Geregeld duiken nieuwe profeten op en sluiten honderden leerlingen zich aan bij een sekte. Anthony Storr, een vooraanstaand psychiater, analyseert de goeroes en hun volgelingen.

“Ik schrijf graag over dingen waar ik zelf niet goed wijs uit raak, zodat ik er veel over kan lezen. Goeroes, het onderwerp van mijn nieuwste boek, hebben mij altijd gefascineerd. Vooral hun charisma begrijp ik nog steeds niet. Hoe iemand zo overtuigd kan zijn van zijn eigen gelijk, is mij ook een raadsel.”

Het huis van Anthony Storr (77), gepensioneerd Oxford-professor en wereldautoriteit op het vlak van de psychiatrie, is van het gelijkvloers tot de nok van het dak gevuld met boeken. Enkele van de boekenplanken dragen zijn eigen werk, dat in een dozijn talen is vertaald. Behalve in de meest gangbare westerse talen, verschenen ze in het Chinees, Hongaars en Bahasa Indonesia.

Wat betekent het woord goeroe eigenlijk?

ANTHONY STORR: Het komt uit het Sanskriet en betekent letterlijk zwaar. Het wordt meestal gebruikt voor iemand die respect afdwingt; een vader of een leraar. Ook in andere omstandigheden valt dat woord wel eens, zoals in beursgoeroe, maar het betreft toch veelal leraren die beweren een speciale kennis van het leven te bezitten.

Waar halen ze die kennis vandaan?

STORR: Er bestaan geen scholen of opleidingscentra voor goeroes, dus is er – net als bij politici – sprake van zelfselectie: iedereen die zich aanmatigt over bijzondere spirituele gaven te beschikken, kan goeroe worden. De meesten beweren dat ze die gaven verkregen door openbaringen, die hun leven grondig veranderden. Die openbaringen danken ze aan God of engelen, aan wijze sjeiks uit Syrië, mystici uit Perzië, lama-wonderdoeners uit Nepal of Tibetaanse monniken uit de Himalaya. Nu de aarde een dorp geworden is en zelfs de Mount Everest vol rommel ligt, zoeken ze het verderop. Bij buitenaardse wezens, bijvoorbeeld, soms uit andere zonnestelsels.

Openbaringen van God of van engelen: daar krioelen het Oude en het Nieuwe Testament ook van.

STORR:Jezus, Mohammed, Boeddha waren ook spirituele leraren. Hun leer bepaalt al eeuwenlang het leven van miljarden mensen. Zij waren goeroes zonder enige persoonlijke ambitie, hun heiligheid en integriteit zijn boven elke twijfel verheven. Helaas hebben er goeroes de revue gepasseerd die je nauwelijks bewonderenswaardig kan noemen. Valse profeten, zwendelaars, gewetenloze bedriegers of psychopaten die zonder scrupules macht uitoefenen en hun volgelingen uitbuiten – financieel, emotioneel of seksueel, soms alles tegelijk.

U noemde ze in één adem: goeroes en politici. Hebben ze nog iets met elkaar gemeen, afgezien van hun zelfselectie?

STORR: Soms wel. De grote dictators van deze eeuw – Hitler en Mussolini, Stalin en Ceaucescu, Mao en Pol Pot – hadden allemaal de wijsheid in pacht en streefden meedogenloos naar macht. En veel niet-politieke goeroes zijn dictators op kleine schaal: ze gedragen zich dictatoriaal, ze gedijen bij bewierroking en vleierij, en velen lijden net als politieke dictators aan een ziekelijke achterdocht.

Waarin zit het verschil tussen goede en kwade goeroes?

STORR: Een goede goeroe is er een die niet predikt, maar handelt. Hij is goed, deugdzaam, heeft meer belangstelling voor anderen dan voor zichzelf, en hij geeft dag in dag uit het voorbeeld. Dat is een heel ander slag dan goeroes die met gezwollen retoriek hun publiek in vervoering brengen, zich met adorerende volgelingen omringen, of zich beroepen op wijsheden die gewone stervelingen niet kunnen snappen.

