Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Dit weekend begint de nieuwe voetbalcompetitie. Een gesprek met bondspenningmeester Germain Landsheere, de gevreesde voorzitter van de licentiecommissie.

Het woord ‘spilzucht’ is uit het vocabulaire van de Koninklijke Belgische Voetbalbond, waarin het nochtans zijn natuurlijke biotoop zou moeten hebben, geschrapt op de dag in 1991 dat Germain Landsheere werd benoemd tot algemeen penningmeester. Landsheere was jarenlang manager van SV Waregem. Hij leidde die club naar grote bloei en successen, met als uitschieter een halve finale in de Uefabeker in 1986, het jaar van de fameuze testmatch voor de titel en de al even fameuze campagne op de wereldbeker in Mexico.

In dat hoogtejaar voor het Belgisch voetbal nam Waregem de maat van Aarhus, Ossasuna, AC Milan en Hajduk Split, om uiteindelijk in de halve finale te stranden op FC Köln. Dat zelf in de finale de duimen moest leggen voor Real Madrid. In dat gezelschap verkeerde Essevee toen. Het was de ploeg van trainer Urbain Haesaert, en van spelers als Wim Deconinck, Marc Millecamps, Armin Görtz, Alain Van Baekel, Danny Veyt en Filip De Smet. En van ‘supersub’ Daddy Mutombo.

Toch kon Germain Landsheere de neergang van deze trotse vereniging op de grens tussen Oost- en West-Vlaanderen niet voorkomen. Essevee kwam na zijn vertrek terecht in een poel van intriges en financiële problemen, en tuimelde naar vierde klasse waar het werd opgeslokt door de buren van Zulte. De pijnlijke ondergang van zijn Waregem, heeft Landsheere gesterkt in de bijna obsessionele zuinigheid waarmee hij de financiën van de voetbalbond controleert. Fons Verplaetse, de ex-gouverneur van de Nationale Bank, is trouwens van Zulte, toeval kan dat niet zijn. Landsheere oordeelt als voorzitter van de licentiecommissie ook mee over het toekennen van licenties aan clubs in eerste en tweede klasse. Wie niet in orde is met zijn betalingen aan spelers, bond en overheid, mag het vergeten. De commissie heeft haar tweede werkingsjaar erop zitten, en heeft tot nu toe een licentie geweigerd aan Turnhout en RWDM, terwijl Eendracht Aalst en Racing Zuid-West preventief in vereffening gingen. Voor vele andere was, en blijft, het kantje boord.

Het nieuwe seizoen begint vrijdag. Opmerkelijk was de beperkte transferbedrijvigheid. Is dat een goed of een slecht teken?

Germain Landsheere: Je kan dat door twee brillen bekijken. Het is een slecht teken omdat het wijst op een gebrek aan geld. Het is een goed teken omdat het wijst op een voorzichtiger beleid. Hoewel dat relatief is. Ik heb een artikel geknipt uit De Financieel-Economische Tijd van een paar weken geleden over de voorstelling van Germinal Beerschot. Ze menen het goed bij die club, maar ze gaan nu al uit van een exploitatietekort van 1,2 miljoen euro. Op een budget van 5,5 miljoen. ‘Als het daarbij blijft, zullen we goed gewerkt hebben’, zeggen ze. Waar ben je dan in godsnaam mee bezig? Zoiets hou je geen drie jaar vol. Tot nu toe heeft Ajax de verliezen van GBA altijd bijgepast, maar dat blijft niet duren. En in datzelfde rijtje staan er vele clubs. Dus als men mij vraagt hoe de Belgische clubs ervoor staan, moet ik antwoorden: wat de licentievoorwaarden betreft vrij goed, maar wat de echte financiële situatie betreft ben ik minder optimistisch.

Inzake transfers beginnen de clubs zich eindelijk te schikken naar de consequenties van het Bosman-arrest. Op een paar uitzonderingen aan de top na kopen ze geen spelers meer weg, maar nemen ze liever eindecontractspelers over. Het nadeel van Bosman is dat de salarissen omhoog zijn gegaan, plus de commissies aan hun managers. Dat geld verdwijnt uit het clubcircuit, terwijl het vroeger met de transfersommen tussen de clubs circuleerde.

