Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

De echte wereldbeker voetbal begint pas zaterdag. Voor wie het allemaal nog kan verdragen, wordt het van dan af aan interessant.

Deze wereldbeker voetbal is uitgegroeid tot een maatschappelijke terreur. Op mogelijk een match van de Test Series cricket na (Engeland tegen de West-Indies), duurt geen enkele sportmanifestatie zo lang. Zelfs de Olympische Spelen zijn in veertien dagen tijd afgelopen. Als we de Fifa laten doen zijn er binnenkort ploegen die na veertien dagen WK nog hun eerste match moeten spelen. Want als je tweeëndertig landen in de eindronde kan toelaten, dan ook achtenveertig. Of vierenzestig. Altijd meer geld in kas.

Geen enkel evenement, niet in de sport en niet erbuiten, wordt op een dergelijke overdadige en opdringerige manier in de media gebracht. Noch de dood van koning Boudewijn, noch die van Lady Di, niet eens de zaak- Dutroux, vult gedurende vijf weken dagelijks tussen de vijf en de tien volle krantenpagina’s, en een uur of tien televisie-uitzending. De uitgestuurde Belgische verslaggevers, van wie sommigen met hun gezondheid spelen, klagen allemaal hun nood. Niemand wil zo veel produceren. Maar als de kassa rinkelt, moet iedereen mee. Een uitgever zit gewrongen tussen zijn marketingjongens en zijn redacteurs. Het extreme dilemma is kiezen tussen een slecht product dat goed verkoopt, en een goed product dat slecht verkoopt. Moeilijk vak, uitgever. Beter leren op school verdient aanbeveling.

Vooral Het Laatste Nieuws wordt met de vinger gewezen, als trendsetter van de overdaad. Wat jammer is voor de vele deskundige sportredacteurs die die krant rijk is. Wij zijn zelf onze carrière, indien we dat woord mogen gebruiken, begonnen op Het Nieuwsblad. Als avondmedewerker op de sportredactie. Nooit met zoveel plezier gewerkt als toen. Op een dag stonden wij in de kantine aan te schuiven naast iemand van de directie, die jonge redacteurs en medewerkers van dichtbij volgde en stimuleerde. Die man legde, net voor hij onze sandwich betaalde, een hand op onze schouder en sprak: “Jongen, ik zal u één raad geven die ge nooit meer moogt vergeten: het zijn altijd Van Thillo’s die het leven onaangenaam maken.” En zo is het.

En dus strooit men vanuit deze La Coupe du Monde elke geplukte boon over uw hoofd uit, in de plaats van er deskundig een kopje sterke koffie uit te filteren.

LESSEN UIT DE GESCHIEDENIS

Laten we even een oude geschiedenis in herinnering brengen. Het is al lang geleden. Van vóór deze wereldbeker nog, kan je nagaan. Toen de Trojaanse aanvoerder Paris op een dag de mooie Helena had geschaakt, de vrouw van de Spartaanse koning Menelaus en bijgevolg de schoonzuster van de Myceense koning Agamemnon, belegerden de Grieken gedurende negen jaar de vesten van Troje. Om haar terug te krijgen. Over wat er in die lange tijd met Helena is gebeurd, heeft niet alleen Homeros maar later ook Vergilius in alle talen gezwegen, maar een weinig fantasie volstaat.

Negen jaar, niets lukte. Bij de Grieken sneuvelde Achilles, de Trojanen moesten Hector begraven. Op een mooie ochtend bedacht Odysseus een list. De Grieken trokken zich terug, en lieten een gigantisch houten paard bij de stadspoorten achter. De Trojanen, die eindelijk de stadspoorten hadden kunnen openzwieren, verdrongen elkaar in opperste verbazing rondom dit vreemde houten beeld, dat ze als een wijgeschenk van de Grieken aan de goden aanzagen. Ondertussen niet alleen dronken van vreugde, maar ook van alcohol, besloten ze het paard als pronkstuk van de oorlogsbuit binnen hun muren te slepen.

En toen, toen kwam de hogepriester Laocoön, wild met de armen zwaaiend en omstuwd door een talrijke menigte, van de heuvel naar beneden gelopen, en riep van verre: “Wat een waanzin heeft u gegrepen, burgers? Geloven jullie dat de vijand verdwenen is? Denken jullie echt dat enig geschenk van de Grieken verstoken kan zijn van list en bedrog ? (Nvdr : het taalgebruik van Laocoön deed soms wat denken aan dat van Willy Claes.) Ofwel zijn er soldaten in dat tuig verborgen, ofwel is het tegen onze muren gericht om onze huizen te bespieden, ofwel schuilt er een andere hinderlaag achter. Ik vrees de Grieken, vooral als ze geschenken geven.”

Er werd niet naar Laocoön geluisterd. Haha, wat had je gedacht, die oude dwaas. Werd een paar tellen later door twee slangen, die vanuit de zee kwamen, gewurgd. Meer geloof werd gehecht aan de Griekse gevangene, Sinon, met opzet door de Grieken opgeofferd, die het verhaal van het offergeschenk aan de goden bevestigde. Daarna lieten de Trojanen alle voorbehoud varen, en sleepten het paard hun stad in.

