Kun je na de aanslag van 11 september nog wel zonder blozen misdaadverhalen schrijven? Zes thrillerschrijvers vinden van wel.

Dat resulteerde in een stortvloed van woorden over de verloren band tussen bewustzijn en buitenwereld, het verschil tussen fictie en werkelijkheid, het blootleggen van maatschappelijke verhoudingen, en het recht van de schrijver om te schrijven wat hij wil zoals hij dat wil. Literatuur in het algemeen was het hoofdonderwerp. Maar hoe denken _ met name _ misdaadauteurs over de nasleep van de werkelijkheid geworden nachtmerrie? Hebben ze nog plezier in hun werk, dat de meest donkere kanten van de mens in alle psychologische of fysieke gruwelijkheid uitvergroot? Bestaat er een verband tussen fictief en echt geweld? Heeft een begrip als heroïek nog enige betekenis? Is er meer dan ooit in misdaadromans een rol weggelegd voor morele dilemma’s? Moet het recht bij voorkeur zegevieren? Heeft een auteur de plicht om bijvoorbeeld lezers aan het denken te zetten over de zwarte kanten van de mens? Zes misdaadauteurs schoven hun moordenaars, terroristen, rechercheurs en slachtoffers even ter zijde om die vragen te beantwoorden.

Het belang van fantasiehelden

‘Geweld in een computerspel is anders dan geweld in een boek. Ik ken computerspelen waarbij zoveel mogelijk doden moeten vallen of zoveel mogelijk auto’s gestolen moeten worden. Ik weet niet in hoeverre dat gedragsvormend is, maar ik zou ongerust zijn als mijn kind zich met die spelletjes amuseerde. In misdaadromans worden vaak de oorzaken en de gevolgen van geweld onderzocht. We leven helaas in een gewelddadige wereld en goede misdaadfictie probeert daar veeleer een verklaring voor te vinden dan het geweld te propageren.

Zelf ben ik niet zozeer gefascineerd door slechte mensen en wat hen tot hun daden brengt. Ik ben meer geïnteresseerd in de goede mensen, die in de duisternis moeten afdalen om het kwaad uit te roeien. Mij boeien de facetten van hun karakter en hoe ze omgaan met wat ze in die afgrond zien. De nasleep van de gebeurtenissen op 11 september bewees het waardevolle van dat uitgangspunt: onze helden zijn belangrijk voor ons. De verhalen van opoffering en heldenmoed hebben ons voor een belangrijk deel geholpen deze wond te zalven. Dat kan doorwerken in fictie. Onze fantasiehelden zijn ook belangrijk.

Voor goede misdaadfictie is er nog altijd een morele basislijn. Zelfs in de schaduw van de, door terroristen veroorzaakte, plotselinge dood van 5000 mensen, kan het kleine heroïsche verhaal van een rechercheur die een zaak oplost inspirerend en bevrijdend zijn. In het boek dat ik op dit moment afmaak, vindt de rechercheur vervulling door zijn werk zo goed mogelijk te doen, onder de moeilijke omstandigheden die er al waren én in de schaduw van 11 september. De gedachte dat het goede over het kwaad triomfeert, is in het licht van de recente gebeurtenissen nog belangrijker geworden. Daar wil ik meteen aan toevoegen dat dit niet in elk boek het geval hoeft te zijn. Er zijn geen regels die altijd moeten gelden. Ik heb boeken geschreven waarin de slechten aan hun straf ontsnappen en de triomf van het goede eerloos genoemd kan worden.

Een auteur heeft de plicht trouw te zijn aan zichzelf en aan de personages die hij creëert. Dat is alles. Als een personage oprecht is, zal dat ook zijn weerslag vinden in het verhaal. Zo’n personage kan als instrument gebruikt worden om relevante sociale en politieke kwesties te onderzoeken. De misdaadroman is daar een prachtig medium voor. Hij kan leren, vermaken, belangrijke vragen stellen en begrippen als rechtvaardigheid en eerlijkheid versterken. Maar zoals gezegd: er zijn geen vaststaande regels voor.’

