Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Vergeet alle duels van de voorbije maand. Vanaf vandaag, woensdag, wordt een heel ander soort voetbal gespeeld: tempovoetbal.

God zij geloofd dat die ellendige oefenwedstrijden eindelijk achter de rug liggen. En Dezelfde sta ons bij omdat we na de wereldbeker twee jaar lang niets anders dan oefenwedstrijden zullen krijgen. Voor Euro 2000 is de Belgische ploeg immers automatisch gekwalificeerd. Tenzij er ook op Standard, Brugge en de Heizel niet zou kunnen gevoetbald worden, en Nederland alsnog besluit om alleen te organiseren. België kan dan in extremis aan een voorrondegroep worden toegevoegd. Groep 9 lijkt ons wel wat: Schotland, Tsjechië, Litouwen, Bosnië, Faeröer en Estland.

Oefenmatchen zijn geen waardemeter, en in de sport gaat het net om het meten van waarden. De Rode Duivels hebben er, in voorbereiding op dit WK, in totaal zeven afgewerkt. Zeven keer tegen ploegen die zich ook voor de eindronde wisten te plaatsen: de Verenigde Staten (2-0 winst), Noorwegen (2-2), Roemenië (1-1), Frankrijk (0-1 verlies), Engeland (0-0), Colombia (2-0 winst), en Paraguay (1-0 winst).

Wat weten we nu over de sterkte van het nationale elftal? Niets. Dat de 37-jarige Franky Van der Elst nog altijd de verdienstelijkste speler is, en de 19-jarige Emile Mpenza de beste. Maar dat wisten we voordien ook. En dat, als we dan toch een viermansverdediging op lijn willen opstellen, Lorenzo Staelens en Gordan Vidovic het aangewezen duo vormen. Meer niet.

Het positieve nieuws van deze oefencampagne is dat er geen negatief nieuws was. Er zijn geen geblesseerden, op Nico Van Kerckhoven na misschien. Er is geen ruzie ontstaan, noch met de trainer, noch met de maats, noch met de pers. En er is geen zware nederlaag geleden. Integendeel, de resultaten waren erg positief.

Dat alles heeft een welgekomen gevoel van tevredenheid en vertrouwen rond de nationale ploeg doen groeien, maar biedt geen garantie voor een goed toernooi in Frankrijk. Vanaf vandaag, woensdag, begint namelijk een ander soort voetbal. Het tempo en de snelheid gaan met een snok omhoog. Ploegen als Frankrijk, Engeland en Colombia zullen niet meer te vergelijken zijn met de gedaante waarin ze in Brussel of Casablanca in het veld kwamen.

In geen enkele van de zeven sparringsmatchen zijn de Belgen geconfronteerd met een tegenstander die de turbo had aangezet. Terwijl de Duivels de indruk gaven dat zelf wel te moeten doen. In de eerste helft leidde dat vaak tot een veldoverwicht dat het beste deed verhopen, na de rust volgde even vaak een inzinking die het ergste deed vrezen.

Een kwartiertje inzinking tegen Nederland, en er staan er weer drie op het bord. Zij die de Nigerianen, de olympische kampioenen, kansen op de wereldtitel toedichtten, zijn vorige vrijdag ongetwijfeld van hun stoel gevallen bij de demonstratie van de Nederlanders. Als de Rode Duivels volgende zaterdag van hetzelfde laken een pak krijgen, zal er plotseling een heel andere stemming heersen. En de tweede match van de Belgen volgt pas een volle week later. Dat is lang, heel lang, om met een nederlaag op de maag te leven.

Luisteren we dus naar de woorden van aanvoerder Franky Van der Elst, die de hele oefencampagne als volgt samenvatte: “Op dit moment gaat het goed met het nationale elftal, niet minder maar ook niet meer. We zullen zien hoe de sfeer over drie weken is. Want twintig dagen weg van huis is niet voor iedereen gemakkelijk. Elke geselecteerde wil spelen. Wie niet van de bank afkomt, wordt lastig, en zo komen er frustraties en irritaties in de groep. Bij tegenslag blijkt de echte kracht van een ploeg. We zullen pas in Frankrijk wijzer worden.”

GOEDE SPITSEN MOETEN SCOREN

Waag u verder niet aan voorspellingen, in de sport is dat zinloos. Ze zijn nog niet uitgesproken, of ze zijn al door de feiten weerlegd. Je hebt nauwelijks vastgesteld dat deze of gene geen bal juist raakt, of hij schiet hem vanop dertig meter in de winkelhaak. In sport is alles niet alleen mogelijk, alles gebeurt ook effectief. Laten we dus eerlijk zijn: weten wij veel wat de Belgen in Frankrijk gaan uitrichten. Het is beter daarover niets te zeggen. En aangezien scripta manent, is het zeker aangewezen er niets over te schrijven.

De oefenwedstrijden hebben uitgewezen wat het sterkste Belgische elftal is. Maar ze hebben niet uitgewezen hoe sterk dat elftal is, in vergelijking met de concurrentie. België hield in Casablanca gelijke tred met een mak Frankrijk, maar u zal vrijdag eens zien wat voor een bende dolgredraaide stieren er in een kolkend Stade Vélodrome van Marseille, in de wei komt tegen Zuid-Afrika. Idem voor Engeland, maandag tegen Tunesië.

Het rapport van de Rode Duivels had uiteraard slechter kunnen uitvallen. Aanvallend lijken er geen problemen. Luc Nilis en Luis Oliveira zijn Europese subtop, mogelijk Europese top. En zij hebben waardige vervangers in Emile en Mbo Mpenza. Maar, van die geweldige spitsen heeft in de jongste zeven oefenwedstrijden alleen Luc Nilis één enkel doelpuntje gemaakt. Dat is bijzonder weinig.

