De club van Brussel wordt nog maar eens groter. Met Roemenië en Bulgarije werden twee van de armste landen opgenomen, waar banden met de maffia en corruptie dagelijkse kost zijn.

© Der Spiegel / bewerking: Thomas Verbeke

De kroongetuige luchtte meermaals publiekelijk zijn hart, zodat iedereen het kon horen en er zijn conclusies uit kon trekken. ‘Ik blijf er zonder twijfelen bij, dat haast alle staatsinstellingen door corruptie getroffen zijn.’ En op de vraag of zijn land voorbereid was op de toetreding tot de Europese Unie, antwoordde hij met ontwapenende eerlijkheid: ‘Nee, als het verdrag wordt ondertekend, is Roemenië nog niet voorbereid op de standaarden van de Europese Unie.’ Niemand twijfelt aan de exper- tise van de kroongetuige. Hij is Traian Basescu, president van Roemenië.

Zowel in Straatsburg als in Brussel, Berlijn, Londen, Parijs en andere Europese hoofdsteden heeft men de waarschuwingen gehoord, maar besloten ze in de wind te slaan. Enkele weken geleden, op woensdag 13 april, besloot het Europees parlement met een overweldigende meerderheid om Roemenië en zijn buur Bulgarije, waar vergelijkbare toestanden heersen, als 26e en 27e lid in de Europese Unie op te nemen. Waarschijnlijk behoren de beide landen, die tot de armste van Europa gerekend mogen worden, op 1 januari 2007 tot de club. In ieder geval is het uiterlijk op 1 januari 2008 zover. De ministers van Buitenlandse Zaken van de 25 lidstaten zetten in Luxemburg hun handtekening onder het toetredingsverdrag. Nog nooit hebben de europarlementsleden en hun regeringen de vrees en zorgen van hun burgers – en de werkelijkheid – zo driest genegeerd. Terwijl Brussel en de hoofdsteden druk bezig zijn om alweer de volgende toetredingen van Turkije en Kroatië te plannen, groeit bij de burgers van de EU het wantrouwen tegen de kandidaat-lidstaten.

Uitbreidingsmoeheid

De Europese regeringen bestempelen de tegenstand tegen de officiële Brusselse lijn zonder aarzelen als anti-Europees gedrag. Wie zegt dat de Unie de nieuwe leden niet aankan, geldt als kleingeestig. Wie de almaar uitdijende bevoegdheden van Brussel ter discussie stelt, wordt beschouwd als een remmende factor. Wie de toetreding van Turkije kritisch bekijkt, is een strategische onbenul. Dat de europarlementsleden in volledig andere sferen vertoeven dan hun burgers is intussen zelfs de politici opgevallen. ‘Uitbreidingsmoeheid’, moest ook de Fin Olli Rehn bij de stemming in het Europees parlement toegeven. En de man weet waarover hij spreekt, want hij is de nieuwe commissaris voor Uitbreiding in de Commissie-Barroso. ‘Onze volgende stap moeten we langzaam en zorgvuldig zetten’ zegt Rehn, die zoals het gros van de parlementsleden gespannen uitkijkt naar 29 mei, wanneer over niets minder dan de toekomst van het continent wordt beslist.

Op die dag spreken de Fransen zich in een referendum uit over de Europese Grondwet. Als de Fransen tegen het verdrag stemmen, zoals alle peilingen voorspellen, dan zou dat een spectaculaire afwijzing betekenen van de uitbreidingsplannen van de Europese Unie. En dan zou de uitdieping van de Unie enkele jaren moeten worden uitgesteld – als ze er nog van komt. Toch gold net die uitdieping in de Europese hoofdsteden steeds als voorwaarde voor een verdere uitbreiding van de EU. Een Unie die ongeremd nieuwe landen blijft opnemen, maar tegelijkertijd geen grondige hervorming van zijn instellingen gerealiseerd krijgt, is een nachtmerrie. Toch lijken de meeste regeringen zich al bij die gedachte neergelegd te hebben. Met hun beslissing om twee van de armste landen van het continent op te nemen, hebben ze er immers net zelf voor gezorgd dat de EU nog complexer en nog minder regeerbaar wordt dan voorheen.