Internationaal zie je hetzelfde fenomeen. Er zijn nog steeds spectaculaire overgangen zoals die van Rio Ferdinand van Leeds naar Manchester United, en in Duitsland steekt Bayern München erbovenuit met de aankoop van Michael Ballack, Ze Roberto en Sebastian Deisler. Maar dat zijn de uitzonderingen. Nu de televisiecontracten uit elkaar spatten, richten ook de grote clubs zich liever op eindecontractspelers. De transfermarkt, en dan bedoel ik het echt overkopen van voetballers die elders onder contract staan, zal de komende jaren verder inkrimpen. Want pas op, vanaf het seizoen 2004-2005 heeft elke club die Europees wil spelen een Uefalicentie nodig. Veel nationale bonden lopen daarop vooruit en voor heel wat clubs betekent dat problemen: in Nederland bijvoorbeeld voor Sparta, Sittard en NAC, in Italië zelfs voor de twee Roma’s.

Wereldvedetten als Ronaldo en Christian Vieri van Inter leveren een deel van hun salaris in. Borussia Dortmund hoopt van zijn spelers hetzelfde.

Landsheere: Dat is onvermijdelijk de volgende stap. De spelerssalarissen in Europa zijn alle redelijkheid voorbij. Dat is economisch onhoudbaar, en of men het graag heeft of niet: de uitgaven zullen aan de inkomsten moeten worden aangepast. Het is de gigantische salarislast die zo veel clubs in moeilijkheden brengt. Ook bij ons. Samen met allerlei uitgaven voor stadionaccommodatie en veiligheid, ik voeg het er meteen aan toe. De ene club sleurt daarbij de andere mee in een vicieuze cirkel die zeker op het Europese toneel een hallucinante omvang heeft gekregen. Ik ben voorstander van een salarisbeperking, om de toekomst van het voetbal te vrijwaren.

Ik weet niet of de clubs beseffen wat hen boven het hoofd hangt, want de voorwaarden voor de Uefalicentie zijn strenger dan die voor de Belgische. De Uefa eist onder meer dat vanaf 2004 elke Europees spelende club zijn begroting sluitend maakt. Uitgaan van een exploitatietekort zal dan niet meer kunnen.

Real Madrid kampte tot voor kort met een schuld van een kwart miljard euro, ondertussen door de stad overgenomen. Zou de Uefa een licentie durven te weigeren aan Real Madrid?

Landsheere: Ja, maar zover zal het niet komen. De Uefa legt de voorwaarden op, maar het zijn de nationale federaties die ze moeten toepassen. Zij zullen optreden als licentiebureau voor de Uefa. En dus zal de Spaanse voetbalbond zijn clubs controleren, zoals wij dat in België doen. Als blijkt dat de Spaanse bond een licentie geeft aan een club die niet aan de voorwaarden voldoet, zal de Uefa dreigen om alle Spaanse clubs uit te sluiten van Europese toernooien. Geloof maar niet dat Barcelona zal dulden dat het van Europees voetbal wordt uitgesloten omdat Real Madrid niet in orde is, of omgekeerd. De clubs controleren op die manier elkaar. In België gebeurt dat ook, want het zijn de clubs zelf die de licentievoorwaarden hebben vastgelegd.

Samengevat zijn die voorwaarden: de spelerslonen moeten minstens tot 31 december uitbetaald zijn, de club mag geen schulden hebben aan de bond en de RSZ, de bedrijfsvoorheffingen en de BTW moeten betaald zijn, en er zijn verplichtingen inzake accommodatie en jeugdwerking.

Landsheere: Voor sommige van die voorwaarden hebben de clubs nog wat tijd, en ze zijn minder streng voor tweede dan voor eerste klasse. Er zijn normen voor de lichtinstallatie, vanaf 2005 moet elke eersteklasser over achtduizend zitplaatsen beschikken, en een bepaald aantal gediplomeerde trainers in dienst hebben. Maar in eerste instantie is het wegwerken van de schulden aan de overheid het belangrijkste. Vooral die aan de RSZ waren onverantwoord, en zijn in twee jaar tijd fors teruggelopen. Ik heb altijd gesproken over een termijn van drie jaar om de zaak helemaal recht te trekken.