De slechteriken uit de geschiedenis zijn natuurlijk het interessantste.

STORR: Wat zij veroorzaken, is ronduit misdadig. In 1978 joeg Jim Jones negenhonderd leden van zijn People’s Temple de dood in. In opdracht van hun leider pleegden ze in Guyana zelfmoord met cyaankali. David Koresh heeft de dood van minstens negentig mensen op zijn geweten. Ze kwamen in ’93 om het leven in een grote brand in Texas, opgestookt door Koresh. En de jongste jaren pleegden ook tientallen leden van de Orde van de Zonnetempel zelfmoord op bevel.

Ignatius van Loyola, die in de 15de eeuw de jezuïetenorde stichtte, beschrijft u als hét voorbeeld van een heilige goeroe.

STORR: Zijn orde is nog steeds de grootste ter wereld: er zijn meer dan 26.000 jezuïeten. Voor de kerk is hij een van de allerheiligste heiligen. Toen Ignatius nog leefde, vond men hem al heilig.

De drastische ommezwaai in zijn leven was als een mirakel. Ignatius van Loyola was een Spaanse edelman, aantrekkelijk en succesrijk bij de vrouwen. Als soldaat raakte hij zo ernstig gewond dat hij de laatste sacramenten kreeg toegediend. Na een vurig gebed tot de heilige Petrus trad een plotse verbetering op. Ignatius genas maar bleef kreupel. Hij was zo ijdel dat hij een lelijke uitwas aan zijn been – zonder enige verdoving – liet weghalen, zodat hij zijn elegante laarzen opnieuw zou kunnen aantrekken. Tijdens zijn lange herstelperiode las hij de levens van heiligen. Vooral dat van Franciscus van Assisi fascineerde hem, omdat die – net als hijzelf – veel liederlijke, aardse geneugten nastreefde, tot hij zich bekeerde. Dat overkwam ook Ignatius: een visioen van de Heilige Maagd met het Kind bevrijdde hem van alle wereldse verzuchtingen. Na die euforie werd hij zeer depressief en legde zichzelf levenslang een zware en wrede boetedoening op voor zijn zonden van vroeger. Zijn vleselijke lusten hield hij in bedwang door zijn lichaam uit te hongeren en te geselen. Hij eiste ontzettend veel van zijn volgelingen, maar nog meer van zichzelf.

Ook Rudolf Steiner noemt u een goede goeroe.

STORR:Rudolf Steiner stichtte in 1913 de Antroposofische Vereniging, om “de spirituele natuur van de mens en het spiritueel karakter van de wereld te onderzoeken”. Steiner is het voorbeeld van een goeroe die geliefd was om zijn warmte en gevoeligheid, zijn vriendelijkheid en vrijgevigheid. Op jonge leeftijd had hij ervaringen met helderziendheid, en hij stond in contact met de overledenen.

Steiner was zeer intelligent. Hij las Kant toen hij vijftien jaar oud was en was bezeten door meetkunde. Hij bezat een bijna encyclopedische kennis van biologie, chemie, wis- en natuurkunde. Over alles wat je maar kan bedenken, schreef hij meer dan veertig boeken: opvoeding, geneeskunde, architectuur, landbouw, kleurenleer… Hij schreef ook mysteriespelen. Steiner was zeer christelijk, maar had zo zijn eigenaardigheden. “De geest reïncarneert”, stelde hij, “en elke incarnatie moet de geleden schade uit de vorige goedmaken.” Hij stichtte liefdevolle opvangtehuizen voor gehandicapten vanuit zijn overtuiging dat hun beschadigde hersenen en verwrongen lichamen een tijdelijk onderkomen zijn voor geesten, die in een volgend leven in een normaal lichaam zullen wonen.

Steiners geloofssysteem is niet erg geloofwaardig, maar zijn verwezenlijkingen op humanitair gebied zijn opmerkelijk en blijvend. Zijn gehandicaptenzorg heeft nog altijd een modelfunctie. Hij was een hartstochtelijk pleitbezorger van onderwijs voor iedereen. Elk kind moest al zijn mogelijkheden benutten, zonder wedijver of examens, zonder een materialistische ingesteldheid. In zijn scholen lag de nadruk op tolerantie en samenwerking.

