We zijn in 1933. Het keurslijf van de Volkenbond zit de grote mogendheden te strak. Zij beslissen een nieuwe wereldorganisatie in het leven te roepen, waarvan alleen zij de regels bepalen. De poging strandt, en de wereld betaalt de volle prijs. Enkele jaren later duikt de ene internationale crisis na de andere op. De Volkenbond moet machteloos toekijken van op de zijlijn, waar de grote mogendheden hem geparkeerd hadden.

We zijn in 2006. De Verenigde Staten vinden de Verenigde Naties een corrupte, inefficiënte zaak, met te strakke regels en te weinig eensgezindheid. Nog niet zolang geleden dachten ze dat bondgenoten niet hoefden. Irak deed Washington ontwaken uit de illusie dat het de wereld op eigen kracht kon boetseren. Op zoek naar hulp hebben sommigen nu opnieuw de NAVO ontdekt.

Binnen het bondgenootschap horen ze het niet graag, maar ze hebben wel een serieus probleem: hyperkinetisch aanwezig in vier continenten, zonder duidelijke lotsbestemming. ‘Out of area or out of business’ was lang een vaak gehoord refrein binnen de NAVO: als de organisatie niet wereldwijd gaat optreden, kan ze zichzelf evengoed opdoeken. Maar sinds kort is andere muziek te horen.

Publiek is er nog maar een glimp van op te vangen, maar in Washington zijn sommigen op een idee gekomen: het wat doelloze bondgenootschap omvormen tot een mondiale leverancier van veiligheid en democratie, onder Amerikaanse leiding. De ’transformatie van de NAVO’, zo heet het project. Nieuwe partners op alle continenten zouden worden aangezocht: van Japan tot Australië, over India, Argentinië en Zuid-Korea. De drie nieuwe missies staan al op papier: het internationale terrorisme, massavernietigingswapens en regionale instabiliteit. Democratie ondersteunen, trainingskampen in Afrika en het Midden-Oosten oprichten, falende staten redden, radicale ideologieën bekampen, humanitaire operaties uitvoeren, aanslepende burgeroorlogen beslechten, civiele bescherming plannen – wereldwijd: het zit allemaal in het nieuwe takenpakket.

De nieuwe snelle interventiemacht van de NAVO wordt al aangeprezen als een politiekorps dat eender waar kan optreden. Niemand zal gedwongen worden om met alles mee te doen – maar wel mee te betalen. De gemeenschappelijke begroting zal fors opgetrokken worden en allerlei wapentuig (tot en met een raketschild) zal gemeenschappelijk worden aangekocht. Wie niet aan een operatie deelneemt, zal toch meebetalen. Zo hoeft Washington niet alleen op te draaien voor de kosten van zijn nieuwe NAVO.

De Verenigde Naties hoeven daarbij niet echt te verdwijnen. Ze kunnen zich gerust blijven toeleggen op hun rol van super-ngo voor spoedhulp en vluchtelingen. De EU mag haar diensten komen aanbieden, en als ze iets militairs nodig heeft, kan ze gerust iets huren uit het NAVO-magazijn – zolang het bondgenootschap maar de politieke orkestmeester blijft.

Toen onze Paul-Henri Spaak secretaris-generaal van de NAVO was, wou ook hij de organisatie omvormen tot het centrum van westerse besluitvorming over wereldproblemen. Hij beet er zijn tanden op stuk. Vandaag streeft België ernaar om Europa’s autonomie in de wereldpolitiek uit te bouwen – binnen het kader van de rechtsregels van de Verenigde Naties, die voor iedereen gelden, groot en klein. Eerder vroeg dan laat moet die visie op de wereld botsen met de ambitie om van de NAVO een wereldwijde veiligheidsorganisatie te maken, die alle andere aan de zijlijn zal trachten te duwen. Zoals in 1933.

Rik Coolsaet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content