Vorig jaar was er een aanvaring met het ministerie van Sociale Zaken omdat u te laks zou zijn geweest bij het toekennen van een licentie aan AA Gent en La Louvière.

Landsheere: Bij de RSZ waren ze misschien wat te ongeduldig. Het is nooit onze bedoeling geweest om als een bulldozer alle clubs plat te walsen. Wie zijn schulden aan de overheid niet meteen kon aflossen, mocht een afbetalingsplan voorleggen. Wie dat niet naleefde, kreeg het jaar nadien geen licentie. Behalve bij RWDM heeft dat nergens voor problemen gezorgd. Ik hoop dat er volgend seizoen geen clubs meer sneuvelen. Wat niet betekent dat er geen meer zullen verdwijnen, want zoals al gezegd vormen de licentievoorwaarden slechts een deel van het financiële plaatje.

Het weigeren van de licentie aan RWDM heeft als sportief gevolg dat Beveren, dat nauwelijks veertien punten haalde, in eerste klasse blijft.

Landsheere: Dat had niet gemogen. Ik heb niets tegen Beveren maar wie laatste eindigt met veertien punten, liefst zeventien minder dan de op twee na laatste, moet uiteraard degraderen. De profliga heeft het anders beslist maar is daar zelf al op teruggekomen, en de Uefa zal het binnenkort opleggen. Volgend jaar degraderen de laatste twee hoe dan ook, en als andere ploegen om financiële redenen verdwijnen, wordt hun plaats niet meer ingenomen en komt er een inkrimping van eerste klasse. Tot zestien of tot veertien clubs, daarover blijft de discussie bestaan. Ik denk dat veertien ideaal is, maar zestien is misschien, een noodzakelijke tussenstap. Door meteen vier profclubs te schrappen, verliezen meer dan honderd mensen hun werk, daar mogen we niet te licht overheen stappen.

Heeft uw licentiecommissie juridische bevoegdheid? Als u een licentie weigert, verhindert u werknemers hun beroep uit te oefenen.

Landsheere: Ze kunnen elders hun beroep uitoefenen, wij beschermen hen tegen een werkgever die zijn verplichtingen niet zal kunnen nakomen. En nog eens: het zijn de clubs zelf die de voorwaarden hebben vastgelegd. In de procedure is er de mogelijkheid tot beroep en evocatie, en men kan zich desnoods tot de burgerlijke rechtbank wenden. In Frankrijk, waar al veel langer met licenties wordt gewerkt, gebeurt dat frequent en nu en dan krijgt een club gelijk. Maar wie niet in orde is met bedrijfsvoorheffingen, RSZ en BTW heeft niet veel argumenten om naar de rechter te stappen, nietwaar?

Waarom moeten de lonen slechts tot 31 december betaald zijn?

Landsheere: Dat hebben de clubs zo beslist. De stukken moeten aan de licentiecommissie worden voorgelegd in maart-april, ze hebben zich dus een kleine speelruimte toegestaan. De Uefalicentie zal strenger zijn omdat ze uitgaat van een permanente budgetcontrole, ofwel door een extern bureau zoals in Frankrijk, ofwel door een licentiebureau in de nationale bonden zelf, wat voor de clubs goedkoper zal zijn. De grote voetballanden staan niet te springen voor die Europese licentie hoor, maar het is noodzakelijk om de sector te saneren tegen, laten we zeggen, 2010. Om een gezond bos te behouden, moet je links en rechts een zieke boom omhakken.

Een van de probleemgevallen dit seizoen was KV Mechelen. Dat kreeg in eerste aanleg geen licentie, in beroep wel.

Landsheere: Dat kwam door een klacht van Besiktas bij de Uefa. De Turken eisten een transferbedrag voor de Peruaan Del Solar. Mechelen beweerde dat die eis onterecht was, en wilde de zaak voorleggen aan het Tribunal Arbitral du Sport (TAS) in Lausanne. Het heeft ons na de eerste weigering een bankcheque ter beschikking gesteld waarmee eventueel het verschuldigde bedrag aan Besiktas kan worden betaald. Sindsdien heb ik noch van Besiktas, noch van de Uefa, noch van TAS nog iets over die zaak gehoord.

