CD&V betaalt een hoge prijs voor de politieke overlevingsdrang van premier Yves Leterme.

De negenhonderd CD&V-leden die op een zonnige zaterdagmiddag naar het partijcongres in Molenbeek afzakten, waren duidelijk niet gekomen om hun premier en boegbeeld af te schieten. Er was zelfs applaus voor de partijtop. En een ruime meerderheid gaf groen licht voor de communautaire dialoog van Vlaams minister-president Kris Peeters, en bijgevolg voor het behoud van de regering-Leterme. Maar dat gebeurde zeker niet van harte, en ook met knikkende knieën voor wat komen zal.

Toch lijkt gelatenheid dezer dagen bij CD&V nog het meest overheersende gevoel, nu de partijtop iedereen heeft ingepeperd dat er behalve voortploeteren geen alternatief voorhanden is. Een opiniepeiling in Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg, waaruit moet blijken dat CD&V, als er vandaag verkiezingen zouden worden gehouden, 40 procent van zijn kiezers zou verliezen, hielp ook niet om de congresgangers voor het avontuur van vervroegde federale verkiezingen te doen kiezen. Met de wereldwijde financiële crisis en de vrije val van Fortis hadden de partijbonzen bovendien objectief sterke argumenten in handen om hun pleidooi voor politieke stabiliteit te staven.

Tegen beter weten in vestigt de basis nu alle hoop op Kris Peeters en zijn communautaire gesprek. ‘De moed om door te zetten’, heette dat op het congres. Kan zijn, maar dan toch de moed der wanhoop. Want de toestand ziet er voor CD&V na de breuk met de N-VA tamelijk beroerd uit. De dure eden die voor en na de historische verkiezingsoverwinning in 2007 werden gezworen, zijn even waardeloos gebleken als menig bankaandeel op de beurs. Premier Yves Leterme staat nu aan het hoofd van een regering die aan Vlaamse kant niet over een meerderheid beschikt, die de kwestie-B-H-V in de koelkast heeft gestopt – of liever: CD&V heeft de Franstaligen daar op de blote knieën om moeten smeken -, en die op het vlak van de staatshervorming niet thuis geeft. Fraaie balans voor wie de kiezers de institutionele revolutie heeft voorgehouden en van geloofwaardigheid zijn handelsmerk heeft gemaakt. Voor de breuk in het Vlaamse kartel hebben de Franstaligen niet eens veel moeite hoeven te doen. Een paar vage beloftes, door Kris Peeters verkocht als garanties, volstonden.

Wat de Vlaams Parlementsleden in 2009 aan hun kiezers moeten vertellen, dat is blijkbaar een zorg voor later, want CD&V heeft de lat op communautair vlak nu zelf heel laag gelegd. Kris Peeters waarschuwde dit weekend in verschillende interviews voor te hoge verwachtingen. Een grote staatshervorming vóór 2009 is niet haalbaar, zei hij. Premier Leterme verzekert wel dat er binnen de drie maanden communautaire deelakkoorden uit de bus zullen komen. Maar dat gaat dan op de eerste plaats over de goedkeuring van de zogenaamde eerste fase, een al eerder, onder Verhofstadt III onderhandeld pakketje staatshervormingsmaatregelen, met onder andere de regionalisering van de huurwetgeving. Niet meteen de grote doorbraak dus.

Het politieke speelveld ziet er na de splitsing van het kartel wél radicaal anders uit. Wie vandaag 20 procent van de stemmen behaalt, het Vlaams Belang even buiten beschouwing gelaten, maakt een goede kans om de nieuwe politieke marktleider in Vlaanderen te worden. De politieke strijd tussen CD&V en Open VLD kan dus in alle hevigheid losbarsten. N-VA-voorzitter Bart De Wever beschreef de voorbije vijftien maanden in De Standaard als een martelgang. Maar voor CD&V is de echte martelgang misschien nog maar net begonnen.

door Han Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content