MANNELIJKE MENOPAUZE IS EEN MYTHE

Dat je als man testosteron verliest met het ouder worden hoeft op zich geen probleem te zijn. Maar de farmaceutische industrie wil ons graag van het tegendeel overtuigen om – wat had u gedacht – meer testosteronproducten te kunnen verkopen. Dat leidde tot een schisma in de geneeskunde: is een testosteronbehandeling nuttig, of gevaarlijk?

In de loop van onze geschiedenis is het streven naar het eeuwige leven, naar de eeuwige jeugd zelfs, altijd aanwezig geweest. Sinds een jaar of twintig maakt in die context een nieuw concept opgang: de andropauze, of de mannelijke menopauze. Dat alle vrouwen op middelbare leeftijd door plotse hormonale veranderingen in de menopauze terechtkomen, is bekend. Maar sommige wetenschappers (en bedrijven) willen daar een mannelijk equivalent aan koppelen, gelinkt aan een daling in de productie van het geslachtshormoon testosteron met het ouder worden.

‘Vanaf een leeftijd van zo’n dertig jaar zien we in het mannelijk lichaam een afname van het testosterongehalte met één procent per jaar’, zegt androloog Dirk Vanderschueren van het Universitair Ziekenhuis Leuven. ‘Dat is dus een geleidelijk proces, geen plotse pauze. Het speelt ook niet bij alle mannen even sterk. Levensstijlfactoren kunnen er overigens een grotere rol in hebben dan leeftijd. Een man van veertig die zich niet verzorgt, kan meer last hebben van een testosterondaling dan een fitte tachtiger. Bij een man die vermagert, gaat het testosterongehalte bijna automatisch omhoog.’

Vanderschueren werkte mee aan een grote Europese studie over mannelijke veroudering. Die liep tussen 2002 en 2009 en heeft al een vijftigtal wetenschappelijke publicaties opgeleverd, onder meer in de gerenommeerde New England Journal of Medicine. Vanderschueren rekruteerde via de kiezerslijsten honderden mannen tussen veertig en tachtig jaar oud in de Brabantse gemeente Herent, die uitgebreid onderzocht en ondervraagd werden.

‘We vonden bij een kleine vijf procent een soort syndroom, gebaseerd op een laag testosterongehalte gekoppeld aan vooral seksuele klachten, waarbij de geslachtsdrift en de kracht van de erectie afnamen’, verduidelijkt hij. ‘De cijfers waren vergelijkbaar voor de acht landen in het onderzoek. Het is dus niet alleen een kwestie van een biochemische bepaling van het testosterongehalte, maar ook van klachten van patiënten. Sommige mannen kunnen normaal leven met een laag testosterongehalte, andere krijgen al bij hogere concentraties problemen. Het is geen eenvoudig verhaal.’

Veel hangt af van de gevoeligheid van een man voor het hormoon. ‘Samen met een collega bestudeer ik de genetische vatbaarheid voor testosteron’, vertelt Vanderschueren. ‘Die uit zich in verschillende gevoeligheden van de receptor in de celkern die testosteron opvangt. Daardoor functioneert de ene man normaal bij een testosterongehalte van 300 nanogram per deciliter bloed, en komt de andere al bij 600 nanogram in de problemen. Vandaar dat het belangrijk is een patiënt te behandelen in functie van zijn klachten, en niet in functie van metingen van zijn testosterongehalte. Het is bijna een kunst te bepalen wie wat moet krijgen.’

Van Iglesias naar Metallica

Testosteron is een belangrijk hormoon in het lichaam, maar het is niet levensnoodzakelijk. Je kunt blijven leven zonder testosteron, zoals de gecastreerde eunuchen die harems bewaken hebben bewezen. Maar dat leven is niet noodzakelijk aangenaam. Een castratie lijkt meer op een plotse vrouwelijke menopauze dan op een natuurlijke veroudering. Ze kan gepaard gaan met spierverlies, botverlies en verlies van seksuele interesse. Castraten kunnen moe en depressief worden, en met opvliegers (‘vapeurs’) af te rekenen krijgen. Omgekeerd beschrijven transseksuelen die onder invloed van testosteron komen, het effect als extreem: ze luisteren ineens naar Metallica en niet langer naar Julio Iglesias, en bij het verkeerslicht willen ze als eerste vertrekken.

‘Testosteron bepaalt het mannelijk functioneren’, zegt Aart De Kruif van de Vakgroep Voortplanting, Verloskunde en Bedrijfsdiergeneeskunde van de UGent, auteur van het vorig jaar verschenen boek Typisch Testosteron (Uitgeverij Lias). ‘Zeker bij jonge mannen stuurt het sterk het doen en laten. Maar bij het ouder worden gebeurt er van alles wat niet noodzakelijk met testosteron te maken heeft. Depressief en lusteloos worden, hoeft niet aan testosteron gelinkt te zijn, maar kan algemeen bij het verouderen horen. Het kan evengoed te maken hebben met het moeten leven met een zieke echtgenote, of met het worstelen met een lichte vorm van diabetes. Maar het is in zo’n geval voor een huisarts natuurlijk gemakkelijk om wat testosteron voor te schrijven, zeker als een patiënt erom vraagt. Patiënten gaan tegenwoordig zelf op het internet naar mogelijke oorzaken van hun klachten zoeken. Dan komen ze vanzelf bij websites over het nut van testosteron in de strijd tegen verouderingsverschijnselen.’

