De Vlaamse Volksbeweging (VVB) moet de 21e eeuw instappen en het oudbakken flamingantisme achter zich laten. Dat is de boodschap die VVB-voorzitter Eric Defoort op een studiedag nu zaterdag ingang wil doen vinden.

‘De Brusselse muzikant Marc Moulin zei ooit over mij: ” Il est autant nationaliste flamand qu’amoureux de la francophonie.” Die uitspraak wil ik best boven mijn bed hangen’, vertelt Eric Defoort, hoogleraar geschiedenis aan de Hogeschool-Universiteit Brussel. Sinds oktober vorig jaar is hij de nieuwe voorzitter van de Vlaamse Volksbeweging, nadat de vorige voorzitter, Rita De Bont, haar functie had ingeruild voor het Vlaams Belang en een Kamerzetel. De kans dat Defoort ooit dezelfde beweging maakt, is onbestaande. ‘Dat nooit, daar mag je donder op zeggen’, aldus de gewezen ondervoorzitter van de Volksunie, die na de splitsing van die partij ook enige tijd ondervoorzitter was van de N-VA en zich maatschappelijk links van het centrum bevindt.

Dit weekend organiseert Defoort met de top van de Vlaamse Volksbeweging een denkdag onder de werktitel ‘het flamingantisme voorbij’. Dat wordt slikken voor sommigen, voorspelt Defoort. Maar het moet. Wil de VVB, die niet zo lang geleden haar vijftigste verjaardag vierde, opnieuw enige maatschappelijke invloed uitoefenen, dan moet ze op een moderne manier met haar ideeëngoed omgaan, en zich niet langer exclusief verlaten op rechtse en extreemrechtse politieke krachten in Vlaanderen.

Wat bedoelt u met het flamingantisme voorbij?

ERIC DEFOORT: Het flamingantisme als strijdmethode past nog bij een aantal onopgeloste taalconflicten uit de vorige eeuw: Brussel-Halle-Vilvoorde, de wrijvingen in de faciliteitengemeenten. Peter Deroover, mijn politiek secretaris in de VVB, sprak in een van zijn columns in De Standaard over het resterende zwerfvuil. Niet denigrerend bedoeld hoor – vraag maar eens aan de inwoners van Napels hoe storend zwerfvuil kan zijn – maar afgezien daarvan is de fase van het flamingantisme voorbij. Vandaag moeten we beginnen na te denken over een Vlaams staatsburgerschap in een nieuw confederaal verband en in Europa. De ondertitel van de VVB heb ik daarom ook laten veranderen in Bewegingvoor onafhankelijkheid en samenwerking. Want de Vlaamse onafhankelijkheid is maar een overgangsmoment en een middel om te komen tot zinvoller samenwerkingsverbanden met Wallonië en Nederland.

Uw zwerfvuil blijft anders wel de gemoederen beroeren.

DEFOORT: Enkele weken geleden was er een meeting de soutien voor die geschorste faciliteitenburgemeesters. De mannen van het TAK (Taal Aktiekomitee) en Voorpost waren er natuurlijk ook. ‘Franse ratten, rol uw matten’, riepen ze. Wat voor griezels zijn dat toch? Plannen ze grote verhuis-operaties? Wezembeek-Oppem, Linkebeek en Kraainem horen uiteraard bij Vlaanderen. Maar dat betekent ook dat de inwoners van die faciliteitengemeenten onze Franstalige medeburgers zijn. En dus zou ik Voorpost met kracht willen vragen mijn medeburgers met rust te laten. Wel verwacht ik dat de Franstaligen in Vlaanderen hun Vlaamse voogdijoverheid aanvaarden en een aantal administratieve verplichtingen naleven. Maar ik benader dit dus heel anders dan traditionele flaminganten.

U bent uitgekeken op de klassieke taalstrijd en de oude actiemiddelen van de Vlaamse Beweging. Maar zal de VVB, toch niet de meest vooruitstrevende loot van de Vlaams-nationalistische stam, u daarin volgen?

DEFOORT: Ook de VVB zal moeten inzien dat we al een groot stuk van de weg hebben afgelegd. En niet uit nostalgie en atavisme blijven vasthangen aan bepaalde gedragspatronen en redeneringen die eigenlijk tot het verleden behoren. Als B-H-V straks gesplitst is, waar gaan Voorpost en die ouderwetse taalflaminganten dan nog staan roepen? Die zullen in bezigheidstherapie kunnen gaan.

Geldt dat niet voor de hele VVB? Is dat niet een clubje bejaarde rechtse flaminganten, zonder enige maatschappelijke relevantie?

DEFOORT: Wat u daar zegt, kan inderdaad niet meer. In de VVB is de band met rechts en extreemrechts haast een tweede natuur geworden. Zowel inhoudelijk als strategisch is dat ongelooflijk dom. Ik heb daarover ernstige gesprekken met mensen binnen onze beweging en er zijn ook een paar afdelingen opgedoekt. De VVB moet zich omturnen tot een heuse lobbygroep en aanwezig zijn in het maatschappelijke weefsel.

Ik heb linkse Vlaams-nationalisten als Bernard Daelemans opgenomen in mijn politiek bestuur. Ook het ontstaan van de Gravensteengroep, waarvan ikzelf en andere VVB-leden lid zijn en die gesteund wordt door mensen als Karel Gacoms, hoofd van de metaalafdeling van het ABVV, maakt duidelijk dat Vlaamsgezindheid en rechts geen synoniemen hoeven te zijn. We hebben natuurlijk nog een aantal dwazen binnen het Vlaams-nationalisme, die er alles aan doen om de bestaande karikatuur te blijven voeden. Ik ben zoon van een oostfronter en daar ben ik fierop, en andere frisse slogans. Maar de media moeten beseffen dat dit marginale figuren zijn en dat de zaken aan het veranderen zijn.

