In Groot-Brittannië rijzen steeds meer vragen over de zin van het vorstenhuis. Op het vasteland blijft de monarchie echter een ge- waardeerd instituut. Wat loopt er mis in het Verenigd Koninkrijk ?

DE Noorse woordvoerder klinkt geschokt. Het persoonlijke inkomen van koning Harald V ? Waar zou de man dat moeten vandaan halen ? Bruidsschat ? Erfenissen ? Opgespaarde overschotten op de toelage die hij en zijn familie krijgen ? De Britse koningin heeft van de staatstoelage zo’n 8 miljard frank opzij kunnen leggen, maar… Blijkbaar begrijpen we de rol van de Noorse koning niet goed.

De officiële tekst ?The Norwegian monarchy? moet één en ander duidelijk maken. Eerst was er de grondwet van 1814. Dan pas ging het land, dat nog een unie vormde met Zweden, op zoek naar een koning. Toen Noorwegen in 1905 onafhankelijk werd, bleef het een koninkrijk, maar de koning werd naar huis gestuurd. De ?monarchie staat los van de vorst? : de man die de monarchie symboliseert is er toevallig, het systeem zelf komt voort uit een vrijwillige keuze van het volk. De koningskeuze van het parlement Håkon VI, een Deense prins werd bij volksstemming bekrachtigd.

De monarchie werd beschouwd als een element van stabiliteit. Een argument dat overigens in andere Europese landen ook meespeelde. België gold bij zijn ontstaan als een wat gevaarlijk, revolutionair land. Daarom drongen de grote naties aan op de installering van een monarchie. Wat de Saksen-Coburgs hier op de troon bracht. Koning Albert II wordt ook vandaag nog beschouwd als een ?bindend element? tussen de gebruikers van verschillende talen, tussen Gewesten en Gemeenschappen. De Spaanse generaal Francisco Franco benoemde Juan Carlos de Bourbon tot zijn opvolger om het ?linkse gevaar? te bezweren.

TROONSAFSTAND.

Toch blijft Noorwegen een apart geval. De Noorse koning kan bij wet worden afgezet, maar moet parlementaire toelating krijgen om af te treden. Hij heeft geen macht, want macht veronderstelt keuzes en conflicten. De opvolging van dit ?machteloze hoofd van een democratie? loopt via de erfelijkheid, want dat waarborgt de continuïteit. Maar de invulling van de functie hangt van de monarch zelf af.

Die ?democratische monarchie?, zoals de Noren ze definiëren, is de meest open monarchie in Europa. Er bestaan geen schandalen omheen, geen buitengewone nieuwsgierigheid van de pers. Een gelijkaardige toestand valt ongeveer terug te vinden in Denemarken en Zweden, waar koningen wat irrationele sprookjesfiguren zijn. Maar ze staan wel met beide benen in het normale leven. Zo moest de Zweedse koning Carl-Gustav XVI (die trouwens een pensioenverzekering betaalt) toelaten dat in 1980 de troonopvolging bij wet veranderde. Het eerste kind prinses Victoria werd troonopvolger, niet de enkele maanden oude prins Carl-Philip. En sinds 1995 valt het vorstenhuis ook onder de algemene besparingen : jaarlijks moet het 32 miljoen frank inleveren. De crisis geldt voor iedereen.

Een groter verschil dan dat tussen de Scandinavische vorsten en het Britse Huis is ondenkbaar. In het Verenigd Koninkrijk ligt zowat elk lid van het vorstenhuis onder het vuur van een uiterst nieuwsgierige en zelfs vijandige pers. Zo erg dat het hof probeert de schade te beperken door minder fotografen uit te nodigen op officiële gebeurtenissen en door zelfs de rechter in te schakelen omdat de paperazzi te dicht op de koninklijke huid zitten.

De royals zochten het natuurlijk zelf. De jonge leden van het Huis van Windsor vechten hun echtelijke ruzies via de pers en de televisie uit en gedragen zich alsof er voor hen geen wetten bestaan. De koningin is de enige uitzondering, terwijl voor prinses Anne een zekere waardering groeit. Maar die vervult nauwgezet haar opdrachten en leeft sober.

Want benevens de familiale herrie is geld het grootste probleem. Groot-Brittannië worstelt zoals elk Europees land met een economische crisis. Dat de koninklijke familie het land drie miljard frank per jaar kost (zie kader), terwijl uiterst geheimzinnig wordt gedaan over het persoonlijke fortuin van de Britse vorsten, stoort daar nu zowat iedereen. Zelfs felle royalisten vinden dat er iets meer openheid aan de dag mag worden gelegd. Niet eens over het privé-bezit, wel over wat er met de staatstoelage gebeurt. Want officieel krijgt het koninklijk huis bestaande uit de koningin-moeder, de koningin, de prins-gemaal en prins Charles maar 500 miljoen, de echte factuur beloopt zes keer zoveel. Van die drie miljard frank valt anderhalf miljard te duiden met ?bestemming onbekend?. De rest gaat op aan reizen, drie vliegtuigen, twee helikopters, een koninklijke trein, het (nu te koop gestelde) jacht Brittannia en een hele stoet paleizen en personeel.

