De Braziliaans-Belgische brouwerij InBev wil graag het Amerikaanse Anheuser-Busch overnemen. En als dat niet lukt, gaan ze scheep met die andere grote brouwer, SABMiller. Toch?
‘Is dit wat we verstaan onder voordelen van de vrije markt?’ zo luidde de eerste reactie op de blog van FT Alphaville, toen daar in primeur gedetailleerd bekend werd gemaakt dat het Braziliaans-Belgische InBev een bod zou lanceren op zijn Amerikaanse sectorgenoot Anheuser-Busch. Want als het bod slaagt, zorgen de huidige nummers één en vier op de markt samen voor een kwart van alle bierproductie op onze planeet, goed voor een omzet van meer dan 20 miljard euro.
InBev heeft 46,4 miljard dollar (circa 30 miljard euro) over voor Anheuser-Busch, dankzij Budweiser een icoon in de VS. De Amerikanen jammeren dan ook. Op de site Marketwatch werd opgemerkt: ‘Als Bud verkocht wordt, wat volgt dan? Misschien kunnen we Alaska of Hawaï ook verkopen?’ Iemand anders verwoordde het nog scherper: ‘We’re finished as a country. ‘ Dat is lichtjes overdreven, maar ook voor de Amerikanen geldt de mantra die ze zelf vol overtuiging prediken: in de wereld waarin we leven is voor de juiste prijs veel, zo niet alles te koop.
Op de populaire Amerikaanse beleggersblog 24/7 Wall Street mekkerde iemand dat ‘buitenlandse kopers zomaar onze topmerken kunnen overnemen omdat de dollar zo zwak is dat hij lira of peso genoemd zou moeten worden’. Daar zit iets in: de Amerikanen leven al jarenlang boven hun stand. Eerst namen staatsfondsen uit Azië en het Midden-Oosten participaties in de VS, nu volgen ook andere. Dat is pijnlijk ontwaken voor heel wat Amerikanen.
InBev berekende dat na een huwelijk voor 1,4 miljard dollar bespaard kan worden tegen 2011. Wat heet besparen? De Amerikanen weten hoe de Brazilianen – de Belgen hebben niets meer te zeggen bij InBev – zich na de fusie van Interbrew en AmBev vier jaar geleden ontpopten als kille saneerders: brouwerijen werden gesloten, mensen afgedankt. Dat is geen prettig vooruitzicht. Misschien dat Amerikaanse politici zich daarom nog zullen moeien. Een van de belangrijkste vakbonden bij Anheuser-Busch had daarover al contact met de Amerikaanse presidentskandidaat Barack Obama.
Of de overname uiteindelijk zal lukken? Even werd getwijfeld of InBev wel voldoende geld bijeen zou krijgen, maar het weet zich ondertussen verzekerd van 40 miljard dollar, bijeengebracht door Barclays, BNP Paribas, Deutsche Bank, Fortis, ING, JP Morgan, RBS en Santander. Meteen een illustratie van het vermogen dat de grote financiële instellingen nog steeds hebben ondanks de gevolgen van de kredietcrisis: op essentiële momenten weten ze nog veel geld te verzamelen.
De slaagkansen van de operatie hangen dus vooral af van de reactie van de aandeelhouders van Anheuser-Busch. Sommige investeerders zijn opgetogen over het bod, dat meer dan 10 procent boven de beurskoers ligt. De families Anheuser en Busch, die er al 148 jaar de plak voeren en 4 procent van het kapitaal hebben, zijn minder gelukkig. Maar voor hen wenkt het grote geld: de man die nog het meest tegenspartelt, August A. Busch III, zou zelf 375 miljoen dollar incasseren.
En als de overnamepoging toch niet slaagt, ligt bij InBev alles klaar om samen te smelten met het nummer twee in de wereld, het Zuid-Afrikaanse SABMiller, zodat het op die manier met voorsprong de grootste brouwer ter wereld wordt.
Bij dit alles overheerst één gedachte: gelukkig kennen we nog talloze kleine brouwerijtjes, waar nog gebrouwen wordt uit liefde.
door Ewald Pironet
