Dirigent Leonard Slatkin beseft dat het symfonisch orkest zijn publiek moet omarmen, wil het de 21ste eeuw halen.

Lange tijd was hij chefdirigent bij het Saint Louis Symphony Orchestra en sinds kort leidt hij het National Symphony Orchestra, zeg maar Washington. Dichter bij de politieke besluitvorming, de ideale plaats voor Leonard Slatkin om zijn zaak te verdedigen. Hij is beschaafd en beminnelijk. Een heer van stand, ideaal uitgerust om tot de hoogste kringen door te dringen. De Amerikaanse president spreekt hij aan met Billy. Maar een dirigent in Amerika moet meer kunnen en ook meer doen dan lobbyen. Jeugdconcerten dirigeren bijvoorbeeld. Want dat is investeren in de toekomst.

Waarom zijn jeugdconcerten zo geliefd in de States ?

LEONARD SLATKIN : Dat heeft alles te maken met het gebrek aan interesse van de regering voor kunst in de scholen. Daardoor moeten de orkesten nu in de rol van leraar stappen. In Washington bijvoorbeeld, heeft het orkest niet altijd zijn honderd leden nodig. Wanneer we werken aan een Mozartprogramma, gaan de andere leden van het orkest naar de scholen. Niet als orkest, maar als individuen. Daar doen ze dan muziekprogramma’s, ze onderwijzen, ze praten met de studenten. Dat maakt nu wezenlijk deel uit van wat een orkest vandaag is.

Er zijn nogal wat orkesten, vooral in de States, die het moeilijk hebben of verdwijnen.

SLATKIN : Duitsland is de uitzondering. Met de val van de muur en van de oude politieke structuur kwamen er ineens zeven orkesten bij, daar was ineens bijna te veel muziek.

Kan er dan te veel muziek zijn ?

SLATKIN : Je kan altijd van iets te veel hebben. Je kan bijvoorbeeld in een restaurant te veel eten. Ik was vorig jaar in Berlijn en daar speelden twee ?Ring?-cyclussen van Wagner tegelijkertijd. Dat lijkt me waanzinnig. Maar meestal heeft het verdwijnen van orkesten met de economische toestand te maken en met het feit dat die orkesten dikwijls geen voeling hebben met de economische wereld. Dit jaar staakte het orkest van Philadelphia. Eén van de punten was dat ze geen radio-uitzendingen meer hadden en dat er geen platen meer werden gemaakt zoals voorheen. Niemand doet dat nog ! Het is allemaal veranderd. Je kan niet meer terug, je moet nieuwe wegen zoeken.

In San Francisco ging de staking voornamelijk over ziekteverzekering. Atlanta staakte omdat de raad van bestuur de omvang van het orkest wilde verkleinen. Elke stad heeft zijn eigen problemen. Dat komt vooral omdat er op ieder vlak van amusement zoveel concurrentie is tegenwoordig. Ik kan thuis zitten en via mijn satellietontvanger naar concerten uit de hele wereld luisteren, ik kan zelfs naar sommige kijken als ik dat wil. Ik kan naar sport kijken, naar films. Het wordt erg moeilijk om mensen het huis uit te krijgen. We moeten dus naar manieren zoeken om van een concert een unieke ervaring te maken die ze alleen daar kunnen meemaken. In feite verschillen concerten nu niet echt van die vijfenzeventig jaar geleden. Ouverture, concerto, symfonie. Dat is een concert. We moeten manieren vinden om een nieuw publiek aan te trekken.

Komt het publiek nu al niet meer ?

SLATKIN : Het komt niet door gebrek aan opleiding. Voor veel mensen is een concert een rare beleving die ze niet willen, omdat ze het niet kennen. En de steun van grote bedrijven loopt terug omdat die tegenwoordig liever geld steken in sociale programma’s, voor aids-onderzoek, voor het heropbouwen van afgebrande kerken, geen onbelangrijke zaken natuurlijk, of ze investeren in sport. Tegen het einde van deze eeuw komen de kunsten in een zeer moeilijk parket terecht. Wat het juiste antwoord daarop is, weet ik ook niet. We trachten ons op het publiek terrein te bewegen. We proberen de politici ervan te overtuigen dat kunsten even belangrijk zijn als wetenschappen.