Ter vergelijking : de Spaanse koning heeft één buitenhuis, hem geschonken door de Jordaanse monarch Hoessein, en verkocht zijn koninklijk jacht om de reparaties aan zijn paleis te betalen. De vorige Bourbons soupeerden het familiefortuin op in vrolijker en minder democratische tijden. De Noorse koning verplaatst zich via gewone lijnvluchten, heeft twee koninklijke treinwagons ter beschikking en een staatsjacht.

KASTEELBRAND.

Het Britse Huis laat het breder waaien en alles er omheen verloopt vooral veel geheimzinniger. Nadat een parlementaire onderzoekscommissie, bijgestaan door tal van accountants, de koninklijke boekhouding uitploos, wist ze alleen te melden dat alles ?vrij ingewikkeld? ligt. Een Brits, maar verklaarbaar understatement. Want de inkomsten van de koningin zijn zeer divers.

Om te beginnen, is er de Civiele Lijst. Die dateert uit 1689, toen Engeland de Hollandse prins-stadhouder Willem III vroeg om koning te worden. De man van Oranje liet zich overhalen tegen de belofte dat al zijn kosten zouden gedekt worden. Die lijst met royals die recht hadden op een vergoeding groeide aan, tot er tientallen mensen op stonden die van ver familie waren van de Britse koningin, gratis woonden, maar geen klap uitvoerden. Na de brand van Windsor Castle in 1992 en de daaropvolgende herrie over de dure restauratie, schrapte de koningin in de lijst. Die omvat nu dus nog alleen haarzelf, haar echtgenoot, haar moeder en de kroonprins. De rest van de familie krijgt wel een staatstoelage voor haar werk en wordt voorts ondersteund door de koningin. Die mag dat geld fiscaal inbrengen. Want sinds de kasteelbrand van ’92 betaalt de koningin ook belastingen. Enkel op haar privé-inkomen en uit vrije wil.

Haar tegenhangers op het vasteland betalen allemaal belastingen op hun privé-inkomen, omdat ze beschouwd worden als burgers van hun land. De Nederlandse koningin betaalt zelfs belastingen over dat deel van de dotatie dat geldt als haar ?loon?.

De vrijstelling van het betalen van belasting dateert pas uit het begin van de eeuw, maar hielp het Britse Huis een aardig fortuin opbouwen. Zeker omdat over de koninklijke nalatenschap geen successierechten hoeven betaald. De erfenis dient immers om de opvolger toe te laten zijn of haar koninklijke plichten uit te voeren. Niemand kan uitleggen waarom de vorsten een privé-fortuin nodig hebben, aangezien de staat alles betaalt, inclusief de verwarming en de bedienden van de privé-paleizen. Maar omdat de koningin, gezien haar functie, ?niets kan bijverdienen, mag ze wel een klein voordeel krijgen?, stelt de officiële publicatie Royal Finances. En dan te bedenken dat de pas een eeuw oude successierechten hele adellijke families tot de bedelstaf brachten.

Zelfs de inkomsten van de koningin uit het hertogdom Lancaster toch geschat op zo’n 1 miljard frank per jaar worden niet ingeschat als privé-inkomen. Uitleg : de koningin is geen echte eigenaar, omdat ze dat hertogdom niet kan verkopen. De kroonprins is net zomin eigenaar van het hertogdom Cornwall, waaruit hij jaarlijks ruim een miljard frank inkomen beurt.

ACHTERLIJK.

De Britse knoop ontstond mettertijd omdat gebeurtenissen, zoals de Franse revolutie, die het vasteland door mekaar schokten, de Eilanden niet troffen. Vandaar het voortbestaan daar van een niet-verkozen House of Lords, waar 775 erfelijke titels hun mening mogen zeggen over alles en nog wat. Britten leven niet in burgerschap, maar zijn nog steeds loyal subjects, trouwe onderdanen van de vorst. Het Romeins recht is ook al niet aan hen besteed. De koningen moeten het stellen met feodaal opgevatte eigendom. De middeleeuwse vorst was geen ?eigenaar? in de moderne zin van het woord, al kon hij wel stukken land met opstand en mensen wegschenken aan nuttige helpers. Een middeleeuws koning genoot van een soort onvervreemdbaar vruchtgebruik van zijn rijk. Het was van hem en toch weer niet.

Zo is het nog in het Verenigd Koninkrijk. De paleizen, juwelen, schilderijen zijn geen eigendom van Elisabeth II maar van het Huis. Dat betaalt geen successierechten, omwille van de continuïteit van de kroon. Het Huis droeg lange tijd geen belastingen af, want de koningin als instelling en als persoon viel niet te scheiden. Haar ambtgenoten op het vasteland betalen wel successierechten, al is hun privé-inkomen meestal vastgelegd in trusts en schenkingen en blijft het een diep en gerespecteerd geheim. Na het overlijden van koning Boudewijn werd niet eens gespeculeerd over het persoonlijke vermogen van de vorst.

