Dirigent nieuwe stijl John Eliot Gardiner is de eregast op het Festival van Vlaanderen.

EEN BEETJE UITGEKEKEN is het Festival van Vlaanderen op dirigenten oude stijl die op reis gaan met in hun koffer, naast hun tandenborstel en vers ondergoed, een dirigeerstokje. Daarmee dirigeren ze dan eender welk orkest en repertoire in gelijk welke zaal. Briljante en tirannieke technici met een verblindende charme, die hun publiek een avondje intens sensueel muziekgenot aanbieden en het laten proeven van de macht. Na afloop van het concert is iedereen tevreden. De dirigent met zijn gage en het applaus, de luisteraar met het vervullen van zijn jaarlijkse culturele plicht. Dat ging lang goed tot er de klad in kwam, want de dingen werden vrij verwisselbaar.

Alle grote orkesten, op de Wiener Philharmoniker voorlopig na, beginnen angstwekkend gelijkaardig te klinken. Ze spelen op dezelfde instrumenten, hun muzikanten hebben wereldwijd dezelfde beste leraren. Perfectie kan uiteindelijk ook saai klinken. En zelfs topdirigenten krijgen het moeilijk om zich te onderscheiden binnen de huidige overstromende muziekmarkt. Resultaat : een met de jaren gradueel slabakkende kaartenverkoop van wat voorheen topevenementen waren. Ondertussen heeft er zich wel een nieuwe generatie dirigenten gemeld. Misschien iets minder begaan met de elegantie van hun kapsel, maar des te meer met de partituur voor hun neus. Die dirigenten wil het Festival presenteren als ?Special Guest?. Twee jaar geleden was dat de Russische tornado Valeri Gergiëv, vorig jaar de spitse Hongaar Ivan Fischer. Dit jaar kreeg de Brit John Eliot Gardiner de eretitel.

Gardiner begon zijn dirigentenloopbaan in Cambridge waar hij studeerde. Hij stichtte er zijn Monteverdi Choir. Die academische achtergrond typeert hem. Hij is hoffelijk, welbespraakt, heeft een scherpe en snelle analytische geest, zin voor humor, is meertalig en een ongelofelijk harde werker. En hij is zelfbewust, heerszuchtig. Als muzikant heeft hij een klare kijk op de partituur, hij is behekst door het juiste geluidseffect en bij een stuwende vaart houdt hij er pittige tempi op na. Zijn muziek is altijd gericht, ze gaat ergens naar toe. Hij is degelijk opgeleid als musicoloog en dirigent en zoekt altijd naar de juiste akoestische oplossingen en naar nieuw materiaal. Dat hoeft niet noodzakelijk tot onmiddellijke erkenning te leiden.

VERDIENSTE.

Beroemd en berucht is in dit verband de rel rond ?Les Boréades? van Jean-Philippe Rameau. Gardiner had er in de jaren ’70 opzoekingswerk naar verricht en de muziektekst kritisch uitgebracht. Hij meende dan ook er de morele rechten op te hebben. Maar een snelle jongen had voor zijn neus de opvoeringsrechten bij de Bibliothèque Nationale in Parijs opgekocht. Gardiner negeerde die en voerde het werk toch op in het Festival van Vlaanderen Brugge. Om zich de dag nadien schuil te moeten houden in een Brugse kerk om te ontsnappen aan de Belgische justitie.

Van de oude muziek stapte Gardiner over naar moderne orkesten met een niet zo modern repertoire. Daarbij ging zijn aandacht allerlei richtingen uit. Een tijdlang was hij muziekdirecteur van de Opera van Lyon, en onlangs nam hij een prachtige ?Lustige Weduwe? van Lehar op met de Wiener Philharmoniker.

Daarbij maakt het type instrumenten, oud of nieuw, hem niet uit. Alleen, hij wil zijn kritische methode kunnen toepassen op het repertoire van die moderne orkesten om de jarenlange evidenties en de vastgeroeste slechte gewoontes in vraag te kunnen stellen. Naar het Festival van Vlaanderen komt hij met drie verschillende orkesten. Met het hem vertrouwde Philharmonia Orchestra, met het Koninklijk Concertgebouworkest, waarvan hij nog niet weet hoe de chemie wederzijds zal werken, en met het Orchestre révolutionnaire et romantique. Dit laatste orkest richtte hij op voor het romantische repertoire, het speelt op periode-instrumenten. Die klinken slanker en produceren een iets weerbarstiger geluid dan de moderne instrumenten. ?Dat voorkomt verkeersopstoppingen tussen de verschillende klanken?, zei Gardiner ooit. Zijn English Baroque Soloists en zijn Monteverdi Choir komen niet. Jammer.

Bij een duizendpoot als Gardiner is het moeilijk om te bepalen waar nu juist zijn grootste verdienste ligt. Maar de Mozart-cyclus, de zeven grote Mozartopera’s die hij met de English Baroque Soloists en het Monteverdi Choir opnam voor Archiv, komt toch dicht in de buurt. Het sluitstuk, ?Die Zauberflöte?, ligt pas in de winkel. Gardiner, trouw aan zichzelf, zal niet snel vastroesten in saaie gewoonten. Ook hier koos hij resoluut voor jonge, frisse stemmen.

Lukas Huybrechts

John Eliot Gardiner in het FVV : met het ?Philharmonia Orchestra? en pianist Krystian Zimerman, Brussel PSK 5/10 ; met het ?Orchestre révolutionnaire et romantique? en pianist Robert Levin, Gent Festivalhal 14/10 ; en met het Koninklijk Concertgebouworkest en zangeres Anne Sofie von Otter Brussel PSK 26/10.Mozart, ?Die Zauberflöte?, John Eliot Gardiner, 2cd’s Archiv 449 166-2.

John Eliot Gardiner : zijn muziek is altijd gericht.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content