Nadat de krant Het Volk eerst door de VUM werd overgenomen en vervolgens verdween, is nu ook de traditionele openingskoers ‘Omloop Het Volk’ omgedoopt in ‘Omloop Het Nieuwsblad’. Dat bezorgt Eddy Soetaert, ex-wielerrubriekleider van de volkse Gentse krant, een bloedend hart.

Eddy Soetaert (60) werkte ruim 25 jaar voor Het Volk en volgde twaalf jaar de wielersport. Nadat zijn krant door de VUM werd overgenomen en in 1999 ook naar de redactiekantoren van De Standaard en Het Nieuwsblad verhuisde, was dat voor hem, net als voor de meesten van zijn collega’s, een bijna traumatische ervaring.

‘Bij Het Volk dreven wij allemaal op een sterk wij-gevoel, en plots kwam je terecht in een bedrijf dat meer op een ministerie leek’, zegt hij. Soetaert praat met grote vertedering over de periode bij Het Volk, dat gedragen werd door een ACW-signatuur en met een volkse, zeer toegankelijke toon de mensen probeerde te bereiken. Na de overname werd hij eindredacteur bij Het Nieuwsblad. Vier jaar later, nog voor Het Volk in mei 2008 definitief ter ziele ging, besloot hij te gaan freelancen.

Nu verdwijnt de naam van de krant definitief. De Omloop Het Volk, al sinds 1945 de traditionele openingswedstrijd van het Belgische wielerseizoen, heet voortaan Omloop Het Nieuwsblad. ‘Dat klinkt zeer geforceerd’, vindt Soetaert en hij kan zich niet voorstellen dat mensen die omschrijving vaak in de mond zullen nemen. Het doet pijn om te constateren dat de draad met het verleden definitief is doorgeknipt.

Eddy Soetaert: Ik vind het vreemd dat uitgerekend Het Nieuwsblad nu met die naamsverandering is gekomen. Zij waren de krant die deze koers het langst Gent-Gent noemden. Op zo’n koppige manier dat Jan Cornand, de vroegere chef-wielrennen van Het Volk, op een gegeven moment weigerde te schrijven over ‘de Ronde van Vlaanderen’, de koers van Het Nieuwsblad. Hij noemde die wedstrijd Gent-Meerbeke. Pas nadat de VUM de beide kranten bezat, is dat veranderd. Misschien dat de andere kranten het nu weer over Gent-Gent zullen hebben, ik weet het niet.

De Omloop Het Nieuwsblad, dat steekt. Ik vind het doodjammer dat het laatste monument dat van Het Volk overbleef nu ook verdwijnt. Eerst het krantje van de Tour. Dan het dagblad zelf, waarover een beetje meewarig werd gedaan vanwege dat tabloidformaat – dat de meeste kranten ondertussen wel hebben overgenomen. En nu dus de koers. Er blijft nu niets meer over van Het Volk.

Dat is bitter.

Soetaert: Het is een breuk met een verleden waaraan je graag terugdenkt. Maar het doet vooral ook pijn omdat er andere mogelijkheden waren qua naam. De eerste twee jaar heette deze wedstrijd niet Omloop Het Volk, maar Omloop van Vlaanderen. Dat was in 1945 en 1946. Maar Karel Van Wijnendaele, de chef-sport van Het Nieuwsblad, verzette zich toen tegen die naam omdat die te veel als Ronde van Vlaanderen klonk. Zo is dus de Omloop Het Volk ontstaan, die trouwens in 1957, 1958 en 1959 zou gaan samenwerken met Gent-Wevelgem, als een soort tweedaagse, zoals je dat aanvankelijk ook had met de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik. Dat heette dan de Trofee van Vlaanderen. Gent-Wevelgem vond op zaterdag plaats, de Omloop Het Volk op zondag.

