkers, onder elkaar, aan dat verdrag werken. Aan de overkant van de oceaan kijken de Amerikanen ondertussen soms verbaasd toe hoe die Europeanen als het ware onder een stolp alleen met elkaar bezig zijn. Ook Marianne Thyssen kan niet ontkennen dat die indruk niet helemaal onterecht is.

Hubert van Humbeeck

Wilfried Martens hield de Spaanse stormloop af: de Commissie wordt sterker.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content