We weten hoe het is afgelopen. ’s Nachts, toen zowat elke Trojaan zich een delirium had gezopen, kropen de Grieken één na één uit de buik van het paard, openden de poorten van de stad, en het Griekse leger kon zonder probleem op volle getalsterkte naar binnen, om er elke Trojaan de keel over te snijden. Waarna Helena het kon komen uitleggen. Want dat het niet allemaal tegen haar zin was geweest, daar was die Menelaus ondertussen ook wel achter.

Na deze wat lange uitweiding zij het ons vergund even in de rol van Laocoön te kruipen, en u luidkeels toe te roepen: wat een waanzin burgers. Haal het paard van deze wereldbeker niet in uw huizen. Want in zijn buik zitten de soldaten van de commercie verborgen. Vrees de Fifa, zeker als hij geschenken geeft.

HET VOETBAL MOET BEGINNEN

De uitbreiding naar tweeëndertig landen, die deze hele competitie zo onverteerbaar maakt, dient uiteraard maar één belang: het financiële. Meer ploegen betekent nog meer, en nog meer mondiaal verspreide, media-aandacht, en een merchandising die de grootste multinational groen doet uitslaan van jaloezie.

Werkelijk de hele wereld volgt, koopt en verkoopt, de wereldbeker. Op de Champs Elysées in Parijs, geprangd tussen de op volle toeren draaiende shop van Paris Saint-Germain, en die van het Comité Français d’Organisation (CFO), wordt zelfs in de Iraanse dienst voor toerisme een eindeloos assortiment wereldbekergadgets te koop aangeboden.

Wij zullen eens iets vertellen. Tijdens Duitsland-USA in het Prinsenpark, zaten wij op de tribune naast een Indiër! Even wat beleefdheidsformules uitgewisseld, u kent dat. Net toen wij ons afvroegen of het ongepast zou zijn om te informeren hoe er in zijn land gereageerd werd op de recente atoomproeven was hij, waarschijnlijk na dezelfde stille afweging, ons voor met een delicatere vraag: “What was it that your number three said to Patrick Kluivert?”

Een week voordien, midden in een kudde “en van je hee-ja heja heja, hoo-lala” zingende in oranje geschilderde Hollanders, zagen wij in het gewoel voor het Stade de France plotseling één roepende in de woestijn staan: “Achetez Le Monde! Meilleur quotidien de la France. Achetez Le Monde.” Een zo absurd tafereel heeft iets kunstzinnigs, maar toch. Zelfs Le Monde onttrekt zich niet aan de commerciële razernij. Geen dorp in Frankrijk of je kan er shirts, mascottes en de hele rimram kopen. Geen uitstalraam in Parijs of er ligt een voetbal in.

Het grootste punt van ergernis is het overaanbod aan wedstrijden in de eerste ronde. De afwisseling van de Olympische Spelen ontbreekt volledig in dat schema, want alle wedstrijden lijken op elkaar. Knappe kop die in zijn herinnering nog de scheiding kan maken tussen Paraguay-Bulgarije en Colombia-Tunesië. En, vanuit voetbalkundig oogpunt moet alles dus nog beginnen. Die eerste ronde dient voor niets. Alleen voor de commercie. In het beste geval – en dat moet eigenlijk zijn : “in het slechtste geval” – sneuvelt er links en rechts een grote ploeg. En er is altijd een land dat verrassend bij de laatste zestien blijft. Maar om die selectie te maken, volstaan de kwalificatiegroepen vooraf.

Pas vanaf zaterdag krijgen we de echte strijd op hoog niveau te zien. De beste teams van de wereld tegen elkaar, en de verliezer gaat eruit. Wie van voetbal houdt, zit vanaf zaterdag in het stadion of voor zijn scherm. De troosting niet meegerekend, worden dat vijftien wedstrijden topvoetbal. Al is ook voor de grootste fanaat het plezier vergald door de achtenveertig wedstrijden die eraan vooraf zijn gegaan. En zijn sommige teams hun topspelers al kwijt door schorsing of blessure.

Deze week wordt in elke groep de laatste speeldag afgewerkt. Om afspraakjes tussen teams te voorkomen, worden die wedstrijden gelijktijdig gespeeld. In de plaats van drie op een dag, gaan we over naar het ritme van vier op een dag. Terwijl het aantal rechtstreekse uitzendingen wel vermindert, van drie naar twee.

Misschien heeft de dag van gisteren dinsdag, zelfs een loting opgeleverd in groep B. Dat kon als Chili-Kameroen 0-0 was, en Italië-Oostenrijk 1-1. Dan hebben die vier landen samen vijfhonderd veertig minuten gevoetbald, om dan het lot te laten beslissen wie verder gaat. Niet eens een primeur voor de wereldbeker, want acht jaar geleden in Italië gebeurde het ook. Ierland en Nederland waren zeker van een plaats in de achtste finale, maar het lot moest uitwijzen wie van beide tweede werd (achter Engeland), en wie derde. De verliezer, dat werd Nederland, kreeg in de tweede ronde Duitsland op het menu. En mocht naar huis. Want, de boutade komt van Gary Lineker, voetbal is een spel van negentig minuten waarin twee teams van elf spelers proberen de bal in elkaars doel te trappen, en op het eind winnen de Duitsers.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content