Na de dood van Steiner bleef zijn gedachtengoed adepten aantrekken: er zijn nog meer dan vijfhonderd Steinerscholen. Veel artsen in Duitsland en Italië passen zijn leer toe.

Waar rangschikt u Bhagwan in de rij van goeden en slechten?

STORR:Shree Rajneesh Bhagwan is een geval apart. Toen hij in ’85 in Amerika werd gearresteerd, had hij 93 Rolls-Royces in zijn garage. Hij had ongeveer 60.000 dollar in contanten op zak, plus 35 gouden en platina horloges ter waarde van een half miljoen dollar.

Bhagwan is de beste illustratie van hoe macht corrumpeert; van een goeroe die degenereert tot een hebzuchtig monster, want hij was heel anders begonnen. De jonge intellectueel Rajneesh schopte het tot hoofddocent filosofie aan een Indiase universiteit. Hij streek de Indiërs tegen de haren in met de stelling dat het vasten van Mahatma Gandhi masochistisch was en zijn seksuele onthouding pervers. Rajneesh daarentegen riep vrije liefde en seks met iedereen uit als dé weg naar verlichting. Met zo’n theorie maak je natuurlijk veel kans op aanhangers. Die kwamen vooral uit de blanke middenklasse, noemden zichzelf sannyasin, moesten mediteren, oranje of rode kleren dragen, hun verleden afzweren, een nieuwe naam bezigen die ze van Rajneesh kregen en zijn gezag aanvaarden.

U bestempelt ook Sigmund Freud en Carl Gustav Jung als goeroe. Die zouden daar zeker niet blij mee zijn.

STORR:Freud zou ongetwijfeld verontwaardigd zijn: hij beschouwde zichzelf uitsluitend als wetenschapper. Toch vertoonde hij tal van goeroetrekjes. Zijn theorie van de psychoanalyse is gebaseerd op een persoonlijke openbaring, en begon meer en meer op een religieuze sekte te lijken. Psychoanalyse werd een substituut voor godsdienst en gaf zin aan het leven. Freud verdroeg geen twijfel, kritiek was een teken van vijandigheid. Wie het niet met hen eens was, noemde hij psychisch gestoord. Volgens hem leed Adler aan paranoia, Jung heette schijnheilig en hardvochtig.

Carl Gustav Jung – een leerling van Freud, die later zijn eigen weg ging – was een vooraanstaand psychiater die zichzelf meer als religieus leider profileerde dan als arts. Hij beweerde een profeet te zijn, kon de toekomst voorspellen, had contact met een hogere macht, hoorde stemmen in zijn huis vol geesten van overledenen. Jung geloofde rotsvast in astrologie en stelde een wereldse vorm van verlossing in het verschiet.

Jung stamde uit een familie van dominees: zijn vader en twee ooms waren dominee, een van zijn opa’s was theoloog. Op jonge leeftijd verloor hij zijn geloof, maar hij maakte er een nieuw. Hij was de uitvinder van het collectief onbewuste: een bodemlaag in de geest die mythen, visioenen, religieuze ideeën en bepaalde verhalen produceert die geregeld terugkeren in verschillende culturen en tijdvakken van de geschiedenis. Ook de archetypes zijn van hem, en het geloof in synchroniciteit: zogenaamd betekenisvolle toevalligheden.

Jung was niet zozeer uit op volgelingen, toch kwamen velen naar zijn Jungiaanse centra om er opgeleid te worden. Hij was niet corrupt, maar hij koesterde rijke aanhangers.

Goeroetrekjes, zegt u. De goeroes die u beschrijft, verschillen heel erg van elkaar, en toch ziet u gemeenschappelijke kenmerken.

STORR: Charisma, aantrekkelijkheid en welbespraaktheid zijn de sleutelwoorden. Vooral dat laatste is hun scherpste en hypnotiserende wapen. Veel goeroes kletsen maar wat uit hun nek, ze verkopen klinkklare nonsens, vaak met opzet. Wie hun boodschap niet vat, denkt: “Dat ligt aan mij. Ik ben te dom.”