Dat de Britse vorstin en kroonprins sinds 1994 belastingen betalen, moet dus in de ogen van de royalisten en van de koninklijke familie worden begrepen als een geste naar het volk. Een volk dat het vorstenhuis de jongste jaren meer en meer de rug toekeert. De koninklijke familie probeert bijgevolg haar blazoen op te smukken. Daarbij persen de koninklijke adviseurs de bizarste voorstellen uit hun geest. Bijvoorbeeld : ?We hoeven geen staatstoelage meer, maar geef ons de Crown Estates terug.?

Die bezittingen werden opgebouwd vanaf Edward de Belijder (1003). Ze vermeerderden fors onder Hendrik VIII, die alle kerkelijke goederen en eigendommen naar de schatkist overhevelde (1540). Driehonderd jaar geleden werden ze overgedragen aan het parlement, in ruil voor een jaarlijkse toelage en de inkomsten van de hertogdommen Lancaster en Cornwall. De Crown Estates, officieel erfelijke eigendommen ?in right of the crown?, omvatten duizenden hectare land, grote delen van Londen, de zee om de Britse eilanden en de helft van de kustlijn. De schatkist boekt er jaarlijks bijna vijftig miljard frank inkomsten uit.

De Britse kranten berekenden wat de truc de Windsors zou opleveren. Mocht de koningin de krooneigendommen terugkrijgen, zou ze zelfs na belastingen meer dan vandaag verdienen. Bovendien is ze dan af van de kritiek dat de familie op kosten van de belastingbetaler leeft. De kranten beschreven ook hoe de esbattementen van de jonge Windsors, de echtscheiding van prins Charles, de belastingen in het koninklijk budget knauwden. Dit jaar kreeg hare majesteit voor het eerst geen plaats op de Forbes-lijst van de rijkste tien Britten.

PARADOX.

Het financiële luik maakt deel uit van een plan om de monarchie te moderniseren. Mocht de voorliggende remediëring worden aangenomen waar weinig kans toe bestaat dan wordt het vorstenhuis geprivatiseerd. Er zou dan erfopvolging voor het eerste kind worden ingevoerd en worden toegestaan dat koninklijke telgen trouwen met katholieken. De vorst(in) zou niet langer hoofd van de staatskerk zijn.

In een democratie vindt een koning die volstrekt onafhankelijk is van het volk echter bezwaarlijk een plaats. Tenzij hij afziet van alle functies die hem toekomen als symbool van het volk en zo feitelijk ophoudt als koning te bestaan. De Noren zagen klaar in de paradox van het koningschap. Er is de instelling, gekozen door het volk en door wetten omschreven. Er is de macht, die bij het volk ligt. Er is de ceremoniële functie : het symbool van een volk, de sprookjeskoning die wat luxe verdraagt, de Nederlandse koningin rijdt toch ook in een gouden koets. En er is de persoon, die zich de functie waardig moet tonen. ?Anders?, stelt de Noorse tekst, wordt de ?linguïstische paradox een parlementaire monarchie overduidelijk en dus onverdraaglijk.?

De echte remedie voor een koninklijke familie in nood is niet zichzelf hooghartig terugtrekken in de kussens van het vergaarde fortuin. Het democratische licht trotseren, lijkt een betere oplossing. In Londen kan dat eerst wat pijn doen. De waardigheid van persoon en functie moeten voorts overeind blijven. Een royal die zich gedraagt als een fuifnummer uit de jetset dwingt geen eerbied af.

De Noorse koning is de op één na populairste man van zijn land. De Britse royals worden door 65 procent van hun onderdanen als overhead costs beschouwd, algemene onkosten. Hoe de Windsors het tij kunnen keren en het voortbestaan verzekeren van de best betaalde baan van het land. Door te besparen en via een grotere openheid, zo lijkt. Misschien kan in dezelfde renoveringsbeweging worden gedacht aan het schrijven van een grondwet. De Middeleeuwen liggen nu toch al een heel end achter de rug.

Misjoe Verleyen

Koningin Elisabeth II van het Verenigd Koninkrijk, koningin Beatrix van Nederland en koning Albert II van België : de functie verschilt van land tot land.

Koning Harald en koningin Sonia van Noorwegen zijn populair en doen heel gewoon.

Koningin Elisabeth II heeft de best betaalde baan van het land en wil meer. Ze krijgt de wind van voren.

De Zweedse koning Carl-Gustav heeft geen macht, maar speelt zijn rol zoals voorgeschreven.

Koningin Beatrix betaalt belasting op haar loon. Ze mag wel in een gouden koets blijven rijden.

De Belgische koninklijke familie vormt een deel van het cement tussen gebruikers van verschillende talen, tussen Gemeenschappen en Gewesten.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content