WISLAWA SZYMBORSKA.

De Nobelprijs Literatuur 1996 was voor velen een verrassing: de Poolse dichteres Wislawa Szymborska. Er was nauwelijks enig werk van haar in het Nederlands beschikbaar. Op korte tijd verschenen drie bundels vertalingen, een collectieve vertaling (Poëziecentrum), een van Jo Govaerts (Van Halewyck) en een van Gerard Rasch (Meulenhoff). In “Uitzicht met zandkorrel” bracht Rasch een bloemlezing uit Szymborska’s werk samen, een niet zeer omvangrijk oeuvre van vrij toegankelijke, vaak introspectieve gedichten, dat over ruim veertig jaar is gegroeid. Deze uitgave verscheen nu ook in een pocketeditie (Rainbow, 298 fr.).

FRIEDRICH NIETZSCHE.

Het werk van de ook vandaag nog zeer invloedrijke Duitse filosoof Friedrich Nietzsche wordt in een zeer verzorgde, gebonden editie opnieuw op de markt gebracht. Als derde in de rij verscheen “Oneigentijdse beschouwingen”, die dateren van 1873-76. Het zijn erg kritische, scherp geformuleerde reflecties over het burgerlijke Duitsland van de late 19de eeuw. Ze maakten Nietzsche bij hun verschijnen op slag beroemd – en berucht (Arbeiderspers, 999 fr.).

CULTUURWETENSCHAP.

De Vlaamse universiteiten voelden de nood aan enig overzicht over de cultuurwetenschappen die de jongste jaren een hoge bloei kenden. Daartoe organiseren ze geregeld colloquia. Van het jongste congres verschenen de handelingen onder de titel “Cultuur in vergelijkend perspectief”, in een redactie van Rik Pinxten, Theo Venckeleer en Werner Verbeke. De vier bijdragen in het boek gaan uit van de vaststelling dat de westerse traditie een te eng perspectief voor de cultuurstudie biedt en best enige verrijking vanuit andere tradities kan gebruiken (Pelckmans, 450 fr.).

SOCIOLOGIE.

Schuine moppen, kledinggedrag of het peterschap, het lijken triviale onderwerpen waarvoor een rechtgeaard wetenschapper de neus hoort op te halen. Daarom gaf de Leuvense socioloog Lieven Vandekerckhove een bundel opstellen over deze en soortgelijke thema’s de titel “Opstellen over het banale” mee. Vandekerckhove doet daar een beetje te chic over, alsof hij bang is om in zijn milieu niet ernstig te worden genomen. Geen nood echter: de studie van het menselijke gedrag hoeft niet door elitaire preoccupaties te worden gehinderd (Acco, 595 fr.).

STAAT.

De mondige burger is de fetisj van de zogeheten Nieuwe Politieke Cultuur, die dit individu tracht te ontvoogden tegenover de staat. Ook omdat daarover veel goedkope, zoal niet poujadistische banaliteiten de ronde doen, probeerden een zevental Leuvense hoogleraren in het boek “De burger en zijn staat” enige helderheid in dit debat te brengen door diverse aspecten van de relatie burger-staat systematisch te onderzoeken (Davidsfonds, 595 fr.).

HOLOCAUST.

Al kort na de Tweede Wereldoorlog ging in Nederland de studie van de jodenvervolging van start, onder impuls van de historici Abel Herzberg, Jacques Presser en Loe de Jong. In haar studie “Geschiedschrijving als opdracht” onderzoekt Conny Kristel wat de betekenis is geweest van deze historiografie, waarbij ze vooral nagaat hoe de persoonlijke ervaring van deze auteurs met de holocaust doorwerkte in hun geschiedschrijving (Meulenhoff, 998 fr.).

M.R.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content