Met een jaarlijks bruto binnenlands product van 2500 en 2700 euro per inwoner, hinken Bulgarije en Roemenië ver achterop in vergelijking met de rest van de lidstaten. Letland, het armste land onder de nieuwe lidstaten van vorig jaar, haalt nog 4800 euro. Duitsland heeft een bbp van ruim 26.000 euro per inwoner. De Bulgaren en Roemenen zijn met jaarlijkse groeimarges van ongeveer vijf procent weliswaar aan een inhaalmanoeuvre begonnen, maar toch leeft nog een aanzienlijk deel van de bevolking in diepe armoede. Op enkele minuten rijden van het pompeuze Roemeense parlementsgebouw, het nog door dictator Nicolae Ceausescu opgerichte ‘Volkshuis’, bevinden zich armzalige binnenpleinwoningen. Daar wonen vooral Roma-zigeunerfamilies in mensonwaardige omstandigheden. Water tappen ze af van de brandkraan, en minderjarige hoertjes bieden er hun diensten tegen spotprijzen aan, hun ellende verdovend met een eindeloze drugsroes. Van het aanbreken van een nieuw – Europees – tijdperk, is in deze buurten weinig te bespeuren.

Terreur in Sofia

In Bulgarije behoort naast de armoede ook de criminaliteit tot de dagelijkse kost voor de bevolking. Ze zijn gewoon geraakt aan Wilde Westenscènes, rijp voor Hollywood. Enkele weken geleden werd Kiril Kirov van achteren getroffen, de daad van een professionele moordenaar. Zijn nek werd uiteengereten door de kogels. De 41-jarige Kirov, bekend in misdaadmilieus als ‘de Japanner’, zakte ineen op de drukke Vassil Levskiboulevard, pal in het centrum van Sofia en op klaarlichte dag. Van de dader geen spoor. Kirov, berucht kopstuk van de Bulgaarse onderwereld, eigenaar van talrijke bedrijven en een van de machtigste drugsbazen van het land, viel onmiddellijk in een diepe coma. Achter de aanslag steekt, zo mompelt men in de Bulgaarse hoofdstad, een zo mogelijk nog beruchtere figuur: Ivan Todorov, bijgenaamd ‘de dokter’. Gedurende enkele maanden al vechten ruziënde maffiaclans onverbiddelijk hun oude vetes uit. In 2004 ging er geen week voorbij waarin maffiosi elkaar niet hadden neergeschoten. ‘De Cosa Nostra in hartje Sofia’, kopte een Bulgaars dagblad na een bloederige bomaanslag met vier doden. Experts schatten dat vorig jaar alleen al bij benadering 60 moorden in opdracht uitgevoerd werden. Achter de vijandigheden vermoeden ze een oorlog tussen rivaliserende drugsbendes.

