In een door de dood van 73 soldaten geschokt Israël, gaan nu stilaan stemmen op om het leger uit Libanon terug te trekken.

Het is niet omdat de vrede getekend is dat de oorlog gedaan zou zijn. Niet in het Midden-Oosten, waar de vrede geeneens is getekend. Wat getekend is, zijn mooie plannen. Toekomstmuziek, waarvan de Israëlische premier Benyamin Netanyahu enkele weken geleden na veel tegenspartelen toegegeven heeft dat hij ze kan horen. Door de ondertekening van het akkoord over de licht ontplofbare stad Hebron, en door het vasthaken van verdere terugtrekkingen daaraan, gaf Netanyahu het sein voor zijn partij en voor zijn achterban en eigenlijk ook voor heel Israël dat het vredesproces, wat hem betrof, door kon gaan, en dat dat voortaan een realistisch uitgangspunt zou zijn. Of toch zeker tot de volgende bom ontploft op lijn zeven of waar dan ook veel vrouwen en kinderen bijeen zijn.

Dat betekende nog steeds niet dat het nu vrede was, of zelfs dat de vrede voor morgen kon zijn. Het betekende alleen dat men niet langer direct op een nieuwe oorlog afstevende. Vaak wordt vergeten dat dit niet alleen voor de Palestijnen, maar ook voor Israël een verregaand nieuwe situatie is. Met dit vredesproces voor ogen, zolang het min of meer de baan houdt, kunnen de Israëli’s, in de woorden van schrijver David Grossman, voor het eerst aan een toekomst beginnen denken. En er zal, het is niet eens een woordspeling, nog heel wat af te denken vallen eer vrede en toekomst samen gaan vallen, in plaats van vijftig jaar verleden.

Nu is het uur voor manoeuvres van de vredesdenkers geslagen. Van professor Yair Hirschfeld, die met zijn academici een samenwerking op poten probeert te zetten en lijsten kan maken van alle mogelijke en onmogelijke vormen van samenwerking tussen joden en Arabieren : water, onderwijs, onderzoek, transport, infrastructuur. En die beter dan wie ook weet dat met elke verbinding die gelegd wordt, de Palestijnse staat een millimetertje dichter bij de realiteit komt. Die zich niet veel aantrekt van de voldongen feiten die door de Israëlische bezettingsmacht dag in dag uit in de Bezette Gebieden neergeplant worden. Over alles zal toch onderhandeld moeten worden, zegt hij. En tegen de tijd dat het daarover moet gaan, is dat alles misschien niet zo belangrijk meer.

DE SCHADUW VAN SYRIE

Maar er zijn niet alleen Palestijnen. Een paar weken geleden kwam ex-minister Yossi Beilin, van de Arbeiderspartij, weer in het nieuws. De uitvinder van de Gaza eerst-formule had, in een werkgroep samen met Michael Eitan van het Likoed-blok, een denkoefening op papier gezet, waarin onder andere over de finale status van de Palestijnse gebieden een en ander geopperd werd. Nu is hij daar weer, over Libanon.

Twee voorafgaande dingen. Omdat Israël in 1967 de Syrische Golanhoogvlakte bezette, en later annexeerde, leeft het anno 1997 nog steeds in onmin met Syrië. Omdat het in 1982, na de oorlog in Libanon, niet heel Libanon ontruimde maar in het zuiden ervan een ?veiligheidszone? bezet hield, blijft het anno 1997 nog maandelijks soldaten verliezen in Libanon. Daarvoor valt het dan Libanon aan. Maar eigenlijk vallen die soldaten in de oorlog met Syrië dat trouwens zelf min of meer de rest van Libanon bezet houdt , omdat de draden die de sjiïtische Hezbollah-milities, die de aanslagen en bombardementen op Noord-Israël en op het Israëlische leger uitvoeren, zeker ten dele door Damascus gecontroleerd worden. Het probleem is dat Syrië eerst de Golan terugwil, en dan pas wil praten, en dat Netanyahu eerst wil praten, en dan misschien een stuk van de Golan teruggeven.

In de praktijk zegt Syrië dus dat voortgegaan moet worden op de gesprekken die met de Arbeiderspartij van Shimon Peres gevoerd werden, en zegt de regering dat zij helemaal opnieuw wil beginnen. Maar dat kan nog lang duren, en ondertussen blijven Israëlische soldaten sterven in Libanon.

Dat sterven nam twee weken geleden dramatische proporties aan, toen twee Israëlische helikopters op elkaar botsten in het noorden van Galilea. Die brachten troepen naar de ?veiligheidszone? omdat de wegen te gevaarlijk worden vanwege mijnen. Het resultaat was 73 doden.

De tragedie bracht het nadenken over Libanon goed op gang. De leider van de Likoed-fractie in het parlement, Michael Eitan, belegde een vergadering van parlementairen uit alle fracties, om te praten over een plan waarbij Israël zich unilateraal uit Libanon zou terugtrekken. De groep is uiteengegaan zonder het over tastbare plannen eens te worden. Maar men zal elkaar terugzien. De moeilijkheid met Libanon is natuurlijk dat met dat landje niets meer geregeld, afgesproken of zelfs onderhandeld kan worden zonder dat Syrië erbij betrokken wordt. Vrede met Libanon is niet mogelijk tenzij in een groter kader, dat ook vrede met Syrië omvat. Dus, zeggen Eitan en alweer Labour-man Yossi Beilin : laat Israël uit Libanon wegtrekken zonder die hypothetische vrede met Syrië af te wachten. Laat het Israëlische leger vervangen worden door een vredesmacht met, bijvoorbeeld, Franse troepen erin.

Niemand hoeft zich illusies te maken over de directe haalbaarheid van zo’n voorstel. Zowat 79 procent van de Israëliërs was er al onmiddellijk tegen, zeker als er geen waterdicht vredesverdrag komt dat de veiligheid van Israëls noordgrens garandeert. Wat dus tegenstrijdig is. Maar dat hoeft niet echt erg te zijn. Luttele jaren geleden haalden de tegenstanders van elk gesprek met de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO) waarschijnlijk nog indrukwekkender percentages.

Sus van Elzen

Het allersimpelste is water. Dat probleem wordt het moeilijkst om op te lossen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content