Wat het resultaat van het Franse referendum op 29 mei ook wordt, voor de Parti Socialiste wordt het een bloedbad.

De sfeer is soms grimmig op de bijeenkomsten van de Franse Parti Socialiste. ‘Laat dit alstublieft géén burgeroorlog worden’, reageerde voormalig premier Laurent Fabius vorige week in een poging om de gemoederen te bedaren. ‘Bespaar me de kwetsende argumenten en uitspraken. Laten we respect tonen voor elkaar.’ Fabius, de nummer twee van de Franse socialisten die volop campagne voert voor een ‘Nee’ tegen de Europese grondwet, had nog maar eens een stroom van scheldtirades over zich heen gekregen. Vanuit de eigen partij én vanuit de regering. Minister van Ontwikkelingssamenwerking Xavier Darcos (UMP) verklaarde dat ‘Fabius zich prostitueert bij de krant l’Humanité‘, omdat de socialist aan de communistische krant een interview had gegeven. En de minister van Transport noemde Fabius’ campagne ‘doorspekt van onwaarheden’.

Toch was de verzoeningsoproep van Fabius in de eerste plaats gericht tot de mensen in zijn eigen partij. ‘Wat ik doe, is alléén bedoeld om de socialisten en de andere partijen van links te herenigen’, zei hij. Maar sinds hij zijn kaarten op tafel heeft gegooid en campagne voert voor een ‘Nee tegen Europa’, is Fabius voor sommigen in zijn partij persona non grata geworden. Zeker sinds hij aansluit bij de andersglobalist José Bové. ‘Kun je als voormalig premier en minister van Economie, en mét de keuzes die Fabius daarbij heeft gemaakt (hij werd een ‘liberaal socialist’, nvdr), vandaag l’Humanité en, godbetert, José Bové het hof maken? Hoe geloofwaardig ben je als politicus nog? Het doet me glimlachen’ zei PS-partijvoorzitter François Hollande, die zoals de meesten in zijn partij voluit gaat voor een ‘ja’.

De breuk tussen de topfiguren binnen de partij is totaal. Zoals wel meer socialistische en sociaal-democratische partijen in Europa, is de Franse PS vandaag verdeeld over de grondwet. Maar de onenigheid die bij anderen sluimert, kijkt bij de Franse socialisten ramen en deuren uit.

Een somber feest

Wat bezielt de partij die dit jaar haar honderdste verjaardag viert? Ze is diep verdeeld, zo diep dat haar verjaardagsfeest verliep in mineur. ‘Nochtans zijn crisissen binnen de Franse PS niet uniek’ zegt Claude Estier, voormalig socialistisch senator en auteur van het boek Un combat centenaire û 1905-2005. In 1920 struikelde de partij over een breuk met de communisten, tijdens het Vichy-regime werd ze tijdelijk opgeheven, en eind jaren vijftig ontstond er gespletenheid over het regeringsbeleid in Algerije.

Dit keer gaat het om de rivaliteit tussen twee topfiguren: Lionel Jospin en Laurent Fabius. Die gaat terug tot de parlementsverkiezingen van 1986. Lionel Jospin was partijvoorzitter, Laurent Fabius was premier. De vraag rees wie de campagne voor de socialisten zou leiden. Ze raakten het niet eens en de openlijke ruzie die daarop volgde zou jaren aanslepen. Later, tijdens de regeerperiode van Jospin als premier (1997-2002), toen Fabius minister van Financiën was, leek de zaak bijgelegd. Maar na de historische nederlaag van Jospin bij de presidentsverkiezingen in 2002, waar hij in de eerste ronde verloor van de extreem-rechtse Jean-Marie Le Pen, kwam de weg weer vrij voor Fabius. En nu Jospin zich weer mengt in het debat over de grondwet, is de onenigheid groter dan ooit.

Officieel was de Parti Socialiste nochtans níét verdeeld over de grondwet. Op 1 december 2004 organiseerde de partij voor ’t eerst een intern referendum. De uitslag was niet mis te verstaan: een meerderheid, 59 procent van de leden, sprak zich uit vóór een ratificatie van de Europese grondwet, 41 procent was tégen. De partij zou dus campagne voeren voor ‘ja’.