De koelbloedigheid waarmee de killercommando’s elkaar zelfs voor de ogen van de ordediensten afknallen, onderstreept de onmacht van het Bulgaarse juridische systeem. Strafvervolging is de achilleshiel van het bijna 8 miljoen inwoners tellende land. Van de Europese standaard zijn ze nog mijlenver verwijderd. Zonder functionerend rechtssysteem komt er in 2007 ook geen toetreding, zo luidde de waarschuwing uit Brussel, die ook aan het adres van buurland Roemenië was gericht. De derde macht moet binnenstebuiten gekeerd worden en de corruptie moet worden ingedamd. De hervorming van het justitieapparaat in Boekarest gaat voor alles, zegt uitbreidingscommissaris Rehn. Hij noemt het ‘de prioriteit der prioriteiten’. ‘In Bulgarije komt het vaak gewoon niet tot een veroordeling’, zegt journalist Boitscho Popov. ‘En als het er wel van komt, laat het vonnis meestal nog eens erg lang op zich wachten.’ Verdachten worden soms wel vastgezet, maar zijn dan vaak al na enkele dagen weer op vrije voeten. In andere gevallen verdwijnen in het justitieapparaat geregeld op mysterieuze wijze bewijsstukken en worden cruciale documenten van de ene naar de andere afdeling doorgeschoven. Explosieve processen waarin gewezen kaderleden zich moeten verantwoorden voor illegale praktijken, slepen vaak jaren aan. Nochtans had justitie daarbij alle reden om snel en efficiënt te handelen. De corruptie woekert overal: politiemannen vullen hun eigen zakken, tolbeambten verhogen eigenhandig hun salaris en zelfs artsen bedriegen hun patiënten.

Premier Simeon Sakskoburggotski heeft al herhaaldelijk de oorlog verklaard aan corrupte ambtenaren, niet het minst als reactie op de aanhoudende druk uit Brussel. Maar de ingrepen hebben volgens rechtexperts nog nagenoeg geen effect gehad. Op nederige ambtenaren hebben de hervormingen blijkbaar wel effect. Maar de veel explosievere, politieke corruptie is nog niet gebroken. Ze is doorgedrongen in alle politieke machten, zowel in de regering als de oppositie. Dat de corruptie ‘een alarmerend peil bereikt heeft’ vindt ook Alexander Neofitov van de organisatie Transparancy International, die wereldwijd corruptie aanklaagt. In hun laatste overzicht belandde Bulgarije op de 54e plaats, zij aan zij met staten als Mauritius en Namibië.

Machtig systeem

Ook Roemenië staat wegens zijn hevige corruptie aan de schandpaal. Op de Brusselse lijst van minpunten staat het probleem helemaal bovenaan. Op de wereldwijde corruptie-index ligt ook het Karpatenland ver afgescheiden van de andere EU-lidstaten, op plaats 89 samen met Iran en de Dominicaanse Republiek. Desondanks stuurt de nieuwe liberaal georiën- teerde regering van premier Calin Popescu-Tariceanu, nauwelijks vier maanden aan de macht, heel positieve signalen uit. Ook de nieuwe Roemeense president Traian Basescu noemt de toestand in Boekarest met ongewone openheid bij naam: corruptie is ‘een van de belangrijkste gevaren van de nationale veiligheid waarmee de strijd aangebonden moet worden’. Een ambitieus doel in een land waar het omkopen van ambtenaren gemeengoed is. ‘Corruptie is in ons land een algemeen fenomeen’, benadrukt Christian Parvulescu van de organisatie Pro Democratia. Nagenoeg alle overheidsdiensten mengen zich in het corruptienetwerk. ‘Ze zijn allemaal deel van het systeem, en het systeem is machtig.’ Het verklaart de immense rijkdom van een klein deel van de bevolking. Het politieke en economische keerpunt 1989 heeft vooral die groep gebruikt om zich te verrijken. Bij de privatiseringen haalden telkens dezelfden de meest begeerde stukken binnen, om ze later door te verkopen.

