Het linkse nationalisme is springlevend. In Schotland, Catalonië of Baskenland wordt het gedragen door een brede intellectuele elite. Niet zo in Vlaanderen. Hier is het bon ton om te schelden op alles wat ook maar een ietsepietsje Vlaamsgezind is. En dan verwijst men steevast naar het Vlaams Blok/Belang.

Dat maakt het ideologische discours bijzonder makkelijk. Wat Vlaams is stinkt, en linkse nationalisten zijn een soort excuustrutten die de boel enkel maar verknoeien en vooral in de weg lopen. Waanzin natuurlijk. Want wat zich thans ‘progressief’ noemt, is niet meteen een alternatief voor wie zich links opstelt. Sinds de globalisering is iedereen naar het centrum opgeschoven. Gaat het dus slecht met de échte linkerzijde? Eigenlijk niet, want in Europa zijn er meer dan hoopvolle tendensen, zoals de SP in Nederland en de partij van Lafontaine in Duitsland. Opmerkelijk: de stevig eurokritische SP van Nederland stelt juist de nationale staat, de bakermat van onze welvaartsstaat en de natuurlijke thuishaven van de democratie, voorop als het voornaamste oord waar het volk zijn belangen nog kan verdedigen, in een wereld waar supranationale technocratieën onder het mom van ‘globalisering’ alle sociale verworvenheden dreigen plat te walsen. Laat dat nu net voor het linkse nationalisme vandaag de juiste koers lijken.

Ook in Vlaanderen zijn er significante signalen die ons zin geven om er vooral niet mee te stoppen. Denken we maar aan het verrassende initiatief van de Gravensteengroep. Een verzameling van min of meer linkse intellectuelen die hun nek willen uitsteken om solidariteit en soevereiniteit aan elkaar te koppelen. Uit voor zover wij weten onverdachte hoek, maar dat belet de gesubsidieerde belgicisten niet om er met de botte bijl op in te gaan. Een Marc Reynebeau, het pratend gordijn van deze obediëntie, heeft zich de afgelopen jaren als een donderhond kapotgebeten op de verachtelijke Bart De Wever, en heeft nu nieuwe brekebenen gevonden in al die misleide kletsmeiers die dit abjecte manifest ondertekend hebben. Het zijn er gelukkig nog maar een tienduizendtal. Beetje vervelend is wel dat de manifesten van deze lieden niet passen in de voorgedrukte catechismus van deze hotemetoten. Probleem is dat deze belgicisten niet enkel slechte muzikanten zijn, maar vooral dat hun partituur nergens naar lijkt. Dat weten ze zelf misschien ook wel, maar ze hebben vooralsnog een klankbord dat hen niet onaangenaam in de oren klinkt.

Ach, een journalistieke zenuwpees zal het verschil wel niet maken.

door Christian Dutoit

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content