Hitler brulde nonsens als “Dit is Duitsland!” of “Wij zijn allemaal samen!” en miljoenen mensen lagen aan zijn voeten.

Bhagwan opende elke dag met een twee uur durende toespraak, zonder aantekeningen of pauze. Hij was een uiterst innemende persoonlijkheid, met een enorme uitstraling. Na een eerste ontmoeting met hem, zegde men dingen als: “Hij begreep mij meteen, hij keek tot op de bodem van mijn ziel, hij accepteert mij onvoorwaardelijk.” Ook Steiner had veel overredingskracht en het vermogen toehoorders te boeien. Zoals een van zijn bewonderaars zei: “Ik zou de oceaan oversteken om hem te horen spreken.”

Freud hield boeiende betogen van vier uur lang, maar hij was niet alleen een begenadigd spreker, hij schreef ook zo goed dat hij ooit de Goethe-prijs voor literatuur kreeg.

En Georgei Ivanovitch Gurdieff, een Armeniër die goeroe werd in Moskou en na de revolutie in 1917 uitweek naar Berlijn, kraamde de grootste onzin uit terwijl zijn luisteraars aan zijn lippen hingen. Hij was vooral een pathologische leugenaar. Zijn geval ligt op de grens van psychose en oplichterij. Hij was een echte fantast en een charlatan. Tijdens de oorlog slaagde hij er, bijvoorbeeld, in om enorme sommen te lenen, met als garantie de smoes dat een Texaanse leerling hen een oliebron cadeau had gedaan, zodat hij meteen zijn schulden zou vereffenen als de oorlog voorbij was.

Geloven goeroes zelf wat ze verkondigen?

STORR: Dat varieert. Freud, Jung, Steiner en aanverwanten waren en bleven overtuigd van hun gelijk, en leefden daar ook naar. Jim Jones noemde zich aanvankelijk de boodschapper van God, later verklaarde hij dat hij zelf God was. Ik ben zeker dat hij het zelf geloofde, daar was hij geschift genoeg voor.

Rajneesh was wat bescheidener. Hij noemde zichzelf een kanaal voor goddelijke energie, en betitelde zichzelf met Bhagwan: de gezegende. Ooit – hij was weer eens ziek – liet hij zich tegen zijn arts ontvallen: “Ik ben zo blij dat ik even niet hoef te doen alsof ik verlicht ben.”

In hun biografieën vond u gelijkenissen tussen goeroes van kindsbeen af, en u brengt dat in verband met hun latere leven.

STORR: Veruit de meesten waren als kind geïsoleerd en blijven hun hele leven solitair ingesteld. Rajneesh, bijvoorbeeld, was een ziekelijk kind dat leed aan astma, suikerziekte en allergieën. Hij bleef een loner, ongeacht de massa die hem op handen droeg. Met de jaren werd hij steeds ontoegankelijker, ook voor zijn aanhangers.

Iemand als Freud is een uitzondering. Hij was tijdens zijn jeugd minder geïsoleerd dan andere goeroes, maar toch had hij problemen met relaties op basis van gelijkheid. Ofwel was hij de meerdere, ofwel was hij kruiperig onderdanig.

Voor goeroes zijn volgelingen geen vrienden. Hun relatie is gebaseerd op overheersing en onderwerping. Goeroes oefenen gezag uit over hun leerlingen. Zij danken hun gevoel van eigenwaarde aan het feit dat ze indruk maken, niét omdat ze geliefd zijn.

Zoals Freud geen kritiek duldde, staan ideeën van goeroes nooit ter discussie. Alles wat geen onvoorwaardelijke bijval is, staat gelijk met vijandigheid. Dat is nog een gevolg van hun vroeger isolement. Hun ideeën kregen de kans om zo vreemd te worden omdat ze nooit werden onderworpen aan de kritiek van vrienden. Niemand zegt hen: “Dit is onzin, jij bent gek.”

Volgens u zien goeroes altijd Het Licht na een vorm van mentaal lijden.

