De Europese Unie maakte Oost- en Midden-Europa in 2004 rijk.

Niet meer dan een jaar geleden was het lang niet zeker dat de Polen met de toetreding van hun land tot de Europese Unie zouden instemmen. Vandaag voelt ruim driekwart van de Poolse bevolking zich bijzonder gelukkig in de Unie. Dat mag niet verbazen. Polen ontving de voorbije acht maanden ruim 2,5 miljard euro uit de Europese kas – het dubbele van de som die het land tot de Europese begroting bijdroeg. Het inkomen van de boeren ging met sprongen omhoog en het vrije verkeer van goederen en diensten liet de Poolse export met 30 procent stijgen. Het toerisme groeide met 20 procent.

Polen is niet de enige nieuwe EU-lidstaat die over 2004 schitterende cijfers kan laten zien. De nieuwe lidstaten deden het bijna gênant beter dan de oude EU-lidstaten. In Polen, Tsjechië, Hongarije, Slowakije en Slovenië groeide de economie met gemiddeld 4,6 procent. De drie Baltische staten deden het met een groei van 6,7 procent nog beter. In de afwikkeling van de crisis rond de verkiezingen in Oekraïne ondervonden Polen en Litouwen trouwens ook dat hun stem zwaarder woog omdat ze als volwaardige leden van de Europese Unie rond de onderhandelingstafel zaten.

Die nieuwe situatie biedt het voordeel dat de Oost-Europeanen straks minder geneigd zullen zijn om de Europese grondwet af te wijzen. Hongarije en Litouwen hebben de tekst overigens al goedgekeurd. Polen organiseert een referendum over het nieuwe verdrag, maar het succes van het Poolse lidmaatschap maakt dat Brussel zich daarover nog weinig zorgen hoeft te maken.

Dat wil niet zeggen dat de verstandhouding tussen de nieuwe en de oude lidstaten nu zoveel beter is geworden. Vooral Duitsland en Frankrijk zijn van mening dat Oost- en Midden-Europa de belastingen te veel verlagen om de economie te stimuleren. Berlijn en Parijs verwijten de nieuwe lidstaten dat ze met hun lage heffingen banen wegplukken uit West-Europa, maar dat ze tegelijk wel een beroep doen op de regionale fondsen van de Unie – die met West-Europees belastinggeld worden gespijsd.

Vooral het aanstekelijke voorbeeld van Slowakije is een doorn in het oog. Dat land hanteert sinds vorig jaar met groot succes een vaste aanslagvoet van 19 procent voor personen, bedrijven en btw. Alvast Polen en Tsjechië overwegen een even scherpe maatregel. Buurland Oostenrijk zag zich al knarsetandend verplicht om zijn bedrijfsbelasting in 2005 fors te verlagen, van 34 procent naar 25 procent.

© The Economist

Copyright The Economist

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content