Worstelen met de vrije wil

‘Extreem imaginair geweld in allerlei vormen kán werkelijk geweld toegankelijker maken. Daarbij wil ik wel zeggen dat ik me moeilijk Taliban-strijders kan voorstellen die Batman-strips lezen. Ik denk dat 11 september de manier waarop de donkere kant en de gevolgen ervan worden geportretteerd fundamenteel zal veranderen. In een aantal boeken leidt gebeurtenis X nogal eens tot gevolg Y, bijvoorbeeld: mannen die seksueel misbruikt zijn, worden zelf molesteerders. Er zullen meer verhalen komen over mensen die worstelen met hun vrije wil om keuzes te maken. Als de cultuur pluralistischer wordt en mensen zich minder makkelijk aan morele waarheden kunnen vastklampen, tenderen ontknopingen van romans vrijer te worden en lossere oplossingen te bieden. Het zal interessant zijn om te zien of de oorlog dat verandert. Oorlogen en gezamenlijke vijanden vernauwen gewoonlijk de consensus.

Ik vind niet dat auteurs welke plicht dan ook hebben om bepaalde dingen te doen, maar ik denk wel dat we ons bewust moeten zijn van de consequenties van het materiaal dat we uitbrengen. En moet gerechtigheid altijd zegevieren? De veronderstelling dat we allemaal streven naar zo’n soort afloop van verhalen betekent dat schrijvers ermee kunnen spelen door er bijvoorbeeld tegenin te gaan en ik denk dat ze dat meer en meer zullen doen.’

The Simpsons en King Lear

‘Het is mogelijk dat onder meer rampenfilms kunnen bijdragen tot een bepaald klimaat: ofschoon de carrières van Attila de Hun, Djengis Khan, Adolf Hitler en Jozef Stalin suggereren dat een capaciteit voor kwaad, voor de massamoord op onschuldigen, in sommige mensen in elk klimaat kan gedijen. En dat menselijk vernuft, door de eeuwen heen, heel goed in staat is gebleken om daartoe middelen te vinden zonder de behulpzame suggesties van Hollywood.

Ellende is ellende, misdaad is misdaad, of die nu plaatsvindt achter de gesloten deuren van de gezinswoning of in het zicht van de wereldmedia in het World Trade Center. Mensen schrijven misdaadromans en thrillers om verschillende redenen, en willen ook op verschillende manieren amuseren. Misschien is het niet noodzakelijk een kwestie van ‘plezier’. The Simpsons is amusement, maar King Lear is dat ook.

Globale en avonturenthrillers neigen ertoe moreel simplistisch te zijn (en waren dat altijd); de misdaadroman houdt zich bezig met vragen van persoonlijke moraliteit, van keuze. Maar dat betekent niet dat romanschrijvers moralisten zijn die gedragscodes voorschrijven. Er is geen reden waarom een auteur niet vanuit een toaal amoreel gezichtspunt zou schrijven.

Zelf geloof ik niet dat gerechtigheid in een misdaadroman altijd moet zegevieren. Het is wél essentieel dat de lezer voelt dat het verhaal tot een soort ontknoping leidt. En niet per definitie tot een moreel einde.’

Kinderen van dokter Jekyll

‘Alle amusementsmedia helpen ons ervan bewust te maken dat geweld daarbuiten, in de wereld, aanwezig is. Maar dat is niet per se slecht. De beste voorbeelden wekken ons uit onze apathie, veranderen onze perceptie van de wereld en van hedendaagse gebeurtenissen, en zetten ons aan het denken over onze rol in het wereldplan.

Ik schrijf over criminele daden en intenties in een poging de donkere uithoeken van mijn eigen geest beter te begrijpen, en misschien ook om andere mensen over hun donkere kanten te laten nadenken. We hebben een groot vermogen voor het goede, maar we zijn ook allemaal in staat pijn en lijden te veroorzaken. We willen graag geloven dat er monsters bestaan _ mensen die helemaal niet zijn zoals wij. Maar in feite zijn we allemaal kinderen van dokter Jekyll: we herbergen allemaal de Hyde in onszelf.

Heroïsme is nog steeds in de moderne thriller te vinden, maar vaak is het niet de flagrante heldenmoed van een Stallone of Schwarzenegger, die hen in staat stelt tot supermenselijke prestaties. Tegenwoordig vragen we om kleinere daden van heldenmoed, kleine mensen die dingen doen waartoe ze zichzelf niet in staat achtten. Onze helden hebben gebreken, zijn onzeker over zichzelf: ze lijken meer op ons. Wat veel filosofen en theologen altijd heeft getroffen is de pure banaliteit van het kwaad. In fictie zijn we ertoe geneigd onze schurken als Satan voor te stellen (in Paradise Lost), en maken we Hannibal Lecters van hen _ personages met passie, verve en elegantie. Echte moordenaars zijn gewoner, grover en onnadenkender.