De Kruif benadrukt dat het niet alleen een kwestie van mondiger patiënten is: ‘Er lijkt in dit verhaal een belangrijk placebo-effect te spelen: mannen die extra testosteron nemen, gaan zich alleen daarom al beter voelen, zonder dat er een rechtstreeks effect van het hormoon hoeft te zijn. Uit alle grote en goed gecontroleerde studies blijkt dat het verhogen van het testosterongehalte in werkelijkheid meestal weinig invloed heeft op de klachten van patiënten. Desondanks zet de farmaceutische industrie het nut van testosteron tegenwoordig sterk in de verf.’

Testosteronproducten waren lange tijd een nachtmerrie voor geneesmiddelenproducenten. ‘De eerste testosteronmiddelen waren moeilijk in het gebruik’, vertelt fertiliteitsexpert Herman Tournaye van het Universitair Ziekenhuis Brussel. ‘Ze degradeerden op het rek van de apotheker, en ze moesten intramusculair worden ingespoten. Ze werkten wel meteen, maakten van een lammetje ineens een stier, maar na drie weken was het gedaan. Pas twintig jaar geleden kwamen er pilletjes en gels die gemakkelijker te gebruiken waren en een duurzamer effect hadden. Toen kwam er sponsoring van de farmaceutische industrie voor congressen over andropauze: het hormonaal verouderen van mannen. Zo werd een ziektebeeld gecreëerd, dat uiteindelijk zijn weg vond naar blaadjes als Libelle. Er komen ook met de regelmaat van een klok enquêtes waarin de vragen zo worden gesteld dat je de antwoorden krijgt die je wilt, waardoor het probleem belangrijker wordt dan het in feite is.’

Geen enkele Belgische instantie blijkt cijfers over het gebruik van testosteronmiddelen in ons land te hebben. In de Verenigde Staten is de markt tussen 2000 en 2010 bijna vervijfvoudigd. De sociale zekerheid betaalt uitsluitend het oudste (niet goed werkende) middel terug. Sinds eind 2012 wordt het gebruik van testosteron in bereidingen van apothekers niet meer terugbetaald. Producenten van nieuwe middelen doen zelfs de moeite niet meer om terugbetaling aan te vragen, omdat ze ervan uitgaan dat patiënten wel zullen betalen. Een kostprijs van 70 euro per maand om je als man wat beter te voelen, wie gaat daar moeilijk over doen?

‘De vraag is natuurlijk of je niet moet leren leven met verouderingsverschijnselen, in plaats van ze te beschouwen als een ziekte’, zegt Tournaye. ‘Waar ligt de grens tussen noodzakelijk en niet noodzakelijk gebruik? Als ik testosteronproducten voorschrijf, is het bij mannen die het echt nodig hebben. Zij hebben een heel laag natuurlijk testosterongehalte, wat tot ernstige gezondheidsproblemen kan leiden. Maar we zien in onze kliniek regelmatig gebruinde en gespierde mannen verschijnen die geen enkele zaadcel meer hebben, en dan weten we het: die kopen testosteron om fitter te zijn. Blijkbaar beseffen ze niet dat testosteron ook als de pil voor mannen kan worden beschouwd, omdat het mannen onvruchtbaar maakt.’

Een Executive Clinic

Ook androloog Vanderschueren van het UZ Leuven schrijft testosteron alleen voor aan patiënten met heel specifieke klachten. De hormoonsubstitutie voor vrouwen na de menopauze zette destijds de medische wereld op zijn kop, omdat studies te hoge risico’s op hartziektes en borstkanker aantoonden – hoewel er ondertussen toch weer voor wordt gepleit om in te zetten op lichte natuurlijke hormonenpreparaten, die veilig zouden zijn en de levenskwaliteit van vrouwen na de menopauze zouden verhogen.

‘Maar voor mannen moet het verhaal van hormoonsubstitutie nog geschreven worden’, stelt Vanderschueren. ‘Er is nog geen goede kijk op een mogelijke rol van een testosteronbehandeling bij het ontstaan van prostaatkanker. Wel is een studie naar de effecten van testosteronmiddelen voortijdig stopgezet, omdat ze te veel problemen met hart en bloedvaten veroorzaakten. We moeten dus waakzaam blijven. Maar dat belet niet dat er in onze sector een tweespalt is gegroeid tussen voorzichtige wetenschappers en extreme believers. Dat zorgt voor grote verwarring.’

In het buitenland bestaan er executive clinics, die onder meer functioneren als een soort anti-aging-klinieken waar zakenlui gretig gebruik van maken om aan hun uitstraling te werken. Zelfs zakenvrouwen kunnen er zich laten behandelen met een lichte dosis testosteron, om hun assertiviteit te verhogen. Er zijn in ons land artsen die in die richting werken, vooral in het Franstalige landsgedeelte. Die hebben in het verleden zo agressief (en met succes) geprocedeerd tegen onder meer de Orde van Geneesheren en de Belgian Endocrine Society (de vereniging van hormonenexperts), dat academici zich ervoor hoeden om uitspraken tegen hun praktijken te doen. ‘De rechters oordeelden altijd in functie van de therapeutische vrijheid van een arts’, geeft Vanderschueren toe. ‘En sommige artsen zijn er heel erg van overtuigd dat hormonen voorschrijven nuttig is.’

DOOR DIRK DRAULANS

Misschien moeten we aanvaarden dat verouderen bij het leven hoort, en er geen ziekte van maken.

Een fitte tachtiger kan minder last hebben van zijn testosteron dan een ongezonde veertiger.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content