Mechelen is net als Lokeren een club die afhangt van één mecenas, in casu voorzitter Willy Van den Wijngaert. Die tot wanhoop van zijn zoon dagelijks fortuinen in de club verliest. Dat kan toch niet blijven duren?

Landsheere: Ik spreek me daar niet over uit, maar het is evident dat een club die van één geldschieter afhangt permanent gevaar loopt. Als de kraan dicht gaat, is het afgelopen, tenzij er een nieuwe mecenas wordt gevonden. De meeste profclubs staan voor een dagelijks gevecht om te overleven. De meeste niet-profclubs ook trouwens. Dat leid ik af uit het aantal dat wij maandelijks in gebreke moeten stellen omdat ze in se minieme bondsschulden niet kunnen betalen. Met de aangetekende brieven die wij moeten versturen, zijn wij een van de betere klanten van De Post. Maar ik heb respect voor de vele clubleiders die zich uit de naad werken om hun vereniging te doen overleven.

Geraakt u nog wijs uit de financiële structuur van Standard of Beveren, clubs die in buitenlandse handen zijn?

Landsheere: Zolang ze kunnen bewijzen dat ze voldoen aan de voorwaarden, is het voor ons in orde. Wie de aandeelhouder is of wie de rekeningen betaalt, is onze zaak niet. Andere instanties moeten nagaan of de werkingsmiddelen al dan niet op een normale manier binnenkomen. De Uefa verbiedt wel dat dezelfde eigenaar twee of meer clubs in de Europese beker heeft. Zolang Ajax meerderheidsaandeelhouder is van Germinal Beerschot, kunnen die twee niet samen Europees spelen.

Er is pas een controverse gerezen tussen de voetbalbond en de Senaat, die een hoger wettelijk minimumsalaris wil voor spelers van buiten de EU. De bevoegde senaatscommissie denkt aan een kleine 60.000 euro per jaar.

Landsheere: Met de doelstelling van de meeste senatoren, misbruik van jonge buitenlandse voetballers voorkomen, ben ik het eens. Maar ik denk dat een verhoogd minimumsalaris daartoe niet het aangewezen middel is. Het lijkt mij een vorm van discriminatie. Waarom zouden voor spelers van buiten de Europese Economische Ruimte andere normen moeten gelden? Er zijn andere juridische middelen om mogelijke uitbuiting of mensenhandel te beteugelen, dat men ze toepast.

Maar hoe gezond is de situatie in een club als Beveren, waar Arsenal vier reservespelers onderbrengt en een Franse spelersmakelaar elf Ivorianen?

Landsheere: Dat ze in groep komen, is voor die jongens misschien beter dan dat ze alleen komen. De meesten van hen vragen niet liever dan een kans om in het buitenland te voetballen. Wij kunnen niet waken over elk individueel contract. De overheid moet controleren of die jongens een menswaardig bestaan leiden. Als men ons bewijst dat dat niet zo is, kan de bond bijkomende maatregelen overwegen.

Zolang die buitenlanders als goedkope arbeidskrachten worden ingevoerd staan ze de doorstroming van de eigen jeugd in de weg.

Landsheere: Zijn zij te goedkoop of zijn de anderen te duur? Er is een vrij behoorlijk minimumcontract vastgelegd. Dat de buitenlanders de eigen jeugd blokkeren, is ten dele waar. Maar anderzijds trekt een deel van onze jeugd naar Nederland, niet omdat ze hier geen kans krijgen, maar omdat ze daar veel meer kunnen verdienen. En daar sta je dan, als club die veel tijd en middelen in de jeugdwerking heeft gestoken. Bijkomend probleem is dat de Vlaamse clubs geen opleidingsvergoeding mogen vragen, en de Waalse nog wel.

De televisierechten vormen een belangrijk deel van de inkomsten. Die rechten zijn bij ons al heel wat goedkoper dan in het buitenland, en nu staat ook Canal Plus België te koop. Als dat wegvalt, zijn de clubs de helft van hun televisiegeld kwijt.

Landsheere: We zullen moeten afwachten of Canal Plus door een andere groep wordt overgenomen of eventueel verdwijnt, en wat er in beide gevallen gebeurt met het voetbalcontract. In andere landen kent men dezelfde problemen: de televisiestations die met het geld gooiden, gaan over de kop, en de clubs zien hun inkomsten fors dalen. Dat maakt deel uit van het natuurlijke saneringsproces van een ontspoorde sector.