De gebeurtenissen van 11 september hebben veel lezers teruggejaagd naar vertroostende lectuur: de romans uit de jaren dertig waarin rechtschapen individuen korte metten met het kwaad maken. Maar misdaad- en thrillerauteurs hebben ook het vermogen om de gebeurtenissen van 11 september te verklaren, ze in een context te plaatsen en mensen te helpen begrijpen waarom ze gebeurden. Als misdaadfictie dat niet kan, maakt geen enkele andere vorm van literatuur een redelijke kans dat te doen.’

Balans tussen amusement en realisme

‘Ik heb nooit zo geloofd in de theorie dat populaire cultuur geweld inspireert. Kan het een snaar in iemands gestoorde psyche raken? Zeker. Als je aan moorddadige verminking denkt, vind je waarschijnlijk altijd wel een schrijver of rapper die je fantasieleven aanspreekt. Betekent dit dat je ook hoofden zou afhakken als je de nieuwe cd van Eminem of dat boek van Thomas Harris niet zou hebben? Ik denk het wel. Mensen horen wat ze willen horen. Aan de andere kant moet ik zeggen dat het totale aantal gewelddadige films en videospelletjes een soort structureel effect kan hebben. Geweld wordt ontwaard door de vertrouwdheid ermee. Als je het iedere dag _ zoveel als je maar wil _ op televisie kunt zien, raak je niet makkelijk meer gechoqueerd. Het is ook duidelijk dat niets van dit alles iets te maken heeft met de mannen die de aanslagen op 11 september pleegden. Die hadden hun eigen culturele context.

Fictieve ellende? Hmm. Ik veronderstel dat een bepaalde manier van verhalen vertellen altijd afhankelijk zal zijn van een zeker quantum aan plezier en enthousiasme om over schurken te schrijven. Kijk naar de bijbel en de Noorse mythen. Daarentegen is het moeilijk om geweld hoofdzakelijk als cool te beschouwen, als je de Twin Towers vanuit je raam ziet instorten (wat mij overkomen is).

Zelf heb ik mijn genoegen in modieus cartoongeweld verloren toen ik voor de eerste keer een man dood op het trottoir zag liggen. Andere schrijvers moeten vooral doen wat ze zelf willen, maar ik heb altijd geprobeerd om een balans te vinden tussen amusement en realisme. Ik ben niet geïnteresseerd in het geluid dat een kogel maakt. Mij interesseert waarom de schutter hem afvuurde en wat er met de man gebeurde die erdoor getroffen werd.

Is de thriller zijn morele fundament aan het verliezen? Ik weet het niet. Als je over de kat schrijft die de misdaad oplost of over de competente FBI-agent die de schurk altijd te pakken krijgt, opereer je niet vanuit het domein van realistische fictie. Maar ik begrijp ook dat realisme het laatste is wat veel mensen willen als ze fictie lezen. Ze willen gemakkelijke, troostende antwoorden. Dat is oké, maar voor mij gaat het niet op. Als misdaadfictie echt wil overleven en haar scherpte wil behouden, moet ze de komende jaren waarschijnlijk leren de beangstigende ambiguïteit en het extremisme van de moderne wereld in verhalen te verwerken.

Sommige lezers en Amerikaanse uitgevers haten het als je over echte misdaad schrijft, met alle details en nuances. Ze willen de krankzinnige seriemoordenaar die op een troon van schedels zit. In Man of the Hour schreef ik over een Palestijnse jongen die met een taxi rijdt en als zelfmoordbommengooier eindigt. Een aantal mensen was enorm geïrriteerd over het feit dat ik dat gegeven zo gedegen mogelijk _ met alle achtergronden _ had uitgewerkt. Maar wat kun je doen? Ik schrijf niet over zo’n onderwerp om vooral moreel en overtuigd van mijn eigen goedheid over te komen. Ik schrijf erover omdat het de goede toon voor mij is.’

