?Die Zauberflöte? in De Munt.

Tot en met oudejaarsavond herneemt De Munt ?Die Zauberflöte?, de opera uit het laatste levensjaar van Mozart. Vooral de regie, het decor en de kostuums van het echtpaar Ursel en Karl-Ernst Herrmann blijft volk trekken.

Het is een plezier om die fantasievolle, visueel bijzonder elegante en spectaculaire voorstelling mee te maken, met zijn talrijke citaten uit diverse stijlperiodes en andere culturen. Het echtpaar Herrmann lost de vraagstukken die de Toverfluit omringen niet op, ze vergoelijken evenmin het racisme of het naïef humanisme. Ze schetsen ons een beeld van het geloof in de natuur en in de redelijkheid van het einde van de negentiende eeuw.

Sinds de première hebben ze slechts kleine details aangepast en het vuur brandend gehouden of liever want de hele bezetting is zo goed als nieuw laten ontbranden. Dit is letterlijk te nemen als je rekening houdt met de proeven die Tamino en Pamina ondergaan. De belangrijkste nieuweling is geen zanger maar de dirigent. De jonge Amerikaan David Robertson kennen we vooral als artistiek leider van het Franse muziekensemble InterContemporain.

Hij dirigeert Mozart met zin voor drama en respect voor de juiste historische klankverhoudingen. Hij is goed voor zijn zangers, maar het orkest mist persoonlijkheid. Het meeste applaus ging tijdens de openingsavond naar de Pamina van Christine Schäfer, jong parelend, vertwijfeld, een zeer gave vertolking. Haar tegenspeler, Wolfgang Bünten, zette een keurige ietwat vlakke Tamino neer. Cyndia Sieden was een jonge Koningin van de Nacht, zoals Mozart het wilde, maar juist door haar jeugd miste ze die overweldigende impact op haar publiek.

Voor de wijze Sarastro beschikt Kenneth Cox over de geknipte stem, alleen jammer van enkele onduidelijke noten daar van onder. Uit de vorige productie was het perfecte paar, Papageno-Papagena overgebleven, de acteur Ernst Theo Richter en onze nationale Judith Vindevogel. Ontwapenend is hoe Richter zijn rondborstige natuurmens muzikaal en theatraal vorm geeft. Niet iedereen is vervangbaar. Nog van bij ons is Guy de Mey als de geile Moor Monostatos. Hij liep erbij als een figuur uit een black and white minstrel show, maar was perfect bij stem.

Deze Zauberflöte bood vijf jaar geleden een andere kijk op Mozart, nu is ze al klassiek.

Lukas Huybrechts

Mozart, ?Die Zauberflöte?, de Munt 17, 18, 19, 20, 22, 26, 27, 29 en 31/12.

Die Zauberflöte : een fantasievolle voorstelling.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content