In 1960 werd de Omloop Het Volk niet gereden, uit protest omdat de UCI weigerde de wedstrijd als klassieker te erkennen. Daardoor is er ook een einde gekomen aan de samenwerking met Gent-Wevelgem. Vanaf 1961 was de Omloop Het Volk dan de openingskoers van het Belgische seizoen. Ik denk dat de organisatoren van Gent-Wevelgem het zich vaak hebben beklaagd dat ze hun plaats als eerste Belgische koers van het jaar zo gemakkelijk hebben afgestaan.

Het was voor de krant een uiterst belangrijke wedstrijd.

Soetaert: De wedstrijd had een enorme uitstraling. Het hele wagenpark werd die dag benut. Ongeveer zeventig auto’s, die de dag voordien allemaal werden gewassen. Alle journalisten van de krant, ook die van de algemene redactie, moesten de wedstrijd volgen. Velen als chauffeur van een of andere genodigde, vaak ACW-politici, burgemeesters, schepenen. Het was een topfeest. Op vrijdagavond was er bijvoorbeeld de inschrijving in de gebouwen van Het Volk, al de sportdirecteurs kwamen dan de koer opgereden, daar werd behoorlijk wat gedronken. De Nederlandse sportdirecteur Ton Vissers, die nog een tijdje Rik Van Looy onder zijn hoede had, vond na zo’n avond zijn hotel niet meer, hij was aan het ronddwalen in de stad.

Eigenlijk was de Omloop Het Volk een Vlaamse aangelegenheid, er waren weinig buitenlandse journalisten. We verzamelden allemaal in de refter van een Peugeotgarage in Gent, daar werd de start gegeven. Er hing daar een gezellige sfeer, de winter was voorbij, iedereen keek uit naar het seizoen. Al die renners met hun nieuwe truien, je was nieuwsgierig, je stond ook als journalist te kijken hoe ze het controleblad tekenden, het was de eerste keer dat je de renners opnieuw zag. In die tijd ging je niet naar die voorbereidingskoersen in het zuiden. En voor de start kwam er een pastoor het peloton zegenen. Met kwispel en wijwater. Voor een heilzaam seizoen. Natuurlijk paste dat in de katholieke ingesteldheid van Het Volk. Het was echt folklore.

Toen Het Volk werd overgenomen door Het Nieuwsblad veranderde ook de koers.

Soetaert: Dat wij-gevoel verdween. Bij Het Volk was iedereen afgestemd op die koers, alle diensten waren ermee bezig. Alleen heb ik pas later, toen ik bij Het Nieuwsblad zat, ondervonden hoe groot dat wij-gevoel was. Wij hadden bijvoorbeeld contacten met de drukkers, wij konden hen vragen om een halfuurtje later te beginnen drukken, dan brachten we hen een bak bier, ze dronken er eentje meer en werkten wat harder. Bij Het Nieuwsblad moest je over dat soort dingen een dag onderhandelen en meestal ging het dan nog niet, het liep allemaal vast in een administratieve molen. Het Volk was een klein gazetje en dat zorgde voor een underdoggevoel. Al waren wij in de jaren zeventig de meest gelezen krant van Vlaanderen. Wij waren de werkmanskrant, en de Omloop Het Volk was eigenlijk ook de werkmanskoers. Al die viptoestanden bestonden niet, die zijn er pas later gekomen.

Het was een koers met de uitstraling van een klassieker.

Soetaert: De dagen vóór de wedstrijd werden afgeteld, dat was ongelooflijk. De Omloop kon drie keer niet doorgaan door de sneeuw, dat was voor iedereen een gigantische ontgoocheling. Eén enkele keer hebben ze de wedstrijd trouwens later gereden, in Wasmuel, in plaats van de Grote Prijs Cerami. Eddy Merckx won toen, maar het was geen succes.

Heel typisch aan de Omloop Het Volk was ook dat het een koers was voor renners die goed waren in het prille voorjaar. Op de erelijst staan nogal wat renners die twee keer na elkaar wonnen: Joseph Bruyère, Freddy Maertens, Fons De Wolf, Eddy Planckaert, Wilfried Nelissen, Peter Van Petegem – die nu wedstrijddirecteur is en de Muur van Geraardsbergen in het parcours inbouwde.

