Vier ministers weg en acht er weer bij. De Franse premier Lionel Jospin heeft zijn regering herschikt.

Het was geen fraai beeld: de Franse premier Jospin die door enkele honderden Palestijnen wordt uitgejouwd en met stenen bekogeld, en door zijn lijfwachten in allerijl in veiligheid moet worden gebracht. Het gebeurde tijdens Jospins bezoek eind februari aan Israël en de Palestijnse gebieden. De Palestijnse manifestanten bij de universiteit Bir-Zeit namen het niet dat Jospin hun broeders van de Hezbollah, die tegen de Israëlische aanwezigheid in Zuid-Libanon vechten, ’terroristische’ activiteiten had verweten.

Jospin had de bedoeling met zijn Midden-Oostenreis eens flink te scoren op het vlak van de internationale politiek. Had de Franse premier tijdens de Kosovo-crisis nog de ongeschreven wet gerespecteerd dat buitenlands beleid tot het domaine réservé van de president van de republiek behoort, nu achtte hij de tijd rijp om de grenzen van de cohabitation met president Jacques Chirac een beetje te verleggen. Het resultaat was dat Chirac een prachtige gelegenheid kreeg om zijn premier uit te veteren. Het incident van Bir-Zeit zou symbool kunnen staan voor het gestuntel van de regering-Jospin I in de voorbije maanden. Financiën, Onderwijs, Justitie, Milieu, noem een belangrijk beleidsdepartement en het had de voorbije maanden wel met een crisis af te rekenen.

Op Milieu was er het bijzonder onhandige optreden van de groene (ex-)minister Dominique Voynet nadat de Maltese olietanker Erika voor de Bretonse kust in tweeën was gebroken. De minister vertrok enkele dagen later doodleuk met vakantie naar Mauritius. Uiteindelijk zag ze zich genoodzaakt haar vakantie af te breken, maar – op verzoek van de Bretonse vissers – bleef ze de milieuramp lang minimaliseren. Tot tijdens één stormnacht 400 kilometer kust door de oliesmurrie in een ecologisch rampgebied herschapen werd.

Minister van Justitie Elisabeth Guigou valt weinig te verwijten. Maar de grote hervorming van justitie is er niet gekomen, en ook dat heeft het imago van de regering-Jospin I geschaad. Hoewel het initiatief voor de hervorming van de president kwam, heeft de rechtse oppositie de plannen van Guigou consequent gedwarsboomd.

Klungelen is wel wat Claude Allègre en Christian Sautter deden, de voormalige ministers van Onderwijs en Financiën. Allègre slaagde er niet in op het terrein steun te vinden voor zijn plan om in het middelbaar onderwijs het aantal lesuren te verminderen en leerlingen met problemen individueel bij te scholen – le lycée light wordt het idee smalend genoemd. Om hiertegen te protesteren en verbetering van de werkomstandigheden (meer leerkrachten, kleinere klassen) af te dwingen, betoogde en staakte de onderwijswereld sinds begin januari. Half maart manifesteerden in heel Frankrijk 200.000 leerkrachten en was tweederde van het onderwijspersoneel in staking.

OLIFANTEN

Op Bercy, het Franse ministerie van Financiën, was de crisis het ergst. Eind vorig jaar moest Dominique Strauss-Kahn (DSK) opstappen als minister van Economie en Financiën en numéro deux in het kabinet-Jospin, nadat hij door het gerecht in beschuldiging was gesteld wegens fraude en omkoperij. Zijn opvolger bleek niet uit het goede hout gesneden voor deze functie. Eerst was Sautter maandenlang niet in staat duidelijk te maken hoe groot de meevaller in de belastinginkomsten van 1999 nu precies was. En daarna maakte hij de hervorming van de belastingdienst volledig onmogelijk door zijn starre opstelling.

Vier ministers werden begin vorige week de laan uitgestuurd. Acht regeringsleden (vijf ministers, één onderminister en twee staatssecretarissen) kwamen erbij. Onder deze acht twee namen die ook in buitenlandse oren zeer bekend klinken: Laurent Fabius, ooit de jongste premier van Frankrijk, die in diskrediet raakte door de affaire van met HIV besmet bloed dat aan hemofiliepatiënten werd gegeven, en Jack Lang, François Mitterrands eeuwig-charmante minister van Cultuur.

De keuze van Lionel Jospin om enkele ‘olifanten’ uit het tijdperk-Mitterrand te laten terugkeren, wekt verbazing en kritiek. Was het niet Jospin zelf die bij zijn ambtsaanvaarding in 1997 korte metten wou maken met de politieke manipulaties waarin Mitterrand zo’n meester was? Had hij niet daarom uitdrukkelijk vermeden mitterrandistes in zijn ploeg op te nemen? Vanwaar dan deze koerswijziging?

Minstens ook een kwestie van tactiek, lijkt het. Nu Jack Lang minister van Onderwijs is, is hij niet langer kandidaat voor het burgemeesterschap van Parijs. Daarmee blijft Bertrand Delanoë als enige PS-kandidaat over en is verdeeldheid in de Parijse gelederen van de partij vermeden.

Subtieler, en gevaarlijker, is Jospins zet om Fabius, decennialang zijn aartsrivaal binnen de PS, in de regering op te nemen. Fabius, tot vorige week parlementsvoorzitter, had sinds hij eind vorig jaar werd vrijgepleit in de bloedaffaire, duidelijk zin om opnieuw op de voorgrond te treden. Door hem regeringsverantwoordelijkheid te geven, versterkt Jospin zijn ploeg – Fabius is briljant – én maakt hij hem onschadelijk: hij moet nu loyaal zijn tegenover zijn premier. Als de rivalen van vroeger in staat zijn tot samenwerken, heeft de PS een droomscenario klaarliggen voor de presidentsverkiezingen van 2002: Jospin naar het Elysée en Fabius opnieuw naar Matignon.

De gok die Jospin waagt, is natuurlijk: zal Fabius in toom te houden zijn? Zal hij genoegen blijven nemen met de tweede plaats? Of zal hij, als hij weer een sterke machtspositie heeft weten te verwerven, zelf naar het hoogste ambt van de republiek dingen?

Christine Albers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content