De druk op Israël om politieke toegevingen te doen aan de Palestijnen neemt toe. Ook George W. Bush is sinds elf september niet langer gediend van premier Sharons krijgszuchtige koers.

Volgens de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Shimon Peres, vorige week dinsdag te gast in Brussel, zal Israël nu proberen stad per Palestijnse stad tot een wapenstilstand te komen en zo zijn leger stapsgewijs terugtrekken. Daarna, als die wapenstilstand tegen de tijd bestand blijkt, zal het trachten het door beide kanten zogenaamd aanvaarde plan-Mitchell toe te passen: vertrouwenwekkende maatregelen die uiteindelijk, al weet niemand wanneer, opnieuw tot politieke onderhandelingen moeten leiden. Maar de opschortende voorwaarde, zeggen de Israëli’s, is dat Palestijns leider Yasser Arafat een aantal terroristen laat arresteren en aan Israël uitlevert.

De aanleiding tot deze escalatie was de moord op de Israëlische uiterst rechtse ex-minister van Toerisme Rehavam Zeevi. Hij werd op 17 september omgebracht door een commando van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina (PFLP), als wraak op de moord door Israël op hun eigen politieke leider. De moord op Zeevi kon niet beter getimed zijn als aanslag op wat nog overbleef van een zieltogend vredesproces. Net na de klap van elf september was dit een uitnodiging voor Israëls premier Ariel Sharon om met alle geweld terug te slaan in de Palestijnse gebieden. Onder het motto ‘Arafat is onze Bin Laden’ stuurde hij zijn tanks de steden van de Palestijnse Autoriteit in.

Men vroeg zich al af wat de mogelijke strategie van Sharon kon zijn. Zeker wil hij niet met Arafat aan tafel, en hij is nog even sterk tegen de Palestijnse staat gekant als voorheen. De Bezette Gebieden ‘heroveren’, nog méér dan ze al heroverd zijn, is een beetje moeilijk, maar wat hij nog wel kan doen, is de zaak verzieken. De Palestijnse Autoriteit ondermijnen, Arafat ten val brengen, alles op de lange baan schuiven. Dit in de waarschijnlijk verkeerde opvatting dat de tijd in zijn voordeel werkt. Komt er een Palestijnse opstand die Arafat wegveegt, en de opvolging is volgzamer dan de oude Abu Amar, dan heeft hij gelijk gekregen. Is de onverzoenlijke Hamas of Islamitische Jihad de opvolging, dan heeft hij gelijk er oorlog tegen te voeren: het resultaat zal altijd wapengekletter zijn.

ZES JAAR NA OSLO

Intussen moet bijvoorbeeld de toepassing van het plan-Mitchell op de lange baan geschoven worden, want dat plan leidt tot onderhandelingen over het eindstatuut van Palestina. Wat Sharon wil toegeven _ Shimon Peres haalde het in Brussel aan als een betekenisvolle politieke verandering _, is dat er een Palestijnse staat kan komen. Maar die zal dan wel piepklein en helemaal niet soeverein zijn: op minder dan de helft van de Westoever, plus de Gazastrook. Een zogenaamd ‘plan’ in die zin dat de afgelopen weken in omloop was, komt in feite neer op een langgerekte ’tussenperiode’ van tien jaar of langer, en op een soort ‘beperkte autonomie’ voor de Palestijnen die intussen al zes jaar na Oslo leven.

Voor de Palestijnse vertegenwoordiger in Brussel, Shawki Armali, is dat niet meer dan een afleidingsmanoeuvre. Een soort schijnbeweging, vreest hij, om de voor de komende weken verwachte voorstelling van een écht plan van tevoren te torpederen.

In de diplomatieke ruimte is namelijk een poging aan de gang om Washington opnieuw dichter bij het Midden-Oosten te betrekken. De VS had aanvankelijk de neiging om zich afzijdig te houden en de kemphanen maar te laten begaan. De aanslagen van elf september hebben daar verandering in gebracht. George W. Bush heeft voor zijn strijd tegen het terrorisme steun nodig van Arabische landen als Egypte, Jordanië, Saudi-Arabië en zelfs een beetje Syrië. Dat was de misrekening van Sharon: Bush kan het zich niet permitteren een gekke generaal met tanks door zijn kegelspel te laten rijden. Bush heeft ook al herhaaldelijk gezegd dat een Palestijnse staat de vrede moet brengen. De druk van de VS op Israël is dan ook behoorlijk groot geweest. Alleen, vinden waarnemers in de Arabische wereld en ook in Europa, niet groot genoeg. Niet groot genoeg om het geweld te stoppen, niet groot genoeg om beide partijen weer aan de onderhandelingstafel te zetten.

Vanuit die achtergrond vertrok een aarzelend Europees initiatief via Tony Blair, EU-voorzitter Verhofstadt en Hubert Vedrine met Javier Solana naar Colin Powell, om de VS, de Europese Unie, Rusland en de Verenigde Naties bij elkaar te brengen rond een nieuw plan voor het Midden-Oosten. Met aandacht werd dan ook de opening van de VN-Algemene Vergadering gevolgd: zou Bush Arafat ontmoeten? Zou hij iets zeggen? Eind deze week vertrekt een Europese ’trojka’ met Guy Verhofstadt, Romano Prodi en Javier Solana naar het Midden-Oosten: zal die een ‘plan’ bij zich hebben? En zal die dat plan laten afschieten?

Arafat, die vorige week in Brussel met Peres aan tafel zat, staat ondertussen ook vanuit Europa onder druk: de Unie vraagt hem vriendelijk maar met aandrang de nieuwe poging een kans te geven door tot een echte wapenstilstand te komen, en door de Israëlische eis in te willigen en het twaalftal activisten op te pakken die Israël van terreurdaden beschuldigt. Van de zijde van de VS is de druk nog groter: die vraagt hem de Hamas, Islamitische Jihad, Hezbollah en PFLP als terroristische groepen te veroordelen. En dat kan hij niet. Zegt Shawki Armali: ‘Dat is onmogelijk. Arafat heeft niets in zijn handen. Als ze hem niets geven als tegenprestatie, zou zoiets recht naar een burgeroorlog leiden.’

Het komt er dus op aan George W. Bush de noodzaak te doen inzien van een Israëlische politieke toegeving. Niet aan Arafat, maar misschien aan een hypothetisch vredesproces. En dan de druk op Ariel Sharon op te voeren.

Sus van Elzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content