STORR: Meestal zijn dat psychologische stoornissen van schizofrene of manisch-depressieve aard. Hun leed en hun emotionele problemen verhelpen ze met irrationele, soms waanzinnige oplossingen. Bij de ene komt die openbaring geleidelijk, bij de andere als een bliksemschicht bij heldere hemel. Het is een karakteristiek menselijk patroon, zowel in kunsten en wetenschappen als bij religieuze bekeringen. Visioenen zoals dat van Ignatius vallen ook niet-gelovigen ten deel: ze zijn typisch voor manisch-depressieven, net als hallucinaties of waanideeën.

Ignatius van Loyola ging gebukt onder lichamelijke en geestelijke pijn. Jezus trok zich veertig dagen terug in de wildernis vooraleer hij zijn openbaar leven begon… Bij elke goeroe is het terug te vinden.

Jung was een tijd psychotisch, en naar eigen zeggen is heel zijn latere werk over psychotherapie gebaseerd op die jaren. Hij sloeg inderdaad zijn eigen instorting zorgvuldig gade, en het observeren ervan werd een therapie.

De 21-jarige Rajneesh was depressief en leed aan anorexia toen hij onder een boom – net als Boeddha – mediteerde tot hij een extatische ervaring kreeg en naar eigen zeggen gek werd van verrukking.

Is het niet mogelijk dat mensen wijzer worden als ze een psychose of een andere geestesziekte te boven komen?

STORR: Daar word je niet beter van. Integendeel, sommigen zijn blijvend geschaad. Goeroes zijn reuzen op lemen voeten. Hun basis is zeer zwak. Ze kwamen er weer bovenop door hun troostende illusies, maar ze blijven kwetsbaar. Vaak zijn het gestoorde geesten, die later geestelijk aftakelen. Jim Jones was de laatste jaren van zijn leven zwaar verslaafd aan amfetamines en antidepressiva. De superintelligente, veelbelezen Rajneesh las uiteindelijk niets meer. Hij bekeek alleen nog video’s, het liefst “De Tien Geboden”. Hij nam elke dag 60 milligram valium en zijn tandarts diende hem dagelijks lachgas toe om zijn paranoia de baas te blijven.

Paranoia is kenmerkend voor de meeste mensen in zo’n extreme machtspositie. Stalin, Hitler, Pol Pot… Allemaal waren ze vreselijk achterdochtig en ruimden hun naaste medewerkers uit de weg.

Conclusie: alle goeroes zijn krankzinnig of geestesziek?

STORR: Het zijn randgevallen, en het is niet simpel om ze een plaats te geven in de psychiatrie. Je mag ze niet krankzinnig noemen omwille van hun excentrieke ideeën over het universum of hun eigen betekenis als profeet of leraar. Wat goeroes onderscheidt van meer orthodoxe leraren zijn niet hun manisch-depressieve stemmingswisselingen, hun hallucinatoire visioenen, hun waanideeën, hun mystieke ervaringen, maar hun narcisme. Daar lijden ze allemaal aan. Bhagwan, bijvoorbeeld, was zo narcistisch dat hij doosjes uitdeelde met plukjes van zijn haar en stukjes afgeknipte nagels. Toen hij in ’81 met zijn gevolg van zesduizend leerlingen verhuisde van India naar de Verenigde Staten, zei hij: “Ik ben de Messias waarop Amerika zo lang heeft gewacht.”

De wreedheid van goeroes tegenover hun adepten lijkt in sommige gevallen grenzeloos.

STORR: De leden van People’s Temple kregen lijfstraffen, elektrische schokken, werden in het openbaar afgeranseld met een roeispaan. Ook David Koresh deelde gelijkaardige straffen uit. Bij hem had elk kind een eigen helper: een stuk hout waarmee het klappen kreeg. Ook Gurdieff stelde hoge eisen, bedoeld om emotionele en fysieke problemen te overwinnen.

Door zijn wantrouwen nam David Koresh paspoorten en geld in beslag, liet gewapende patrouilles zijn domein bewaken, net als Jim Jones. Ook Bhagwan bewapende zich. Hij liet telefoons aftappen, gesprekken afluisteren, rebellen opsporen. Wie weg wilde, kreeg neuroleptische middelen toegediend. De volgelingen zitten als vliegen in een web, als ratten in een val.

