Wat mogen België, Europa en de NAVO verwachten van de 44e Amerikaanse president? ‘Ik vermoed dat Barack Obama vrij snel de dialoog met Europa zal hervatten, en bekijken hoe we samen greep kunnen krijgen op de financiële crisis’, zegt de Belgische NAVO-ambassadeur, Frans van Daele. ‘Wellicht zal hij Europa ook vragen om zich nog meer in te zetten in Afghanistan.’

Hoezeer hij ook gehoopt had dat de Democratische presidentskandidate Hillary Clinton de strijd voor het Witte Huis tot het einde had kunnen voeren, toch verwacht de Belgische NAVO-ambassadeur, Frans van Daele, veel van Barack Obama. ‘Hillary Clinton is een van de knapste politica die ik ooit ontmoet heb’, aldus Van Daele, die haar in Washington een paar keer heeft ontmoet. Van 2002 tot eind 2006 was hij er Belgisch ambassadeur, vooraleer hij vorig jaar tot NAVO-ambassadeur werd benoemd. ‘Clinton heeft een zeer gearticuleerde politieke benadering die verstandig in elkaar zit. Precies omdat ze té verstandelijk en ook té afstandelijk overkwam, liep ze tijdens de voorverkiezingen een achterstand op ten aanzien van Obama. Die is erin geslaagd – zonder daarom aan emopolitiek te doen – om een zeer directe band met het publiek op te bouwen.’

Na acht jaar George W. Bush, wiens populariteit vooral door zijn buitenlands beleid tot een dieptepunt was gezakt, is de 47-jarige zwarte senator uit Illinois, Barack Obama, vast van plan een nieuwe koers te varen. Als eerste zwarte president van de Verenigde Staten, wordt van hem bovendien verwacht dat hij symbool zal staan voor een keerpunt in de gruwelijke geschiedenis van rassenhaat die Amerika zo lang geteisterd heeft.

Hoe zullen de ideeën uit zijn campagne zich nu vertalen in de realiteit? Verwacht u effectief een wending in de Amerikaanse politiek?

FRANS VAN DAELE: Verkiezingen zijn in de laatste lijn vaak een keuze tussen bestendiging en verandering. De keuze voor Obama is er zeker een voor vernieuwing: voor een nieuw klimaat, een nieuwe perceptie. Met deze president zal er een soort vervelling optreden die de hele politieke sfeer bepaalt. Obama staat symbool voor een nieuwe generatie. De aantrekkingskracht die van hem uitgaat en de manier waarop hij internationale en ethische problemen benadert, zal, zeker in de perceptie, ongetwijfeld leiden tot een breuk.

Nochtans beweerden sommigen in de aanloop naar de verkiezingen dat de aanpak van McCain in de praktijk niet zo erg zou verschillen van die van Obama.

VAN DAELE: Eerst en vooral heb ik vastgesteld dat McCain, in vergelijking met uittredend president George W. Bush, al meer centrumgericht was. Het programma van McCain vertoonde hier en daar zelfs raakvlakken met dat van Obama, bijvoorbeeld als het ging over het Kyotoverdrag en de klimaatopwarming. Van bij het begin van zijn campagne zei McCain duidelijk dat Amerika (precies zoals Europa, nvdr) emissiecertificaten zou moeten invoeren, en dat beweerde ook Obama.

Beiden traden dus in de Kyotologica, het verschil bevond zich in de gradatie van hun engagement. Voor McCain moesten we de uitstoot van broeikasgassen terugbrengen tot 80 procent van het niveau van 1990. Obama had het over 60 procent. Volgens McCain moesten bedrijven die emissiecertificaten in een eerste fase niet betalen, voor Obama wel. En zo waren er wel meer voorbeelden. De Republikeinse en de Democratische presidentskandidaat stonden in de voorbije campagne veel dichter bij elkaar dan vier of zelfs acht jaar geleden.

Hoe dan ook zit de nieuwe president opgezadeld met de erfenis van George W. Bush. Bijvoorbeeld: de oorlog in Irak.

VAN DAELE: Er zijn een aantal logistieke beperkingen waar Amerika niet buiten kan. De Verenigde Staten hebben zich nu eenmaal geëngageerd in Irak: op dit moment zijn er zowat 150.000 Amerikaanse militairen in Irak gestationeerd. Barack Obama kan niet zomaar beslissen om te vertrekken. Dat wil hij ook niet, en dat wilde trouwens ook McCain niet.

