Waarom het misschien verstandig zou zijn om nog even te wachten met de heiligverklaring van Barack Obama.

De Franse president Nicolas Sarkozy noemde hem ‘mon copain’ en vergeleek hem met een rockster. Tweehonderdduizend Berlijners verwelkomden hem als de reïncarnatie van John F. Kennedy. De eerste buitenlandse rondreis van de Democratische kandidaat voor het Amerikaanse presidentschap, Barack Obama, had veel weg van een triomftocht. Hosanna in den hoge! Yes, we can!

Met zijn jongensachtige nonchalance – jasje over de schouder – en zijn retorisch talent veroverde Obama moeiteloos de hearts and minds in Europa. Als niet de Amerikanen maar de Europeanen mochten kiezen, zo blijkt uit enquêtes van het Pew Research Institute, haalde Obama minstens dubbel zoveel stemmen als zijn Republikeinse opponent John McCain. Maar dat is het nu net. Tot nader order wordt over het Amerikaanse presidentschap niet in Parijs of Berlijn beslist maar in Ohio, Florida en Pennsylvania.

De rondreis van Obama was natuurlijk in de eerste plaats bedoeld om de Amerikaanse publieke opinie te masseren. Beelden van de presidentskandidaat in kogelvrij vest tussen de Amerikaanse troepen in Kabul of Bagdad moesten aantonen dat hij niet de naïeve dromer is waarvoor zijn tegenstanders hem verslijten. Sinds hij de Democratische nominatie op zak heeft, is Obama een stuk ‘realistischer’ geworden. Tijdens de voorverkiezingen schamperde hij nog dat Amerikanen de neiging hebben patriottisme te verwarren met het dragen van de Stars and Stripes op hun revers. Intussen heeft hij zelf zo’n button opgespeld.

Europeanen geloven graag dat Amerikaanse Republikeinen van nature oorlogshitsers zijn en Democraten met een olijftak in hun mond worden geboren. Dat klopt niet helemaal met de historische werkelijkheid – het waren, bijvoorbeeld, de Democraten John Kennedy en Lyndon B. Johnson die destijds de oorlog in Vietnam begonnen.

Obama houdt nog altijd vast aan zijn voornemen om de Amerikaanse troepen uit Irak terug te trekken. Maar tegelijkertijd kondigde hij aan dat er een verhoogde militaire inspanning nodig is in Afghanistan, en hij wil desnoods in Pakistan interveniëren om de uitvalsbases van Al-Qaeda en de taliban af te snijden. Ook voor de Democratische kandidaat blijft de war on terror de allerhoogste prioriteit.

‘Verandering’ is het sleutelwoord van de Obamacampagne. Geen Amerikaanse president is in Europa ooit meer gehaat dan George W. Bush. Geen Amerikaanse presidentskandidaat is er ooit meer bejubeld dan Barack Obama. Stijve hark versus jonge god. Maar wil president Obama straks de fel gehavende trans-Atlantische betrekkingen herstellen, dan zal er toch wat meer nodig zijn dan alleen maar een stijlbreuk met zijn voorganger. In een interview met The New York Times noemde Obama de buitenlandse politiek van George H.W. Bush – de vader van de huidige president en de heraut van de Nieuwe Wereldorde – als zijn grote voorbeeld. Dat is niet echt een geruststellende gedachte. En by the way: je zou het bij alle adoratie van de voorbije week bijna vergeten, maar Barack Obama is nog lang geen president van de Verenigde Staten. De laatste opiniepeilingen geven hem een voorsprong op John McCain van nog maar twee procent.

door Piet Piryns

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content