Terrorisme als rode draad

‘We zien het elke dag op tv: actiefilms om van te gruwen. Er wordt maar op los geknald en na tien minuten zijn er meer doden gevallen dan bij een vliegtuigramp. Het went. Maar let op, het zijn alleen de slechten die geraakt worden. De goeden krijgen hooguit een schampschot in de rechterbovenarm. Zelfs hier blijft het oude thema overeind: de goeden zijn onoverwinnelijk. Volwassenen zullen zich niet laten intimideren, die weten beter. Ik zie meer gevaar in geweld in computerspelletjes. Want jonge knapen laten zich wel intimideren, en gaan imiteren.

Ik geloof niet dat technothrillers individuele misdadige breinen zullen inspireren. Het huidige gevaar zit in de groepscriminaliteit, die ontstaat door bendevorming, het ophitsen tot intifada’s, het gedogen van extreem geweld bij stakingen.

Geeft het plezier om over misdaad te schrijven? Over wie hebben we het? De misdaadschrijver van feuilletonromannetjes met het lijk op de eerste bladzijde, die eender wat schrijft om een boekje méér te verkopen? Of de gedreven schrijver die onbewust een ‘boodschap’ brengt (hoe gedevalueerd dat woord ook mag zijn) en de lezer via zorgvuldig uitgekozen gebeurtenissen misleidt, hem tot de kern van de gedachte brengt en hem zo stof tot nadenken geeft?

In mijn ogen zullen de WTC-aanslagen niets veranderen aan het thrillergenre in het algemeen. In 1975 schreef Thomas Harris al Black Sunday. Het scenario: Palestijnse terroristen krijgen een Amerikaanse piloot zo ver dat hij met een luchtschip gevuld met explosieven in de Super Bowl poogt neer te storten. Het beoogde doel is 100.000 doden plus de president van de VS. Ook Tom Clancy laat in 1994 in Debt of honor terroristen een aanval op wolkenkrabbers uitvoeren, met als inzet een nieuwe oorlog tegen Japan. Het internationale terrorisme loopt al sinds mijn debuut als een rode draad door mijn werk. In Vergelding verkoopt een mad scientist een superkanon aan Saddam Hoesein, die daarmee gewapend het Midden-Oosten onder de voet wil lopen en desnoods de wereld zal vernietigen. In De kracht van het vuur streeft een Iraanse potentaat via economische infiltratie en terroristische destabilisatie naar wereldheerschappij. Dat boek is meer dan ooit actueel, want ik hecht weinig geloof aan de in een grot levende Arabier die daar wel over alle denkbare communicatiemiddelen beschikt om de best gecoördineerde aanslag ooit te organiseren.

En wat stellen we vast? Dat alle thrillers nog altijd beheerst worden door het principe van de Elisabethaanse tragedie? Het onverbiddelijke raderwerk van de fataliteit, de eeuwige strijd tussen goed en kwaad? Of worden ze _ zoals onze maatschappij evolueert _ steeds genuanceerder? In Vergelding zal de fighter for justice er het leven bij inschieten, in Bloedrecht zal de zuster van de psychopatische verkrachter met de buit gaan lopen. Haast onmerkbaar zal het recht evengoed geschieden.

In de wereld die de thrillerschrijver creëert, beperkt zijn sociale verantwoordelijkheid zich tot scheppingskracht die slechts een uiting is van wat hijzelf is. Van sommige schrijvers kun je tussen de regels lezen dat ze van de pijn van hun slachtoffers genieten (Bret Easton Ellis), bij anderen overstijgt het medelijden de gruwel. Tot die laatsten behoor ik zelf.

Er is niets veranderd, de mens heeft zoals de god Janus nog altijd twee voorhoofden, twee gezichten; met het ene bidt hij tot God de almachtige om erbarmen, met het andere stuurt hij de eigen kinderen in de mijnenvelden. Dat werd trouwens het thema van het vervolg van De kracht van het vuur. Vijf maanden geleden begon ik met de research en haast vanzelf kwam ik bij Osama Bin Laden terecht, toen al nummer één op de lijst van meest gezochte misdadigers. Niet-politiek gebonden auteurs hebben een vinger aan de pols en zijn het onafwendbare wereldgebeuren altijd een stap vooruit.’

Ineke van den Bergen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content