Voor Obama moet het overgrote deel van de Amerikaanse troepen binnen de zestien maanden weg uit Irak, een beperkt aantal troepen blijft ook nadien aanwezig. McCain was van mening dat de Amerikaanse troepen moesten blijven, tot Amerika de oorlog gewonnen zou hebben. Een te vroege terugtrekking zou nefast zijn, meende hij. Ondertussen probeert de Iraakse regering zélf al sinds maanden een afspraak te maken met de uittredende Republikeinse regering over de duur van de Amerikaanse aanwezigheid. Eigenlijk vroeg iedereen zich hetzelfde af: hoe snel kunnen we weg zonder ongedaan te maken wat er tot nog toe is opgezet?

Obama wil de focus van de oorlog verleggen.

VAN DAELE: Voor Obama en de Democraten is Irak de ‘verkeerde’ oorlog. Amerika had zich in de huidige omstandigheden beter op Afghanistan geconcentreerd. Als Amerika niet zoveel middelen in Irak had ingezet, was de oorlog in Afghanistan al achter de rug, luidt hun stelling.

In Afghanistan nemen Belgische F16’s deel aan de NAVO-missie ISAF (International Security Assistance Force) . Ze zouden daarbij de Amerikanen de facto bijspringen als die in de problemen komen tijdens hun Operation Enduring Freedom, de wereldwijde strijd tegen het terrorisme die ze eind 2001 zijn begonnen. Wat betekent die steun voor de relaties tussen België en de Verenigde Staten?

VAN DAELE: De Belgische opdracht moeten we zien in het kader van de hele ISAF-missie. Die beantwoordt aan een mandaat van de VN-Veiligheidsraad en probeert in zoveel mogelijk delen van Afghanistan de minimale veiligheidsvoorwaarden te scheppen die ontwikkeling en wederopbouw mogelijk maken. Het militaire luik waar België aan deelneemt, is slechts een onderdeel van de hele missie, maar het is noodzakelijk. Zoals NAVO-secretaris-generaal Jaap De Hoop Scheffer zegt, is er geen ontwikkeling mogelijk zonder veiligheid, en geen veiligheid zonder ontwikkeling.

Hoe belangrijk is het solidariteitsaspect?

VAN DAELE: Door de gebeurtenissen van 11 september 2001 voelde Amerika zich rechtstreeks aangevallen vanuit Afghanistan. Dat alle NAVO-bondgenoten, alsook enkele andere westerse landen, met solidariteit gereageerd hebben, is in Washington niet onopgemerkt voorbijgegaan. Het heeft het trans-Atlantische bindweefsel versterkt. Dat geldt ook voor de relaties met België.

In 2003, toen u ambassadeur was van België in Washington, raakten de relaties tussen België en de Verenigde Staten vertroebeld, onder meer door de houding van ons land tegenover de oorlog in Irak. Hoe moeilijk was het om ze te herstellen?

VAN DAELE: België was niet het enige Europese land dat om die reden op gespannen voet leefde met de Republikeinse regering van George W. Bush. Maar de relaties met ons land kwamen extra onder druk te staan door de manier waarop sommigen de genocidewet (de wet op de universele competentie inzake oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid, nvdr) wilden inzetten. Daar kwam bovenop dat België, samen met Frankrijk, Duitsland en Luxemburg, een top organiseerde over de Europese defensie (in april 2003, nvdr). Maar hoe het ook mag verbazen, de relaties waren vrij snel hersteld, ook die met Frankrijk en Duitsland trouwens. Dat wijst erop dat de onderliggende basis van het bouwwerk zeer solide was.

Wat verwacht u van de relaties met Europa nu Obama president wordt?

VAN DAELE: Ik vermoed dat hij vrij snel de dialoog met de Europese landen zal hervatten, waarbij hij wellicht een zeer grote luister- en gespreksbereidheid aan de dag zal leggen. Twee zaken zal hij spoedig aankaarten, dat leid ik tenminste af uit eerdere uitspraken en uit zijn programma. Wellicht zal hij willen bespreken welke mogelijkheden er zijn om greep te krijgen op de financiële crisis, en om een soort Bretton Woods II (dat zou bestaan uit een reeks topconferenties om een nieuw wereldwijd financieel systeem uit te bouwen, nvdr) op te zetten, zoals de Franse president Nicolas Sarkozy dat noemt. Ten tweede zal Barack Obama de Europeanen vermoedelijk vragen om zich nog meer in te zetten in Afghanistan, misschien ook militair. Volgend jaar vinden in Afghanistan presidentsverkiezingen plaats, en die moeten grondig begeleid worden.

Europa en de Verenigde Staten staan dichter bij elkaar dan ooit.

VAN DAELE: Hun filosofie van multilateralisme sluit inderdaad veel nauwer aan bij die van ons, net zoals hun kijk op wat de juiste mix is van hard en soft power. Dat maakt ons tot de meest voor de hand liggende gesprekspartner met wie ze een gemeenschappelijke agenda kunnen uitbouwen.

