In Bagdad begon de lente dit jaar met het vallen van de bommen. Ze hadden het daar wel zien aankomen. In het museum gewijd aan de grote leider Saddam Hoessein waren, net als in 1991, alle kostbaarheden al lang in veiligheid gebracht. Zoals het geweer waarmee in 1920 de Britse kolonel Gerard Leachman werd omgelegd – de familie van de schutter schonk het wapen aan Saddam Hoessein. Leachman, een collega van Lawrence of Arabia, was door Londen uitgestuurd om de Iraakse stammen gewapenderhand onder de duim te houden. Dezelfde opdracht die de Verenigde Staten vandaag zichzelf hebben opgelegd.

Schokken en verbijsteren – shock and awe, zo schijnt die tactiek te heten waarmee de Amerikanen dat hopen te bereiken. Militaire planners hebben zo een eigen bargoens. Het schijnt dat de shock-and-awe-remedie bedacht werd door een gewezen Navy-officier, Harlan Ullman, een veteraan van de eerste Golfoorlog. Hij vatte die ervaringen samen in een handzaam werkje, Shock and awe: archieving rapid dominance, dat met grote aandacht werd gelezen door de Amerikaanse legerstaf. Volgens Ullman heeft zijn tactiek alles te maken met de psychologie, met het verstoren van het normale gedrag van de vijand. De atoombommen op Hiroshima en Nagasaki bewijzen, volgens Ullman, de doeltreffendheid van zijn theorie.

In de moderne oorlogsvoering, zoals in de moderne politiek, is perceptie de realiteit. En in Irak wordt momenteel de ultieme reality show opgevoerd. Bombardementen, tankgevechten en de beschietingen van Basra en Umm Qasr komen onversneden en in real time op het scherm.

Verslaggevers in Irak zijn ‘ingebed’ in de voorwaarts stormende legereenheden en gaan stilaan praten als gepensioneerde legergeneraals en praatshowstrategen. Ze hebben het over ‘golven van staal die door de woestijn rollen’.

De oorlog is zelfs dienstbaar, als een soort muzak, voor andere tv-evenementen zoals de oscarceremonie in Hollywood. Of de uitreiking van De Gouden Uil bij ons. Literati mogen er zich even woedend tonen – want dat staat goed, zo rechtstreeks op tv. Er worden dan oorlogsverzen gedeclameerd, verzen van dichters die ooit echt onder vuur lagen. Waarop kelners drankjes en warme hapjes aanreiken.

Intussen worden, buiten beeld, de lijken van Amerikaanse marines naar de knekelhuizen van Nasiriya en Basra gesleept en blijven de verkoolde lijken van de verdedigers van Najaf achter in de woestijn.

Al die tijd zwemt de kijker, verloren, in een zee van informatie. De waarheid ligt ergens tussen de leugens.

Een jaar lang hebben de Amerikaanse legerstaf en minister van Defensie Donald Rumsfeld gesleuteld aan OPLAN 1003 V, hun plan voor de oorlog die Irak moet bevrijden van het brutale regime van Saddam Hoessein. Maar de oorlog moet ook een nieuwe wereldorde inluiden.

In 1947 verscheen een boekje, een brochure eigenlijk, The Cold War, a study in US foreign policy, van politiek commentator William Lipp- mann. Die titel gaf de naam aan het naoorlogse tijdperk. Een periode waarin de wereld bijeen werd gehouden door een net van internationale organisaties – de ene al efficiënter dan de andere – zoals de Verenigde Naties en de NAVO, die mee de spelregels bepaalden. Zo werd een delicaat wereldevenwicht in stand gehouden en ieder kende zijn plaats.

Die geordende periode ligt sedert het bombardement op Bagdad definitief achter de rug. Want ineens bekroop de rest van de wereld een heel onaangenaam gevoelen toen de Amerikaanse toestellen afgelopen donderdag hun bommenluiken openden om Irak ‘met democratie’ te bombarderen. Als gevolg van die shock-and-awe-aanpak leeft nu ook in Europa angst en verbijstering voor de ontzagwekkende militaire macht die de Verenigde Staten bereid zijn te ontketenen.

Maandenlang heeft de Britse premier Tony Blair aan de jaspanden gehangen van de Amerikaanse president George W. Bush, in de hoop de oude rechtsorde te kunnen handhaven. Het heeft niet geholpen. Er gelden nu nieuwe spelregels. De Amerikaanse politicoloog Robert Kagan, die verderop in het blad aan het woord komt, heeft ze mee opgesteld. Zijn Balans van de macht is voor de komende decennia wat De Koude Oorlog van Lippmann betekende voor vorige generaties.

De 85-jarige Robert Byrd, een Democraat en oudste lid van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, gaf onlangs in het Congres lucht aan de wanhoop die de nieuwe wereldorde bij hem opwekt: ‘Amerika heeft niet langer het imago van de sterke, altijd bereidwillige vredestichter. Het beeld van Amerika is veranderd. De wereld rond worden we door onze vrienden gewantrouwd, wordt ons woord betwist en worden onze bedoelingen in twijfel getrokken. Wat is er met dit land gebeurd? Sinds wanneer zijn we een natie die haar vrienden miskent en hekelt? Wij hebben Saddam Hoessein willen isoleren en we hebben finaal onszelf geïsoleerd.’

We leven weer in een wereld, door Thucydides al beschreven, waarin de zwakken doen wat ze kunnen en de machtigen wat ze willen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content