Hoe moeilijk was het om na die jaren bij Het Volk naar Het Nieuwsblad over te stappen?

Soetaert: Heel moeilijk. Toen we bij Het Nieuwsblad binnenkwamen, hadden we het gevoel dat we als overschot werden bekeken. Ergens viel dat te begrijpen: er was te veel personeel, er moesten mensen afgedankt worden, ook bij Het Nieuwsblad. Wij waren de schuldigen, ook al konden we er niets aan doen. In feite zijn wij voor dertig zilverlingen verkocht aan de VUM, terwijl er betere mogelijkheden waren. Maar de politiek heeft gespeeld, op een hoger niveau, de druk van het ACW.

De aanpassing was ongelooflijk groot. Het Nieuwsblad, dat was puur een ministerie. Bij Het Volk liepen wij gewoon binnen bij de hoofdredacteur, bij Het Nieuwsblad was het zo gestructureerd dat je niet met de hoofdredacteur kon praten. Je had je eigen chef, die het moest voorleggen aan een andere chef, en die stapte dan naar de hoofdredacteur. Er werd veel van de journalisten gevraagd bij Het Volk, ik heb jaren én op zaterdag én op zondag gewerkt. ’s Zaterdags een veldrit, ’s zondags een voetbalwedstrijd. Ik deed eens een rit in de Vierdaagse van Duinkerken en ’s avonds een Europese match van Club Brugge. Niemand die daarover mopperde. Ooit kreeg ik trouwens een aanbieding van Het Nieuwsblad, maar geen haar op mijn hoofd dat dacht om daarop in te gaan. Je was van Het Volk en je bleef van Het Volk.

Ik blijf het jammer vinden dat deze krant niet kon overleven. Dat had met imago te maken: wij waren de krant van de man met de pet maar niemand wou nog een pet dragen, niemand wou nog als werkmens beschouwd worden. Zo is de maatschappij geëvolueerd. De ‘kuisvrouw’ wordt tegenwoordig ‘floor manager’ genoemd. Bij Het Volk kwamen we van een oplage van 250.000 kranten per dag, op het einde waren het er nog 105.000. Dan moet er iets gebeuren. Maar ik stel vast dat de volkse manier waarop wij schreven nu is overgenomen door veel kranten. Het Volk schreef veel directer dan bijvoorbeeld Het Nieuwsblad, dat een meer afstandelijke toon aansloeg en vaak vanuit de hoogte deed, een beetje doceerde hoe sport werd bedreven. Als je ziet hoe dat profiel is veranderd… Tien bladzijden over de dood van Frederiek Nolf, bijvoorbeeld. En na de sport zie je ook nog meerdere bladzijden over BV’s, een samenvatting van wat in de populaire magazines staat.

Het wielrennen met zijn volkse karakter paste goed bij Het Volk.

Soetaert: Dat is zo. Met al zijn voor- en nadelen. Ik heb daar gewerkt in een periode dat de promotiedienst een beetje baas speelde over de sportredactie. Als het Kuurne-Brussel-Kuurne was, dan schreven wij uitgebreid over die wedstrijd en bijvoorbeeld niet over de Ronde van Limburg, die dezelfde dag gereden werd. Gewoon omdat Kuurne-Brussel-Kuurne door Het Volk georganiseerd werd. Hetzelfde met de Beker van Vlaanderen voetbal, ook gesponsord door Het Volk. Wij maakten een uitgebreid verslag over Cercle Brugge-Harelbeke en we gaven maar twintig regels over een galamatch die Anderlecht tegen Inter Milaan speelde. Eigenlijk kon dat niet, maar je stelde daar geen vragen bij.