Hoe wordt er binnen de VVB aangekeken tegen de Forza Flandria waar Vlaams Belangvoorzitter Bruno Valkeniers van droomt?

DEFOORT: Hij heeft me kwaad gemaakt, Bruno Valkeniers, toen hij daar weer mee op de proppen kwam. Als ik nu zou zeggen dat ik ijver voor de bundeling van alle homoseksuele krachten voor Vlaanderen – dan denkt u toch dat ik aan de drank zit? Maar Valkeniers redeneert zo.

De Forza Flandriagedachte zou links kunnen mobiliseren om het Vlaams-nationalisme niet helemaal aan rechts over te laten. Dat zou in elk geval de ambitie moeten zijn van de SP.A. Lees Jaurès, heb ik onlangs in een debat tegen Caroline Gennez gezegd: “Un peu d’internationalisme éloigne de la nation, beaucoup d’internationalisme y ramène.”

Wat gebeurt er als op 15 juli blijkt dat het niets wordt met de staatshervorming?

DEFOORT: Ik denk en hoop dat het kartel dan uit de regering stapt. Men zegt altijd dat CD&V gegijzeld wordt door de N-VA. Maar daarbij vergeet men hoe sterk CD&V geradicaliseerd is. Dat is overduidelijk gebleken uit onze enquête bij CD&V-mandatarissen. Die enquête is overigens een goed voorbeeld van waar ik met de VVB naartoe wil: sluwere actiemethodes dan betogen en niet altijd zo nodeloos agressief.

Is de Vlaamse strijd niet overgenomen door de politieke partijen en zijn organisaties als de VVB niet overbodig geworden?

DEFOORT: Ik kan niet alles vertellen want lobbyen is een werk van discretie. Maar de VVB speelt wel degelijk een rol en praat met heel veel mensen. Met het kartel CD&V/N-VA hebben we bijvoorbeeld uitstekende contacten.

U ijvert voor een Vlaams staatsburgerschap binnen Europa. Moet Vlaanderen dan ook niet iets aan zijn imago gaan doen?

DEFOORT: In buitenlandse kranten als Le Monde staat te lezen dat de Vlamingen de Franstaligen hun politieke vertegenwoordiging afpakken. Wij Vlamingen zijn inderdaad veel te weinig met die dingen bezig. Wij bewegen ons niet in de wereld, wij blijven liever in ons eigen kringetje. (zucht) Een dorp als Liedekerke wordt dan plots op de wereldkaart gezet – de Franstaligen zijn daar heel handig in.

Word dan zelf ook eens handig.

DEFOORT: Dat klopt. Maar je imago in het buitenland oppoetsen of ervoor zorgen dat je correct wordt gepercipieerd, lukt niet met een ambtenaar of een nieuw krantje alleen. Dat is op de eerste plaats het resultaat van netwerking. En dat hebben de Vlamingen, ook binnen de VVB, veel te lang verwaarloosd.

De in de Vlaamse Beweging vaak verguisde Hugo Schiltz is er in zijn levensdagen wél in geslaagd Vlaams-nationalisme met internationalisme te combineren en voor zijn overtuiging bij de Franstaligen respect af te dwingen.

DEFOORT: Dat klopt. Hugo en ik hebben enorme woorden gehad tijdens de deconfiture van de Volksunie. De toen nog jonge Bart De Wever en ikzelf hebben toen een vrije tribune geschreven waarin we Hugo bijzonder hard hebben aangepakt. Ik heb daar nog altijd spijt van, dat was een van mijn heel zwakke momenten. Ik was het met een aantal dingen van Hugo niet eens, maar hij bezat kwaliteiten die we in het Vlaams-nationalisme veel te lang gemist hebben. Je zou kunnen zeggen dat wat ik nu doe als voorzitter van het VVB een soort postuum eresaluut is aan Hugo. Hij zou zich daarin herkennen, denk ik vaak.

Wie nog naar een betoging of het zangfeest wil, die doet maar. Iedereen heeft recht op zijn familiefeest. Maar ken daar alsjeblieft geen politieke relevantie aan toe. Politiek speelt zich af in het parlement en zo hoort het. Daarom zit ik vol spanning te kijken naar wat CD&V zal doen. Dat is de belangrijkste wijziging in het spel vandaag: CD&V heeft ontdekt dat de wereld niet instort als het kiest voor de Vlaamse staatsraison, wel integendeel. Neem nu Yves Leterme. Die had toch allang kunnen zeggen dat Eric Van Rompuy maar golf moet spelen in Zaventem en verder zijn mond houden?

Aan de andere kant zou Leterme wat minder provinciale ambities moeten koesteren. Wie wil er nu premier worden van een imploderend systeem? Nee, dan zit Vlaams minister-president Kris Peeters veel comfortabeler. Het zou toch mooi zijn als Kris Peeters en zijn Waalse evenknie Rudy Demotte samen met de Brusselaars en los van de Belgische gekkernij de communautaire knoop zouden ontwarren? Een voorafspiegeling van hoe een confederatie uitstekend zou kunnen werken.

DOOR HAN RENARD

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content