Dat criminele hoofdstuk zal, zo wil de regering toch, zo snel mogelijk en systematisch afgebouwd worden. Eind maart legde Boekarest een tweejarig actieplan voor, net één dag voor het ultimatum van de EU-commissie afliep. Sinds enkele weken voert een nieuw in het leven geroepen anticorruptieorgaan een gerechtelijk onderzoek naar verantwoordelijken en partijleden van de verkozen socialistische regering. Ettelijke zogenaamde ‘lokale baronnen’ moeten zich verantwoorden wegens misbruik van publiek geld en corruptie. Dumitru Sechelariu, voormalig burgemeester van de Zuid-Roemeense stad Bacau, zou bedrijven van familieleden overheidsgeld toegeschoven hebben. De man werd in het hele land bekend omdat hij het nationale voetbalstadion zijn naam schonk. Vele verdachten hebben één ding gemeen: ze zijn lid van de PSD, de socialistische partij van ex-premier Adrian Nastase. Ze hebben een lange lijst van politieke zonden te verantwoorden. In 2003 moest Nastase uitgerekend zijn voor integratie in de Europese Unie bevoegde minister ontslaan. Zij zou financiële steun uit Brussel naar de onderneming van haar man geloodst hebben. De ex-premier zelf wordt in de volksmond ‘Nastase Zevenhuizer’ genoemd, een allusie op het talrijke vastgoed van de politicus. Bij de parlementsverkiezingen in november vorig jaar moest Nastases partij onverwacht een nederlaag incasseren. De kiezers weigerden de dubieuze regeringspartij opnieuw in het zadel te helpen. De overwinning van de liberale oppositie, oordeelt de politicologe Alina Mungiu Pippidi, is mede een overwinning van de mobilisering tegen de socialisten, ‘opdat de democratie niet verder aftakelt’.

Securitate

Terwijl de toenmalige Roemeense regering ijverig hervormingsplannen bepleitte in Brussel, bleef ze in eigen land zonder scrupules rechters politiek benoemen. De meerderheid van de juristen wordt ook politiek onder druk gezet, zegt het laatste EU-vooruitgangsrapport. Zelfs hoge posten als die van de voorzitter van het hoogste gerechtshof in Boekarest verdelen de socialisten niet volgens competentie maar volgens partijtrouw. Maar er zijn ook voorbeelden uit de pers. In de voorbije jaren werden kritische journalisten van over heel het land bedreigd en soms zelfs lichamelijk aangevallen, bericht het Media Monitoring Agency. Om verslaggevers die onzuivere zaakjes en deals van de corrupte politieke elite op het spoor waren monddood te maken, overspoelen de betrokkenen de redacties met een golf van klachten. In hun rapport over de toestand van de mensenrechten in Roemenië voert ook het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken talrijke voorbeelden aan van bedreigde journalisten. Zo heeft in de stad Bacau een voormalige burgemeester een lokale journalist met de dood bedreigd omdat die tot zijn verkiezingsnederlaag had bijgedragen.

Voormalige medewerkers van de beruchte geheime dienst Securitate – een van de machtigste pijlers van Ceausescu’s regime – hebben in de politiek, de economie en de rest van de samenleving opnieuw sleutelposities ingenomen. De socialisten hebben, zo luidt de kritiek, wegens banden met de geheime dienst de afbouw van het communistische onderdrukkingsapparaat tegengewerkt. ‘Als je met de Roemenen onderhandelt,’ zegt een hoge diplomaat in Berlijn, ‘kun je ervan uitgaan dat de Securitate mee rond de tafel zit.’

Met het oog op de vele nog onopgeloste problemen in het land zijn de verwachtingen van de Roemenen over het lidmaatschap van de Europese Unie extreem hoog. Maar liefst tachtig procent van de bevolking steunt de toetreding. ‘Velen hopen dat de corrupte structuren nu beter zullen kunnen worden gecontroleerd, weliswaar vanuit Brussel’, zegt Anneli Gabanyi van de Berlijnse stichting Wetenschap en Politiek. Zelfs de nieuwe president Basescu, die in Brussel een ‘proper’ imago heeft, krijgt kritiek. Hij zou in de jaren negentig betrokken zijn geweest bij de dubieuze verkoop van de Roemeense handelsvloot, met een geschatte schade voor de Roemeense fiscus van maar liefst 300 miljoen dollar. Naast Basescu worden nog tachtig anderen in die zaak verdacht. De beschuldiging: machtsmisbruik, vervalsing, witwassing en verduistering.

Thomas Verbeke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content