Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Philippe Gilbert is al eens wereldkampioen geweest. Op de RTBF. We schrijven het WK van 2005 in Madrid, en een kopgroep van een man of vijfentwintig komt naar de streep gedenderd. Bij hen één Belg: Tom Boonen. Door een verkeerde inschatting van de organisatoren, gebruikelijk in Spanje, hangt de zon achter de renners. In zijn commentatorscabientje ziet onze goede vriend Rodrigo Beenkens van de RTBF plots een Belg uit de groep naar voren schieten. Ro-drigo juicht de longen uit zijn lijf. ‘Het is Gilbert! Het is Gilbert! 21 jaar na Claude Criquielion eindelijk weer een Waal die wereldkampioen wordt. Wallonië weer aan de top van de wieler… merde, c’est Boonen.’

Op dat moment schoot de winnaar onder hem voorbij en merkte Beenkens tot zijn ontzetting dat hij zich van Belg had vergist. Boonen won, voor apothekersassistent Alejandro Valverde en de Fransman Anthony Geslin. Philippe Gilbert werd 77e.

‘Merde, c’est Boonen’ is een frase die Rodrigo nog lang zal achtervolgen, en die hij sindsdien ook meermaals heeft moeten uitspreken. Vooraleer Philippe Gilbert echt de top bereikte, was het een tijdje wachten. Hij ontpopte zich als een onvermoeibare aanvaller, maar reed zo dom als het achtereind van een koe uit het land van Herve, die zoals men zal weten gevlekt is.

En toen, in 2008, kwam de Omloop Het Volk, toen die nog geen naamsverbastering had ondergaan. Met een merckxiaanse solo van meer dan 50 kilometer legde Gilbert het hele peloton het zwijgen op. Later dat jaar pakte hij in Parijs-Tours zijn eerste klassieke zege. Het seizoen nadien won hij, weer in het najaar, in tien dagen tijd liefst vier topkoersen op rij: de Copa Sabatini, Parijs-Tours, de Ronde van Piemonte en de Ronde van Lombardije. Zoiets kon alleen Eddy Merckx.

Gilbert verhuisde naar Monaco, trainde nog harder en perfectioneerde zijn begeleiding. In 2010 won hij met de Gold Race ook in het voorjaar een topklassieker, en in de herfst boekte hij op indrukwekkende wijze een tweede zege op rij in de Ronde van Lombardije, drie dagen nadat hij ook voor de tweede keer zegevierde in de Ronde van Piemonte. Voordien had hij twee ritten gewonnen in de Ronde van Spanje en vijf dagen de leiderstrui gedragen.

Kon het nog beter in 2011? ‘Nee’, zegt de logica. ‘Ja’, zeggen de feiten. In 2011 won Philippe Gilbert vier klassiekers, het BK en het World Tour-klassement. Pakte in tien dagen tijd de Brabantse Pijl, de Gold Race, de Waalse Pijl én Luik-Bastenaken-Luik. Werd Belgisch kampioen op de weg en in de tijdrit. Won de eerste rit in de Tour en droeg één dag de gele, zeven dagen de groene, en drie dagen de bolletjestrui. Een week na de Tour was hij winnaar van de Clasica San Sebastian.

En toen besloot hij de Lotto-ploeg, waarmee hij zijn grootste triomfen had behaald, in te ruilen voor het prestigieuze BMC-team. Was een herhaling van een superjaar als 2011 mogelijk? ‘Nee’, zegt de logica. ‘Nee’, zo geven deze keer ook de feiten zich gewonnen. Gilbert kwam moeizaam op gang, en kwam in de klassiekers ondanks een paar ereplaatsen bleek voor de dag. Ploegleider John Lelangue onthulde in Knack het grote geheim: ‘Philippe is een mens, geen machine.’ Lelangue wees erop dat Gilbert zijn jaar bewust had opgebouwd naar de Olympische Spelen en dat hij via de Ronde van Spanje wou pieken naar het WK, maar bij zo veel onzin haalden de wielerkenners laatdunkend de schouders op. De rest is geschiedenis. Op de Spelen in Londen was Gilbert een van de beteren, maar zorgde er met zijn onbezonnen aanvallen en een merkwaardige passiviteit bij de demarrage van Alexandre Vinokourov voor dat niet alleen hijzelf maar ook Tom Boonen kansloos werd. In de Ronde van Spanje won hij twee ritten. En toen werd het tijd om in Valkenburg de puntjes op de i’s te zetten. Op de vier i’s van: ‘Philippe Gilbert, wereldkampioen.’

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content