De Kamer maakt zich op voor een debat over de legeraankopen. Blikvanger wordt de vervanging van de F-16.

Sinds Leo Delcroix (CVP) de legerdienst afschafte en het budget bevroor, blijft het wachten op de onvermijdelijke legerhervorming. Al jaren schuiven regering en parlement die voor zich uit. VLD-defensiespecialist Stef Goris bepleit een voorzichtige aanpak.

Stef Goris: Twee jaar geleden heb ik toenmalig minister van Landsverdediging Jean-Pol Poncelet (PSC) al over de vervanging van de F-16’s geïnterpelleerd. Daarnaast heb ik hem herhaaldelijk gevraagd hoe het verder met de krijgsmacht moest en welke hervormingen hij overwoog. Veel wijzer ben ik uit zijn antwoorden nooit geworden.

Waarom moet er nu dringend worden ingegrepen?

Goris: De Koude Oorlog is voorbij, maar dat is aan de structuren van de krijgsmacht nauwelijks te merken. Nochtans zijn de taken van het leger ingrijpend gewijzigd. De nadruk ligt nu op conflictbeheersing en humanitaire acties. Daarvoor zijn een andere aanpak en organisatie vereist. Ondanks mijn aandringen heeft Poncelet weinig of niets ondernomen.

Was er obstructie bij het militair apparaat?

Goris: Ongetwijfeld is er enig conservatisme bij de legertop. De vrees voor saneringen en hervormingen is er voelbaar, zeker als het over de rationalisatie van de commandostructuren gaat.

Ook om budgettaire redenen kan een hervorming niet langer wachten.

Goris: De VLD verdedigt dat het leger zijn nieuwe taken met de bestaande budgetten uitvoert. Voor volgend jaar betekent dat 101 miljard frank. Dat moet haalbaar zijn, tenminste indien je durft te hervormen. Dan kan er ook ruimte ontstaan om materieel, nodig voor de nieuwe taken, aan te kopen. Als je alles wilt behouden, kom je er echter niet uit, tenzij je het budget verhoogt. Het heeft pas zin over de nieuwe aankopen te debatteren als je tegelijkertijd over de reorganisatie van de legerstructuur praat. Omdat Poncelet daarvoor terugschrok, krijgt minister André Flahaut (PS) nu alles op zijn bord.

Welke taken uit de Koude Oorlog kan België zeker afstoten?

Goris: Ik wil me daar vandaag niet op vastpinnen. Ik vind trouwens dat de stafofficieren aan dat debat moeten deelnemen.

De politiek beslist toch?

Goris: We moeten ons alleszins laten adviseren door de mensen op het terrein.

Heeft het na de val van de Berlijnse Muur nog zin dat België zware pantsers behoudt?

Goris: Ik geloof er niet erg meer in, ze zijn te statisch en nauwelijks te vervoeren. De militairen denken er misschien anders over, maar het zou me niet verbazen indien de zware tanks en artilleriestukken als eerste wegvallen.

De jachtvliegtuigen wilt u daarentegen behouden.

Goris: Het is veel aangenamer om de publieke opinie te vertellen dat de F-16’s niet worden vervangen. Je moet echter realistisch blijven. De oorlog in Kosovo heeft de beslissende rol van de luchtmacht aangetoond. Ik vraag me dus af of de partners er akkoord mee gaan dat België als enig Europees land geen jachtvliegtuigen meer heeft. Ik betwijfel dat we deze rekening naar de buren mogen doorschuiven.

Voor alle duidelijkheid: u wil een opvolger voor de F-16.

Goris: Ik verdedig dat er zo spoedig mogelijk een debat komt en we zo vlug mogelijk overleg plegen met de bondgenoten. Als zij ermee instemmen dat België in de toekomst geen jachtvliegtuigen meer heeft, des te beter. Elke weldenkende mens zal zo’n besparing toejuichen. Ik betwijfel echter dat het zover komt. Allicht zal men ons vragen dat we ons deel van de rekening betalen.

Zegt u nu dat België slechts kan beslissen na raadpleging van de partners?

Goris: Het lijkt me bijzonder riskant om eenzijdig taken af te stoten. Dat zou als een boemerang kunnen terugkomen.

Eind januari moet de regering uitsluitsel geven of ze een ticket voor de Joint Strike Fighter koopt. Op dat ogenblik zal het overleg met de partners niet afgerond zijn.

Goris: Het ticket is belangrijk. Een twintigtal Vlaamse bedrijven zijn bijzonder geïnteresseerd om aan de ontwikkeling van dit vliegtuig deel te nemen. Als we het ticket niet aanschaffen, grijpen ze naast de contracten. Met alle gevolgen van dien voor de Belgische en Vlaamse industrie.

We kopen toch geen vliegtuigen om de Vlaamse bedrijven te plezieren?

Goris: De belangen van de industrie zijn slechts een zijdelings aspect. Belangrijker is de kostprijs. Als je de aankoop uitstelt tot het vliegtuig in productie is, betaal je doorgaans heel wat meer en kun je met de opleiding van de piloten in de problemen komen. Het is toch betekenisvol dat Nederland, Noorwegen en Denemarken, die samen met ons de F-16 kochten, al twee jaar geleden in het project stapten. Momenteel is België het enige West-Europese land dat aan geen enkel programma deelneemt.

De SP en Agalev bedankten al voor de nieuwe vliegtuigen. Waarover valt er dan nog te praten?

Goris: Volgens mij deed de SP de deur niet dicht. Als blijkt dat de bondgenoten willen dat we nieuwe vliegtuigen aanschaffen en indien die aankoop budgettair haalbaar is, denk ik dat een vergelijk mogelijk is.

Midden januari debatteert u niet alleen over de vervanging van de F-16’s, maar ook over alle grote legeraankopen van de volgende vijf jaar.

Goris: Dat wordt bijzonder moeilijk, want we hebben nauwelijks zicht op het Europees leger. We moeten dus erg opletten als we nu overijld en eenzijdig taken afstoten. Het lijkt me verstandig om geen roekeloze beslissingen te nemen die de toekomst kunnen hypothekeren.

In feite bepleit u een status-quo.

Goris: Zolang er geen duidelijkheid over het Europees leger bestaat, moet je voorzichtig manoeuvreren.

U bezocht onlangs het Pentagon. Hebben ze u daar ingepeperd dat België meer voor defensie moet uitgeven?

Goris: In Kosovo is duidelijk geworden hoe slecht de Europese krijgsmacht eraan toe is. De Amerikanen kunnen daar niet mee lachen.

In 1998 besteedde België 1,59 procent van het binnenlands product aan defensie. Te weinig volgens Washington?

Goris: Uiteraard, de Amerikanen staan daar heel anders tegenover dan Europa. Het is echter mijn overtuiging dat er in Europa militaire convergentiecriteria zullen komen en strikte afspraken inzake aankopen.

Paul Goossens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content