Wat hebben werknemers aan opties en warrants van hun bedrijf? Een voorbeeld.

Iemand moet Jos K. geprezen hebben, want op een ochtend bood zijn werkgever hem opties aan. Gratis opties op aandelen van het bedrijf? K. luisterde aandachtig naar de uitleg. Spelde ’s avonds met zijn vrouw het toegeschoven contract uit. Daar zat nog eens een spaarpotje in. Zijn baas offreerde 500 opties op aandelen Alienor, die 40 euro genoteerd stonden. En de beurskoers zou stijgen, daar kon je gif op innemen. Alienor boerde uitstekend. Tegen de tijd dat hij het eerste pakket van 200 opties na vier jaar in 200 aandelen mocht omzetten, zou elk aandeel allicht 60 euro waard zijn.

Koersverschil 20 euro. Jos K. becijferde zijn winst bij de verkoop van het eerste pakket aandelen: 20 euro x 200 = 4000 euro of 161.360 frank. En dan bleven er de volgende jaren nóg 300 van de 500 opties te verzilveren, bij een nóg hogere beurskoers. K. rekende in het totaal op een klein half miljoen frank winst. Of juister: op zoveel meerwaarde. En meerwaarde wordt niet belast.

‘Maar als je dat optiecontract aanvaardt, moeten we wel direct 40.000 frank belasting betalen wegens het verkrijgen van een fiscaal voordeel’, wierp mevrouw K. op. Bedrijfsvoorheffing namelijk op 10 procent van de totale uitoefenprijs: de prijs om de opties in aandelen om te zetten. ‘Kijk maar: de uitoefenprijs van een optie blijft 40 euro, de huidige koers van het aandeel. Vermenigvuldigd met 500 stuks, maakt 20.000 euro. Op 10 procent daarvan, dus 2000 euro, betalen we pakweg 50 procent voorheffing: maakt 1000 euro of ongeveer 40.000 frank. Nogal kras. De overheid int nu al belasting op een inkomen dat je pas over vier jaar en later te beurt valt.’

Toch vond Jos K. het optiecontract een geschenk dat hij niet kon weigeren. Een visje van 40.000 frank aan de haak, om later een half miljoen frank te vangen, daarvoor wou hij wel de week Parijs schrappen waarvoor was gespaard.

Helaas. Vier jaar later bleek de koers van Alienor niet gestegen, maar wel van 40 naar 20 euro gezakt. Opties tegen 40 euro omzetten in aandelen die maar de helft waard waren, zou al te gek geweest zijn. Er zat voor K. niets anders op dan te wachten, in de hoop dat de koers van het aandeel weer serieus boven zijn uitoefenprijs klom.

Kafka leek voorlopig in het beleggersvolk gevaren.

TIJD BRENGT RAAD

Een streep verbeelding, om aan te geven dat zo’n opties risicoproducten zijn. Ze worden uitgeschreven om werknemers te laten delen in de groei van hun onderneming, via de evolutie van het bedrijfsaandeel. Maar uiteindelijk beslist de markt, de beurs, over de waardering van die groei. Met andere woorden: de vraag naar het aandeel en het verkoopaanbod bepalen de prijs van het aandeel. En vraag en aanbod getuigen niet altijd van grote redelijkheid onder de beleggers. Soms speculeren ze hard vanuit de buik. De marktprijs van een aandeel stemt dan niet meer overeen met de potentiële waarde van een bedrijf.

Zo’n scheeftrekking blijft natuurlijk niet duren. Op lange termijn bewijzen de bedrijfsresultaten wat een aandeel echt waard is. Vandaar de opvatting van de rustige belegger: aandelen zijn spaarproducten voor de lange termijn. Ze staat haaks op de instelling van speculanten die uit zijn op snel geld.

Hoe ook, wie gelooft in de groei en bloei van zijn bedrijf, aanvaardt opties. Ze kunnen bijvoorbeeld lopen over een periode van tien jaar. In zo’n lange tijdspanne zijn er normaal geschikte momenten om ze te lichten. Er geldt echter nooit een verplichting om opties uit te oefenen. Na het verstrijken van de laatste uitoefenperiode worden ze wel waardeloos.

Wat gebeurt bij overlijden, ontslag of pensionering is bij overeenkomst geregeld. De optiehouder kan bijvoorbeeld een begunstigde aanwijzen op wie de opties overgaan, mocht hij overlijden. In dat geval, of bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst, moeten de opties bij de eerstvolgende uitoefenperiode worden omgezet in aandelen.

Opties staan op naam ingeschreven in een register dat het bedrijf aanlegt. Ze zijn niet overdraagbaar aan iemand anders. Wanneer ze worden uitgeoefend, is de begunstigde vrij om verworven aandelen over te dragen, ze in portefeuille te houden of te verkopen wanneer het hem uitkomt.

KAPITAALVERHOGING

Wat is nu het verschil tussen opties en warrants van het bedrijf? Voor de werknemer is dat verschil sinds een paar jaar omzeggens weggevlakt. Warrants geven, net als opties, het recht om op welomschreven tijdstippen tegen een vastgelegde prijs aandelen te kopen. Maar van werkgeverszijde bestaat wel een verschil. Opties worden namelijk omgezet in aandelen die ofwel aangekocht worden uit de beursmarkt, ofwel komen van de hoofdaandeelhouder van het bedrijf. Terwijl warrants een aankooprecht verlenen op nieuwe aandelen. Warrants zijn bij het uitschrijven zogenaamd ongedekt, omdat er op dat moment nog geen onderliggend goed bestaat (aandelen) waarop ze recht zullen geven. Pas als de verscheidene warranthouders in de afgesproken uitoefenperiode hebben gemeld hoeveel warrants zij wensen om te zetten in aandelen, zal het bedrijf de nodige aandelen creëren. Door het uitgeven van die nieuwe aandelen, voert de onderneming een kapitaalverhoging door. Procentueel verkleint daarbij het pakket effecten van de hoofdaandeelhouder in het totaal aantal aandelen (dat vergroot).

Nog dit: om te genieten van het voordeligste belastingtarief mag de eerste schijf opties of warrants pas na vier jaar uitgeoefend worden.

Frans Vuga

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content