Dat geldt ook voor andere domeinen. Op het gebied van de journalistiek : er zijn bijzonder weinig steden die meer dan één krant hebben. Ooit had New York elf kranten. Nu is er nog een grote krant en wat kleintjes, er is geen concurrentie meer op dat vlak. Het volstaat nu om advertenties te werven om geld te verdienen. Het tast ieder domein van de maatschappij aan.

Is de crisis ook niet dat het symfonisch orkest niet meer van onze tijd is ?

SLATKIN : Dat denk ik niet. We moeten alleen andere manieren vinden om het publiek weer naar de concertzaal te lokken.

Bijvoorbeeld, de jongste jaren zien we een groeiende interesse voor opera, en opera is nog ouderwetser dan een symfonie. Hoe komt dat ? Niet dankzij de drie tenoren. Wel om een zeer eenvoudige reden. Ze komen wanneer we boventitels plaatsen en het publiek kan lezen waarover gezongen wordt.

Dan begrijpen ze wat er op scène gebeurt. Met een orkest kunnen we dat natuurlijk niet doen. Maar we zouden andere manieren kunnen verzinnen. Door te discussiëren met het publiek, door muziekfragmenten te demonstreren. Er moet een manier bestaan om het publiek deel te laten hebben aan datgene waarmee wij op het podium bezig zijn. Opera is daar al in geslaagd, nu is het onze beurt om dat te doen. Als je bijvoorbeeld naar de vierde symfonie van Brahms gaat luisteren, een stuk dat je al honderd keren hebt gehoord. Op een zeker moment kom je tot ?dit wil ik niet meer horen.? Maar misschien, als wij de tijd zouden nemen om te zeggen : ?In deze passage gaan we dit doen en daar moet je op letten wanneer we het werk in zijn geheel spelen.? We kunnen demonstreren hoe de interpretaties van de ene tot andere dirigent kunnen verschillen. Dat doe ik nu al. Misschien dat de mensen dan niet langer komen om de muziek te horen. Misschien luisteren ze dan wel. Misschien moeten we meer exotisch werk spelen. Dingen die nog nooit gehoord zijn. We zijn helemaal geen negentiende-eeuwse instelling, we kunnen makkelijk de eenentwintigste eeuw tegemoet treden, maar door op een nieuwe manier met ons publiek om te gaan.

U bent geboren in Los Angeles, voor de meeste Europeanen het einde van de woestijn, was dat ook zo ?

SLATKIN : Mijn ouders waren beiden muzikanten, in de filmstudio’s en in de klassieke muziek. We kregen meerdere keren bezoek van Stravinsky, Schönberg leefde daar, Rachmaninov, Krenek. Veel componisten trokken naar Los Angeles. Dikwijls erg belangrijke componisten voor de ontwikkeling van de muziek. Het zal dan wel een woestijn geweest zijn, maar het was de oase in de woestijn. In de jaren veertig, vijftig was het geweldig in L.A. Waarschijnlijk zelfs vergelijkbaar met het Parijs van de jaren twintig. De creatieve krachten die de filmstudio’s losmaakten, waren zeker zo belangrijk als de andere die niets met film te maken hadden. Korngold, Steiner of Bernard Herman, al die mensen waren net zo belangrijk als Schönberg. Ik heb iedereen gekend. Ik ben wat ouder dan ik er uit zie. Het was een bijzondere tijd en een excellente muzikale gemeenschap daar. Soms wordt me die vraag andersom gesteld. Dan vraag ik : wie waren in de jaren vijftig in zeg maar Duitsland de belangrijke componisten ? Dan antwoorden ze Hindemith. Maar op dat ogenblik was Hindemith in de Verenigde Staten. Stockhausen ? Horen we die regematig in de concertzalen ? Nee, dus. Stravinsky en consoorten kwamen naar de Verenigde Staten om verschillende redenen. De oorlog, maar Schönberg zat daar aan de West Coast ter wille van zijn gezondheid.