Ze gebruiken geweld en afpersing. Seksueel misbruik is ook nooit ver uit de buurt.

STORR: Het is nu eenmaal zo dat mensen met macht eerder dan anderen geneigd zijn die te misbruiken. In hun ogen is dat geoorloofd, omdat ze “bijzonder” zijn.

Gurdieff had seks met iedere vrouwelijke leerling. Jones had seks met mannen en vrouwen. Koresh nam er ook nog kinderen bij, het liefst piepjonge meisjes, en hij verkondigde dat hij recht had op 140 echtgenotes.

En Bhagwan, de profeet van de vrije liefde?

STORR: De vrije seks die Bhagwan propageerde, had natuurlijk schaduwzijden: geslachtszieken als gonorroe, herpes en aids tierden welig. In zijn leefgemeenschap was seks vanaf ’84 nog enkel toegelaten met handschoenen en condooms.

Hoewel hij verkondigde dat hij meer vrouwen heeft bezeten dan gelijk welke man in de geschiedenis, heeft Bhagwan zelf maar weinig gepresteerd. Hij was eerder een voyeur dan een minnaar: hij moedigde anderen aan om in zijn bijzijn liefde te bedrijven, nieuwelingen moesten zich uitkleden om te worden geïnspecteerd zonder aangeraakt te worden, vrouwen mochten geen ondergoed dragen want dat belemmerde de vrije doorstroming van energie…

Waarom laten mensen zich dat allemaal welgevallen? Het zijn toch niet de stomsten die zich aansluiten bij een sekte? Velen zijn hoogopgeleid.

STORR: Het zijn inderdaad niet de eersten de besten. Onder Gurdieffs aanhangers waren bekende schrijvers, zoals Katherine Mansfield en T.S. Eliot, plus tal van psychiaters en psychoanalytici. Van de volgelingen van Bhagwan was 83 procent universitair geschoold en 12 procent had een doctorstitel. Eén verklaring daarvoor is dat goeroes houden van rijke en invloedrijke mensen: ze zoeken hen op. Bhagwan zei het zonder schaamte: “Ik ben de goeroe van de rijken.”

Dat is één kant van de medaille. Wat drijft volgelingen in de armen van een goeroe?

STORR: De overtuigingskracht van de goeroe. De menselijke soort houdt niet van chaos en wil orde scheppen, of een systeem van orde bedenken. We hebben helpers nodig om ons door de doolhof van het leven in de beschaafde wereld te leiden. Voor praktische zaken zijn dat lieden als advocaten en loodgieters, maar tot wie moeten we ons wenden als het gaat om de zin van het leven? Mensen hebben behoefte aan iemand die hen zegt wat te doen en wat de waarheid is. Uit die behoefte, uit dat onbehagen, ontstaan godsdiensten.

Waar houdt het gezond verstand op? Waar ligt de grens tussen waan en geloof?

STORR: Goeie vraag. Die grens is heel dun en rekbaar. Gekte zit in ieder van ons, bijna iedereen gelooft in irrationele dingen. Velen onderschrijven geloofsovertuigingen die niet te bewijzen vallen. De maagdelijke geboorte van Christus en de verrijzenis zijn excentrieke onwaarschijnlijkheden voor een biologisch ingesteld scepticus. Zijn al die christenen daarom gek? Als het er maar een paar honderd waren, zouden we zeggen van wel. Nu niet. Het hangt er maar van af hoeveel mensen je sociaal accepteren. Als er slechts enkelen in geloven, is het waanzin. Als miljoenen het geloven, heet het godsdienst. En dat is algemeen maatschappelijk aanvaard en gerespecteerd.

De laatste jaren duiken er steeds meer nieuwe sekten en goeroes op, en raken steeds meer mensen in hun netten verstrikt. Hoe is dat te verklaren?