En Georges Leekens is geconfronteerd met een lastig selectieprobleem. Want bankzitter Emile Mpenza is op dit moment zonder twijfel de beste. Zowel in snelheid, inzet, kopkracht als techniek. Alleen scoort ook hij zo moeizaam in dat nationale shirt. Mpenza heeft tot nu toe zes volledige interlands gespeeld, en is vier keer ingevallen. Hij maakte twee doelpunten, allebei in de met 6-0 gewonnen match tegen San Marino, vorig jaar juni. Voor een jongen van negentien een veelbelovende steekkaart.

Onze aanvallers mogen alle drie gezien worden, maar ze moeten dringend beter afwerken. Al heeft dat ook met de aanvoer te maken. Als je ze van alle kanten panklaar op de schoen gelegd krijgt, zoals Patrick Kluivert of Jerrel Hasselbaink, is het natuurlijk eenvoudiger. Naast de spitsen is ook doelman Filip De Wilde een pion om mee uit te pakken op het hoogste voetbalforum. Geen twijfel over de nummer 1.

Maar wat met de rest? Het middenveld hangt te veel af van Van der Elst. Kan het dat iemand van 37 jaar aan het eind van een mentaal en fysiek slopend seizoen, zijn stempel nog drukt op drie topwedstrijden op het scherp van de snee? Neen, dat kan niet. De vermoeidheid, die zich al in de laatste twee oefenmatchen, bij laag tempo, manifesteerde, wordt tijdens de eindronde een sleutelfactor. Voor iedereen trouwens, ook voor de echte wereldtop. Blessures dreigen de krachtsverhoudingen tijdens dit WK meer dan ooit scheef te trekken, en erna zullen heel wat clubs hun dure vedetten in de lappenmand terugvinden.

Verder in ons middenveld, missen Van Kerckhoven en Philippe Clement voorlopig internationale ervaring. En moet de onbegrensde werkkracht van spelers als Marc Wilmots en Danny Boffin voortdurend in de clinch met hun tekort aan zuivere klasse en techniek. Tegen mindere tegenstanders weegt het eerste het zwaarst door, tegen sterke tegenstanders helaas het tweede.

Enzo Scifo zit dan weer met een ander probleem: te goed voor de dienende rol op rechts, niet goed genoeg meer voor de dragende rol centraal. Maar, hij blijft een van onze beste voetballers. Hij kan een bal bijhouden, en een pass of voorzet trappen die aankomt waar hij moet aankomen. En dat is wat zo vele Belgische spelers niet kunnen. En wat het verschil uitmaakt tussen een goede voetballer en een andere.

Scifo, met alvast de Franstalige pers in de rug, wordt een probleem voor Leekens. Die was, na de nederlaag in Rotterdam, niet meer zinnens om de Anderlechtenaar in zijn kern op te nemen. Dat Scifo zelf afzegde, was dus een grote meevaller. De zaken zijn anders gelopen, onder druk van de sponsors. Leekens moet na het WK dat verhaal maar eens openlijk doen. Het zou ons niet verwonderen mocht de bondscoach het duo Scifo-Emile Mpenza tegen Nederland op de bank houden, om dan tegen Mexico maximaal te profiteren van hun revanchegevoelens. Misschien is dat voor iedereen de beste oplossing.

DE OPBOUW BEGINT ACHTERIN

Samengevat: het Belgische middenveld haalt niet het niveau van de echte top. Dat is niet erg, zolang het maar het niveau haalt van Mexico en Zuid-Korea. Het grote probleem van de Rode Duivels ligt achterin. En de oefeninterlands hebben dat een beetje versluierd. Staelens en Vidovic hebben het goed gedaan, maar wat wordt het in matchen met inzet, waar de snelheid en de verbetenheid zo veel hoger zijn? De laatste opdracht van dat kaliber ligt inmiddels acht maanden achter ons.

Ook de onzekerheid over de flanken is niet weggenomen. Vergeten we niet dat Bertrand Crasson vorig jaar in Rotterdam abominabel speelde. Er zijn niet veel redenen om te geloven dat dat nu plots beter zou gaan. Linksachter had Philippe Leonard uit de voeten moeten kunnen, maar de Monegask komt te vaak niet uit de verf. Zoals tegen Frankrijk, waarvoor hij de tol heeft betaald: uit de selectie en vervangen door Vital Borkelmans. Weer iemand met een tomeloze inzet, maar met technische beperkingen.

Een viermansverdediging, zo doceerde assistent-bondscoach Eddy Snelders enkele maanden geleden, dient vooral om een betere opbouw te bekomen. Je hebt om te beginnen een beter gestoffeerd middenveld. En met een alternerend duo in het centrum van de defensie, weet de tegenstander niet wie naar voren zal komen om een man-meer-situatie in het middenveld te creëren.

In theorie klopt dat. De vraag is: zijn die middenvelders en verdedigers balvast en passzeker genoeg ? Als het antwoord “neen” is, krijgt de centrale man, bij ons Franky Van der Elst, alle last op zijn schouders. Zowel verdedigend als aanvallend. Dat kan op topniveau niemand bolwerken. En een viermansverdediging komt onder zware druk, als er te veel of te snel balverlies wordt geleden. De achterhoede van Nigeria, misschien niet op haar sterkst en niet geconcentreerd genoeg, kan daarvan meespreken na de afstraffing, vorige vrijdag in Amsterdam.

Daarom, in afwachting dat alle bovenstaande voorspellingen door de feiten naar de prullenmand worden verwezen, toch deze ene raad aan Georges Leekens: vergiftig Marc Overmars. Anders gaan we beroerde tijden tegemoet.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content