Ik heb hem ontmoet, maar veel herinner ik me niet van hem. Mijn ouders hebben ?Verklärte Nacht? opgenomen, hij kwam verschillende keren naar ons huis tijdens de repetities. Hij hield zijn jas aan en bleef mompelen, om verschillende redenen. Ik kende ook veel van zijn leerlingen. Veel filmcomponisten studeerden bij Schönberg. Hij was een zeer strenge leraar. De leerlingen moesten eerst ?Das Wohltemperierte Klavier? van Bach analyseren voor ze toegelaten werden in zijn klas. Hij drong zijn studenten nooit zijn eigen principes op. Hij onderwees alleen de basis van de harmonie en de theorie.

Een ander aspect van de Amerikaanse cultuur is de jazz en de populaire muziek.

SLATKIN : De mensen zijn vergeten dat lichte muziek ook deel uitmaakt van de muziek. Beethoven, Mozart en Schubert refereren constant naar de populaire muziek. Liedjes, dansen. Waarom zouden we onze eigen vormen dan niet incorporeren in onze concertmuziek ? Toen Gershwin zijn ?Rhapsody in Blue? schreef, zal dat zeker wel schandaal hebben verwekt. Maar dat was altijd zo. De taal van de populaire muziek verandert ; de ländler werd een wals, de mars werd een ragtime en werd een onderdeel van de jazz. Nu lenen hedendaagse componisten ook van de eigentijdse populaire muziek. Rock & roll dringt binnen in symfonische muziek. Het maakt deel uit van de cultuur. Al weten we niet wat dat binnen vijftig jaar zal opleveren. We spelen een stuk van Christopher Rouse, een belangrijk Amerikaans componist. Hij geeft compositie aan het conservatorium, maar ook een cursus over de geschiedenis van rock & roll. Hij vindt dat een geldige vorm van muziek die moet worden begrepen. In zijn muziek vinden we verschillende elementen uit die rock & roll terug. Wat vinden jullie fantastisch ? Piazzola en tango’s.

Zegt daar iemand : dat is vreselijk, dat zou niet mogen ?

Natuurlijk niet. Het is mooie muziek, wel een beetje ouderwets, maar toch aardig. Als je een tango van Albeniz zou spelen, zou iemand daar iets tegen hebben ? Nee toch. Ik zie dat niet als een probleem. Hoe meer muziek je het publiek kan aanbieden, hoe beter. Anders kom je het meesterwerksyndroom tegen. Hetzelfde meesterwerk elk jaar. Dat kan je toch niet doen.

Een belangrijk Amerikaans componist is John Corigliano. Van hem nam u zijn eerste symfonie op. Maar die stond al op plaat. Waarom ?

SLATKIN : Die was al zes jaar eerder door Chicago opgenomen, het was voor hen geschreven. Maar ik vond dat het zo’n belangrijk werk was, niet alleen vanwege de muzikale inhoud maar ook door het onderwerp. Het gaat niet alleen over muziek, het gaat ook over aids, over iets anders. Het heeft een boodschap. Ook liet ik zelf het werk in première gaan in New York, Boston, ik heb het dikwijls gespeeld. Ik doe het zo anders dan Danny ( Barenboim), waardoor het een heel ander stuk lijkt. Daarmee wil ik niet zeggen dat hij het niet goed doet, maar ik voel het helemaal anders aan.

En waarom zou iemand een Beethovensymfonie opnieuw opnemen ? Als je in een stuk gelooft en je denkt er iets nieuws over te zeggen te hebben, waarom dan niet ? We zullen eerder gebrek aan ideeën hebben in het standaardrepertoire. Tenzij je natuurlijk een oude muziekspecialist bent. Voor mij is het moeilijk om telkens nieuwe Beethovens te moeten horen. Ik heb het gevoel dat ik net zo goed naar Toscanini of Furtwängler kan luisteren.

Lukas Huybrechts

Leonard Slatkin neemt op voor het label RCA Victor Red Seal met o.a. ?Of Rage and Remembrance? Symphony 1 met het National Symphony Orchestra. 09026 68450 2.

Leonard Slatkin : We moeten naar manieren zoeken om van een concert een unieke ervaring te maken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content