Betekent hun multilaterale visie dat we een nieuw paradigma mogen verwachten in de buitenlandse politiek?

VAN DAELE: Paradigma is een woord dat je in de aanloop naar de verkiezingen vaak hoorde in Washington. Het klopt dat er met Obama als president zeker meer aandacht dan voorheen besteed zal worden aan een multilaterale samenwerking. Ik denk daarbij vooral aan een samenwerking in NAVO- en VN-verband. Toch is het een traditie in Amerika – en dan laat ik de Bushperiode even buiten beschouwing – om buitenlandse optredens niet onvoorwaardelijk te onderwerpen aan de goedkeuring van de VN-Veiligheidsraad. Mét de Veiligheidsraad als het kan, zónder de Veiligheidsraad als het moet: dat was altijd het adagium. Ook het ‘nieuwe’ multilateralisme zal er trouwens nog altijd van uitgaan dat de Verenigde Staten de grootste macht ter wereld zijn, en dat ze ook vandaag voor nieuwe uitdagingen staan op het vlak van veiligheid.

Onderhandelen ligt Obama meer dan het inzetten van pressiemiddelen.

VAN DAELE: Hij pleit inderdaad voor een grotere portie soft power, en heeft duidelijk gezegd dat hij opnieuw gesprekken wil aanknopen met Syrië, met Iran, en vermoedelijk ook met Rusland. Bovendien lijkt Obama van plan om meer rekening te houden met de internationale consensus die bestaat over bepaalde dossiers. Ik vermoed dat hij onder meer de Amerikaanse houding tegenover het Internationaal Strafhof zal willen herbekijken (de VS erkennen het niet, nvdr).

Sommige bronnen speculeren over het mogelijke aanblijven van uittredend minister van Defensie Robert Gates, een Republikein. Hoe is dat te verzoenen met de nieuwe politiek?

VAN DAELE: Dat zijn inderdaad speculaties. Wat ik hoor, is dat Obama één Republikein in een regeringsfunctie zou willen plaatsen. De naam van Gates wordt daarbij genoemd, maar ook de namen van de Republikeinse senatoren Chuck Hagel en Richard Lugar vallen. Beiden zijn zeer gematigde Republikeinen met een wereldvisie die zeer dicht aanleunt bij het Democratische paradigma. Minister van Defensie Robert Gates is iemand die de werking van de NAVO wenst te optimaliseren. En ik vermoed dat hij er zich bovendien ook voor zou inzetten om de dialoog met Rusland open te houden.

De relaties met Rusland zullen in de toekomst wellicht moeilijker worden.

VAN DAELE: Zoals gezegd, zal Obama zeker inspanningen doen om de dialoog opnieuw op gang te trekken. Ook de uittredende Republikeinse regering was daar al een groot voorstander van. Er valt ook heel wat te bespreken. Een van de thema’s die op tafel liggen, is de uitbreiding van de NAVO, waar de Russen zich tegen verzetten. Op de NAVO-top van Boekarest (in april 2008, nvdr) is duidelijk gesteld dat Georgië en Oekraïne lid kunnen worden, als ze dat wensen. Maar dan moeten ze wel aan de voorwaarden voldoen. Of dat zo is, wordt nog volop bediscussieerd.

Daarnaast moeten ook de recente gebeurtenissen in Georgië (de Russische inval van september 2008, nvdr) verder besproken worden. Het Franse voorzitterschap van de Europese Unie onder leiding van president Nicolas Sarkozy heeft op dat vlak initiatief genomen. Amerika steunt zijn benadering.

Hoe zal de nieuwe president zich in de toekomst verhouden tegenover de NAVO?

VAN DAELE: Amerika wil een sterke NAVO, omdat zij nu eenmaal de band vormt tussen de Europeanen en de Amerikanen. Die laatsten weten dat ze Europa nodig hebben. Bovendien staat de nieuw verkozen president positief tegenover de vermoedelijke terugkeer van Frankrijk naar het bondgenootschap. Voor McCain was dat niet anders.

Wat betekent de keuze voor Obama voor de toestand in het Midden-Oosten, meer bepaald in Israël?

VAN DAELE: Ik denk niet dat het veel verschil zal maken. Israël en de Palestijnse kwestie is een van de weinige thema’s in de buitenlandse politiek waarover beide kandidaten het eens waren. Zowel de Republikeinen als de Democraten zijn voorstander van een onafhankelijke Palestijnse staat die in vrede leeft met Israël. Ook president Bush onderstreepte die stelling de voorbije jaren meermaals.

Ondertussen is het voor iedereen duidelijk dat het onmogelijk is om van buitenaf een regeling op te leggen. Een duurzaam akkoord moet immers van de twee partijen – de Israëli’s en de Palestijnen – zelf komen. Daar knelt de schoen, want over bepaalde zaken blijven de meningen verdeeld.

