Ewald Pironet

Voor de eerste keer in de Belgische geschiedenis kan een totaalbedrag geplakt worden op wat de monarchie ons kost. En dat is een stuk meer dan tot nu toe werd gedacht.

Tot nu toe was de totale kostprijs van de Belgische monarchie een raadsel. Oké, we wisten hoeveel de koning en de rest van de koninklijke familie aan dotaties ontvingen. Maar heel wat uitgaven van het paleis worden gedragen door federale departementen zoals Buitenlandse Zaken, Defensie of de Federale Politie. Om welke bedragen het daar ging, bleef onduidelijk. Tot nu. De regering-Di Rupo maakte van het aftreden van koning Albert II gebruik om voor meer transparantie en controle te zorgen. Op basis van de ontwerpbegroting 2014 kon professor Herman Matthijs (VUB en UGent), die al sinds 2005 de kostprijs van onze monarchie berekent, voor het eerst de totale kosten becijferen.

Bij het aantreden van een nieuwe koning wordt een nieuwe ‘civiele lijst’ opgesteld: een forfaitaire som die door de staat aan de koning wordt toegekend zodat hij zijn taak als staatshoofd in volledige morele en materiële onafhankelijkheid kan vervullen. De nieuwe civiele lijst kent koning Filip hetzelfde bedrag toe als de afgetreden koning Albert, gekoppeld aan de index:

Koning Filip: 11.651.000 euro via de civiele lijst.

Bij het aantreden van koning Filip zijn ook nieuwe bedragen voor dotaties aan leden van de koninklijke familie vastgelegd, waarbij vooral koningin Fabiola moest inleveren. De dotaties bestaan uit twee componenten: een bezoldiging, en een som voor de werking en het personeel, beide gekoppeld aan de index. Vanaf 2014 krijgen zij per jaar:

Koning Albert: 174.000 euro wedde plus 757.000 euro werkingskosten = 931.00 euro.

Koningin Fabiola: 87.000 euro wedde plus 379.000 euro werkingskosten = 466.000 euro.

Prinses Astrid: 87.000 euro wedde plus 236.00 euro werkingskosten = 323.000 euro.

Prins Laurent: 87.000 wedde plus 223.000 werkingskosten = 310.000 euro.

De vier dotaties zijn samen goed voor 2.030.000 euro. Tel daarbij de 11.651.000 euro van de civiele lijst en je komt aan 13.681.000 euro als directe kostprijs van ons koningshuis.

Daarbovenop komen dus nog de kosten die worden gedragen door federale departementen:

FOD Kanselarij: 90.000 euro (ICT en informatica)

FOD Buitenlandse Zaken: 400.000 euro (officiële reizen in het buitenland)

FOD Landsverdediging: 2.393.000 euro (vooral personeel, 240.000 euro aan goederen)

POD Wetenschapsbeleid: 56.000 euro (23.000 euro voor aankoop kunst voor culturele promotie in het buitenland en 33.000 euro voor vzw stichting Prins Laurent)

Regie der Gebouwen: 4.700.000 euro (3.230.000 euro voor onderhoud en 1.470.000 euro voor investeringen in de koninklijke paleizen)

Federale Politie: 17.422.000 euro (kosten beveiliging aan personeel, informatica, materieel enzovoort)

Opgeteld staan de federale departement in voor 25.061.000 euro aan ‘koninklijke’ uitgaven.

Als je de civiele lijst, de dotaties en alle uitgaven door federale departementen die verband houden met de koninklijke familie samentelt, krijg je de totale kostprijs van onze monarchie: voor 2014 bedraagt dat 38.742.000 euro.

Dat is meer dan de meeste experts tot nu toe hadden geschat. Hoe zit dat in het buitenland? ‘In Nederland komt het totale bedrag van de civiele lijst en dotaties uit op 7.547.000 euro’, zegt Herman Matthijs. ‘Tel daarbij de departementale uitgaven uit de rijksbegroting en de monarchie kost er in totaal 40.277.000 euro. In Spanje staat er voor 7,9 miljoen in de civiele lijst en volgens de Spaanse pers komt een kleine 60 miljoen euro extra van de departementen. Noorwegen: 24,5 miljoen aan civiele lijst en dotaties, op een totaal van 40,5 miljoen euro. In Duitsland krijgt de ceremoniële president 217.000 euro loon, plus 78.000 euro aan vergoedingen. De totale begroting komt er uit op 25,6 miljoen euro. In Frankrijk ontvangt de president een loon van 231.000 euro en de begroting van het Elysée all-in bedraagt 106,2 miljoen. Onze monarchie kost dus evenveel als die in Nederland of Noorwegen, maar is een stuk duurder dan het presidentiële regime in Duitsland.’

Ewald Pironet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content