Het waren natuurlijk andere tijden. Als je bijvoorbeeld bij een wielrenner thuis kwam, werd je met open armen ontvangen. Mevrouw was naar de kapper geweest, de taartjes stonden op tafel, ze waren trots dat je bij hen op bezoek kwam. Nu mag je al heel gelukkig zijn als je een renner twintig minuten kunt spreken in een of ander hotel, de dag voor een koers. Het is niet meer te vergelijken. Toen ik de Ronde van Frankrijk volgde, waren er 100, de perszaal was ondergebracht in de turnzaal van een school. Nu volgen meer dan 2000 journalisten de Tour en zitten ze hun verhalen te maken in een expohal. Het is ook bijna onmogelijk geworden om de wedstrijd nog van dichtbij zelf te volgen. Vroeger moest een kopgroepje nog maar 30 seconden voorsprong hebben of er zaten drie auto’s van Het Volk tussen. Iedereen wilde zijn genodigden zoveel mogelijk laten zien.

Er werd vroeger ook anders over de wielersport geschreven. Verhalen over doping las je heel zelden. Terwijl iedereen wist dat het gebeurde.

Soetaert: We waren daarin niet kritisch genoeg, dat is absoluut waar. Ook omdat we te weinig kennis hadden. We vonden toen ook geen wetenschappers die ons informatie verstrekten, wat nu wél het geval is. Ik herinner me dat Jan Cornand in de Ronde van Italië zat waarin Eddy Merckx op doping werd betrapt. Toen belde Jan naar de redactie om te zeggen dat hij daar zeker niet over zou schrijven, dat moest maar op het thuisfront gebeuren.

Ook in het wielermilieu zat toen dat wij-gevoel. Er was veel vriendschap, je spaarde elkaar een beetje, je leefde in een soort gemeenschap, je zag elkaar vaak ook in de winter, op sportavonden. Los daarvan: je hoorde heel veel maar de bewijzen had je nooit. Die kwamen pas later, toen renners gestopt waren en zelf de verhalen oprakelden. Je merkt ook nu dat je doping niet uit de wielersport krijgt. Het is menselijk om met alle middelen te proberen de beste te zijn.

Gaat u zaterdag kijken naar de Omloop Het Nieuwsblad?

Soetaert: De Omloop Het Volk, bedoelt u. Nee, hooguit kijk ik op televisie. Ik ga de dag nadien wel naar de start van Kuurne-Brussel-Kuurne, ik woon in Kortrijk, dat is vlakbij. In het leven moet je kunnen loslaten, en dat heb ik ook gedaan. Ik denk heel graag terug aan mijn journalistieke carrière, maar ik hoor niet bij de mensen die zeggen dat het vroeger allemaal beter was. Je hebt de neiging dat soort verhalen te romantiseren.

Nu verbaas ik me trouwens over de manier waarop we toen werkten. Toen ik de voetbalrubriek leidde, begon ik om tien uur ’s ochtends en om zes uur ’s avonds was ik klaar. Toen kwam een medewerker ‘de avond doen’, zoals wij dat noemden, en die hoorde dan van de redactiesecretaris dat er nog een verslag zou binnenkomen van bijvoorbeeld de kermiskoers in Poperinge. Vervolgens ging die redactiesecretaris ook naar huis en zat die medewerker daar alleen. Als er na zes uur nog een trainer werd ontslagen of een speler werd getransfereerd, dan was dat pas voor de daaropvolgende dag. Het leek er toen op dat de transfers nooit ’s avonds gebeurden. Iedere krant werkte op die manier. Als je dat met vandaag vergelijkt… De deadlines liggen zo laat mogelijk, en alles wordt opgeklopt en uitvergroot. Bij alles wat er gebeurt worden meteen enquêtes gehouden. Moeskroen zit in financiële problemen in het voetbal? Meteen een onderzoek om na te gaan of er nog clubs in moeilijkheden verkeren. Op zich is dat niet slecht. Alleen worden er tegenwoordig zoveel zaken bij gesleurd, ze zouden de hond van een voetballer interviewen. Maar het zal wel verkopen, zeker? Tenminste, dat zeggen ze.

DOOR JACQUES SYS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content