STORR: In Engeland zijn er momenteel minstens zeshonderd sekten of nieuwe godsdiensten. Het geloof in de traditionele doctrines daalt sinds een paar decennia. Velen missen iets. Er gaapt een leegte, ze zoeken een antwoord op de vraag naar de zin van het leven, een doel om voor te leven. Ze worden gedreven door idealisme in deze wereld vol kapitalisme en bureaucratie.

Goeroes bieden het antwoord en een zekerheid die voor velen aantrekkelijk is. Het is ook stimulerend om bij een groep te horen met dezelfde overtuiging. Een geloof is verleidelijk: het maakt je bijzonder, en je bent uitverkoren om tot dat clubje te behoren. Volgelingen vertonen ook vaak de neiging tot arrogantie voor wie hun mening niet deelt, en voelen zich ver boven het gepeupel verheven.

Maakt de behoefte aan zingeving de mensen blind?

STORR: De werkelijkheid wordt er alleszins door vertekend. Leerlingen kennen een goeroe machten toe die zijn eigen verwachtingen overtreffen.

Dat is de paradox van de goeroes: ogenschijnlijk blaken ze van zelfvertrouwen, maar anderzijds hebben ze een grote behoefte aan volgelingen om dat zelfvertrouwen op te vijzelen. Goeroes twijfelen in het begin zelf aan hun theorieën, ze willen anderen daarin laten delen om zélf overtuigd te worden. Als ze de verlangde bevestiging krijgen, kunnen ze het succes nauwelijks zelf geloven.

Ze voldoen aan elkaars behoeften: volgelingen hebben nood aan een leider, de goeroe aan de geruststelling die volgelingen bieden.

De totale gehoorzaamheid die een goeroe eist, is een van zijn aantrekkingspolen: het ontslaat de aanhangers van zelfstandig denken en verantwoordelijkheid, van twijfels of angsten. De adoratie en macht die dat tot gevolg heeft, is van slechte invloed op goeroes: ze beginnen te lijden aan zelfoverschatting en spelen zeer handig in op de onheilspellende neiging van de mens tot gehoorzaamheid.

Waar komt die neiging vandaan?

STORR: In vergelijking met andere dieren duurt het bij de mens erg lang om volwassen te worden. Wij blijven – sommigen levenslang – iets kinderlijks behouden: die neiging tot gehoorzaamheid en aanhankelijkheid, het verlangen naar liefde, aandacht en onvoorwaardelijke aanvaarding. Dat lijkt de goeroe te bieden, zijn charisma is een valkuil voor het kind in ons. Je valt voor iemand, zonder onderscheid te maken tussen glas en kristal.

Is het te vergelijken met verliefd worden? En is dat, zoals Freud zei, ook een vorm van waanzin?

STORR: Ook verliefdheid is niet rationeel, en er is zeker sprake van een enorme overschatting van het voorwerp van je liefde. Ook volgelingen van goeroes verliezen elke objectieve beoordelingszin. Maar daarom mag je niet alle volgelingen van goeroes afdoen als neurotisch of onvolwassen, zoals je alle verliefden ook niet als dusdanig kan bestempelen. Ik begrijp de nood aan een geestelijke leraar volkomen, maar ik wil de mensen waarschuwen: let op de signalen, om te voorkomen dat je in verkeerde handen valt. Wantrouw figuren die door zichzelf in beslag worden genomen en autoritair zijn, die hun welsprekendheid hanteren als hun charmante maar gevaarlijke wapen. Ook elke beweging die zich sociaal of geografisch afzondert, is verdacht. Wie onverschillig of afkerig staat tegenover familiebanden, is dat ook. Wie heel je leven wil bepalen, deugt niet. Als je moet breken met je verleden en je familie, ben je op de verkeerde weg.

Anthony Storr, “Reuzen op lemen voeten”, uitgeverij Nieuwezijds, 250 blz., 800 frank.

“Goeroes zijn reuzen op lemen voeten. Hun basis is zeer zwak.”

“Bhagwan, de profeet van vrije seks, was veeleer een voyeur dan een minnaar.”

“De mens vertoont een onheilspellende neiging tot gehoorzaamheid.”

“Elke kritiek is voor de goeroe een teken van vijandigheid.”

Griet Schrauwen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content