In Israël neemt de onrust toe, nu de ondertekening van een nieuw akkoord tot nieuw geweld lijkt te leiden.

De dag nadat in Sharm-el-Sjeik het Israëlisch-Palestijns akkoord ondertekend werd, ontploften in Haifa en in Tiberias, in het noorden van Israël, twee autobommen. Daarbij vielen gewonden, maar de drie verkoolde lijken in de auto’s waren die van de terroristen; Israëlische Arabieren, leden of sympathisanten van de Israëlische islamitische beweging. Dat is een erkende partij met verkozenen in de Knesseth. Een paar dagen daarvoor had een jonge Israëlische Arabier bij Megiddo een joods verliefd stel vermoord. Hij had, zegt men, lang gebeden en Koranverzen gelezen voor hij op weg ging, “op zoek naar joden om te vermoorden”. Negen Arabische Israëli’s werden door de politie aangehouden op verdenking van medeplichtigheid aan de aanslagen van Haifa en Tiberias.

Opeens stelt Jan met de pet in Israël zich nu vragen omtrent de loyaliteit van de Arabisch-Israëlische staatsburgers. Een van de dode terroristen in Tiberias was een zekere Amir Massalha, een vrome moslim die vijf jaar geleden werd aangehouden omdat hij in contact zou hebben gestaan met een agent van Azzadin el Kassam, de gewapende arm van de Hamas. Hij werd vrijgelaten bij gebrek aan bewijs. Nu maakt men zich ernstige zorgen in Jeruzalem over mogelijke banden tussen de extremistische elementen in de gebieden onder Palestijnse controle en de harde kern van de islamitische beweging in Israël. De aanslagen hebben niet belet dat regering en Knesseth de akkoorden van Sharm-el-Sjeik goedkeurden, en ook niet dat donderdag 9 september zoals in het akkoord voorzien 196 Palestijnse “veiligheidsgevangenen” werden vrijgelaten.

Het nieuwe terrorisme heeft ook niet gewogen op de beslissing van de negen rechters van het Israëlische Hooggerechtshof, die unaniem de martelpraktijken van de Shin Beth (de interne veiligheidsdienst) hebben veroordeeld. Deze uitspraak maakt een einde aan de ondervragingsmethodes “met gematigde fysieke druk”, die in 1987 door de Landau-commissie toegelaten werden bij verhoor van mensen die van terrorisme verdacht werden.

De beslissing heeft heftige reacties uitgelokt in Israël. De gewone Israëli kan hier niet volgen. “De jongens van de Shin Beth die ons beschermen tegen de terroristen, die honderden mensenlevens gered hebben door op tijd geplande terreuraanslagen te ontdekken, worden die nu veroordeeld? Dat is toch waanzin?” zegt mijn buurman.

De politici reageren verdeeld. Vice-minister van Defensie Ephraim Sneh vreest dat het oordeel van het Hooggerechtshof “de veiligheid van Israël zal schaden”. De Likoed bereidt een wetsvoorstel voor om de uitspraak van het hoogste rechtsorgaan te “omzeilen” zodat “de Shin Beth kan voortdoen met zijn heilige werk, de terroristische aanslagen maximaal te voorkomen”. En minister van Justitie Yossi Beilin verklaarde dat hij na het oordeel “trots is een Israëli te zijn”, en dat het arrest “een belangrijke stap vooruit is voor de Israëlische democratie”.

Victor Cygielman

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content