Hoe gezond is de bond?

Landsheere: De bond is financieel gezond, maar moet voorzichtig blijven. We hebben tenslotte zo’n honderd vijftig werknemers in dienst, dat zijn honderd vijftig gezinnen waarvoor wij voor een stukje verantwoordelijk zijn. Dat kost veel geld, vandaar dat ik de uitgaven streng controleer.

Het heet dat u zuinig bent.

Landsheere: Ooit heeft iemand in Knack geschreven dat ik de enige ben die een eurocent in twee kan bijten, en daarna elk stuk nog eens in vier.

Sus van Elzen!

Landsheere: Ik ben de naam kwijt. Maar ik beschouw dat als een compliment. Ik heb in Waregem gezien wat er gebeurt als men de uitgaven niet meer in de hand houdt. Wij hebben de verantwoordelijkheid voor ons personeel, en voor de vele aangesloten leden. En we hebben beslist om zwaar te investeren in ons jeugdplan en in ons jeugd- en trainingscentrum in Tubeke. Helaas zorgt politiek en communautair krakeel ervoor dat dat dossier maar niet opschiet. Gelukkig investeren we ook in kleinere provinciale centra in Blegny en Wommelgem, misschien zullen die sneller klaar zijn dan Tubeke. Vergeet ook niet: eens die centra er staan, moeten ze onderhouden worden, dat kost ook.

Levert de wereldbekerdeelname veel op?

Landsheere: Zowel na Amerika ’94 als na Frankrijk ’98 bleef er na aftrek van alle kosten zo’n half miljoen euro over, ik verwacht voor Japan ’02 een gelijkaardige som. Deze keer was het wel een dure verplaatsing, want hoewel het verblijf in Kumamoto gratis was, moesten we wel alle kosten dragen.

En een paar miljoen frank betalen voor een dwaze oefenmatch tegen Costa Rica. Dat u dat hebt laten passeren?

Landsheere: Dat zou ik normaal gezien niet hebben gedaan, maar het was op aandringen van de technische staf en door een wat ongelukkige samenloop van omstandigheden. Bon, het is gebeurd en we gaan geen oude koeien uit de sloot halen, maar als zuinige penningmeester was ik natuurlijk niet erg tevreden.

Hoe is het tegenwoordig met het voetbal in Waregem?

Landsheere: Essevee bestaat niet meer. Ik heb de droeve plicht gehad om zelf stamnummer 4451 te schrappen. Daarna ben ik een tijdje naar Harelbeke geweest, dat stamnummer heb ik onlangs ook moeten schrappen.

U bent blijkbaar een goed voorbeeld voor de anderen.

Landsheere:(lacht) Geert Sustronck, de voorzitter van Harelbeke, zei vaak dat hij mij als voorbeeld nam. Ik heb daar altijd op geantwoord: ‘Pas maar op dat je niet hetzelfde overkomt als Waregem.’ Intussen is het zover. Maar alle gekheid op een stokje: ik ben voor geen van beide ontwikkelingen verantwoordelijk. Het is onbegrijpelijk dat men in Zuid-West-Vlaanderen niet tot één grote club komt. Er zijn genoeg grote en sportminnende bedrijven, maar het lukt niet. Quick Step, Omega Pharma, Berry Floor, de Beaulieugroep rond Noël Demeulenaere, Lannoo, Bekaert… of ze happen niet toe of ze stoppen hun geld in het wielrennen. Vanuit mijn bureau thuis zie ik het Regenboogstadion liggen, nu de thuishaven van de fusieclub Zulte-Waregem. In feite is dat Zulte. Die mensen werken goed met bescheiden middelen, maar hoewel ik er aangesloten ben, heb ik niet veel met de club te maken. Ik heb te veel mooie dagen meegemaakt in het Regenboogstadion. Als ik denk aan wat met Essevee is gebeurd, bloedt mijn oude hart telkens weer. Penningmeesters zijn vaak gevoelige zielen.

Ze staan erom bekend.

Koen Meulenaere

‘In 2004 moeten clubs die Europees willen spelen een Uefalicentie hebben.’

‘Ik heb de droeve plicht gehad stamnummer 4451 te schrappen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content