Wat kunnen we verwachten van eventuele onderhandelingen met Iran? Volgens sommige bronnen verzwakt de macht van president Mahmoud Ahmadinejad. Bovendien dalen de olieprijzen, wat de invloed van Iran beperkt.

VAN DAELE: Over al die elementen wordt inderdaad gespeculeerd. Toch moeten we er rekening mee houden, dat de interne beleidsvorming in Iran zeer moeilijk te lezen is. Wat me opvalt, is dat de gesprekken die geleid worden door Europa nog altijd even traag en moeizaam verlopen als voorheen. Zal een nieuwe Amerikaanse president de zaken versnellen? Zullen dalende olieprijzen er een nieuwe wending aan geven? Zal het Amerikaanse rakettenschild een nieuw element aanbrengen? Mogelijk wel, mogelijk niet. Het is niet eenvoudig om inzicht te krijgen in dit land en zijn nucleaire en buitenlandse politiek. Het enige wat we kunnen doen, is nieuwe gesprekken voeren, bij voorkeur onder leiding van Europa, en hopen dat ze tot iets leiden. Dat is nu nog niet het geval.

Hoe belangrijk worden Pakistan en India voor de nieuwe regering?

VAN DAELE: Pakistan wordt zéér belangrijk. President Obama zal de toestand er nauwgezet volgen, en wel om twee redenen. Ten eerste omdat het Pakistaanse grondgebied nog altijd gebruikt wordt door talibanstrijders die de wapens willen opnemen in Afghanistan. Pakistan telt immers verschillende trainingskampen en huisvest enkele netwerken die ook actief zijn in buurland Afghanistan. We vragen de Pakistani telkens weer om zich tegen die misstanden te verzetten. De nieuwe regering (van president Asif Ali Zardari, de weduwnaar van de vermoorde Benazir Bhutto, nvdr) tracht dat kennelijk ook te doen. Maar of dat daadwerkelijk lukt, valt af te wachten.

Een tweede reden voor de bezorgdheid is de wankele stabiliteit in Pakistan. Een instabiel Pakistan kan zelf een voedingsbodem worden voor nog meer onheil. En daaruit kunnen problemen met buurland India voortvloeien.

In welke mate zijn de Verenigde Staten economisch afhankelijk geworden van China? De Verenigde Staten hebben enorme staatsleningen lopen bij China.

VAN DAELE: Tot nog toe zijn de betrekkingen tussen beide landen nogal rimpelloos verlopen. Dat komt omdat China zich op het internationale toneel heel voorzichtig gedraagt. Bovendien is niet alleen Amerika afhankelijk van China. China is ook afhankelijk van Amerika. China is een exportland dat veel meer uitvoert dan het Europese gemiddelde. In China gaat amper 40 procent van het bruto binnenlands product naar de consumptie. Bij ons is dat 65 à 75 procent. De rest is voor een groot stuk bestemd voor de uitvoer. Toch vermoed ik dat de Verenigde Staten China in de toekomst nauwer zullen betrekken bij de nieuwe internationale aanpak van het economische en het financiële beheer.

Wordt de economische overmacht van de Verenigde Staten niet aangetast door de financiële crisis?

VAN DAELE: Ondanks de zichtbare economische verzwakking is en blijft Amerika een grootmacht in heel wat domeinen, ook in het economische. De huidige crisis en andere gebeurtenissen van de afgelopen jaren (zoals Irak, nvdr) vormen voor veel Amerikanen de aanleiding om te zeggen dat Amerika zich niet langer alleen kan opstellen. Met verschillende landen zullen de Verenigde Staten overleg moeten organiseren, ook met China. Tot nog toe heeft dat land zich steeds weer op zijn economische belangen gericht. In de Veiligheidsraad heeft het zich vaak onthouden in omstreden dossiers (bijvoorbeeld in verband met de controleacties van het Internationaal Atoomenergie Agentschap in Iran, nvdr) om zijn eigen economische belangen veilig te stellen. Dat neemt niet weg dat China maar wat graag wil meespelen op het internationale toneel, zeker op diplomatiek vlak.

Hoe kan de nieuw verkozen president inspelen op de diepe financiële crisis die Amerika volledig verlamt?

VAN DAELE: De crisis verlamt niet alleen Amerika, maar maakt wereldwijd slachtoffers. Het is een voorbeeld van het effect van de globalisering. Verschillende landen zullen de handen ineen moeten slaan, als ze deze financiële ramp te boven willen komen. Het is een eerste gigantische opdracht voor Obama om daar op een gepaste manier op te antwoorden.

DOOR INGRID VAN DAELE/foto’s filip naudts

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content