Achteraf bleek het een grove misrekening. Partijvoorzitter François Hollande had één ding over het hoofd gezien: de presidents- en parlementsverkiezingen van 2007. De vooraanstaande verdedigers van het ‘nee’-kamp bleven net zolang stil tot er electoraal wat te verdienen viel. ‘Lionel Jospin, Jacques Delors, François Hollande maakten een karikatuur van het nee-kamp’, verdedigt Claude Bartonole, burgemeester van Pré-Saint-Gervais, zijn dichte medestander Laurent Fabius. ‘Maar het was president Jacques Chirac (UMP) die de kers op de taart zette: “Je kunt niet tegelijk Europees zijn en toch ‘nee’ stemmen”, zei hij. Voor Fabius was de maat vol. Hij trok de straat op en ging zélf campagne voeren.’

Een meesterlijke zet of een diepe overtuiging? ‘Fabius had la France profonde verkend op zijn motor’, verdedigden zijn aanhangers hem. ‘Nu wist hij hoe het sociaal écht gesteld was met de Franse maatschappij.’ Hoe het ook zij, de peilingen waren Fabius gunstig gezind. De ja-stemmen die, gesteund door een forse mediacampagne, al wekenlang de bovenhand hadden, werden ingehaald door het nee-kamp.

Toch speelt ook de grondwet een verscheurende rol op de Franse linkerzijde. De laatste tijd lieten veel socialisten zich zéér ambigu uit over ‘Europa’. Een paar maanden geleden nog klommen ze op de barricades tégen de Bolkestein-richtlijn, omdat ze vonden dat Europa veel te liberaal geworden was. Een van hen was onze europarlementariër Mia De Vits (SP.A). Maar net als vele andere vooraanstaande socialisten in Europa trancheerde ze. En sprak ze zich uitdrukkelijk uit voor een ‘ja’, dat ze ging verdedigen bij de Franse vrienden in Parijs.

De metselaar en zijn kist

Europa vormde in het verleden al vaker een twistpunt in de Parti Socialiste. Dat was zo bij de onderhandelingen over een Europese Defensiegemeenschap in 1954. Later waren er hevige discussies over het toetredingsverdrag van het Verenigd Koninkrijk (1972), over de Eenheidsakte (1986), het verdrag van Amsterdam (1997) en het verdrag van Nice (2001). ‘Maar in het verleden toonden de socialisten zich steeds voorstanders van het Europese project’, zegt Claude Estier. ‘Op basis van pragmatische en realistische overwegingen hebben ze steeds weer met de verdragen ingestemd.’ Dat deden ze ook over het verdrag van Maastricht, maar de overwinning was nipt. Bij het interne referendum over de grondwet in december 2004 stemde een meerderheid vóór. Maar nu zou de stemming wel eens aardig kunnen tegenvallen.

De media hebben het ‘ja’-kamp nochtans de grootst mogelijke ondersteuning geboden. Zelfs het linkse magazine Le Nouvel Observateur volgde de mainstream van de PS, en drukte week na week vrachten argumenten af om ‘ja’ te stemmen. Ook de sociaal-democraten uit andere landen snelden de elites van de partij te hulp om hun campagne voor een ‘ja’ kracht bij te zetten. Het Cirque d’Hiver in Parijs werd het decor voor een opmerkelijke bijeenkomst van de belangrijkste sociaal-democratische leiders van Europa: de Portugees Mario Soares, de Fin Paavo Lipponen, de Spanjaard Joseph Borrell, en ook Elio Di Rupo kwamen er pleiten voor een ‘ja’. ‘Omdat de grondwet een gereedschapskist is waarbij alles afhangt van de metselaar die ze gebruikt’, aldus Di Rupo. ‘De toekomst van de sociaal-democratie ligt voor hen binnen Europa’, commentarieert Claude Estier. Sinds Jean Jaurès en Léon Blum maakt de Franse Parti Socialiste, net als de meeste andere Europese sociaal-democraten, deel uit van een internationalistisch gerichte beweging. Wat betekent een ‘nee’ vanuit dat perspectief?

Het klinkt paradoxaal, maar ook de tegenstanders van de grondwet zijn doorgaans voorstanders van Europa. Velen hopen dat een ‘nee’ een heilzame werking zal hebben voor Europa. Ze zien de Fransen als de enigen die met een zekere autoriteit een crisis kunnen uitlokken, die ertoe zou kunnen leiden dat het Europese project een nieuwe wending krijgt. De Franse journalist en auteur Eric Dupin betwijfelt zelfs of er aan de linkerzijde eigenlijk wel zoveel enthousiasme bestaat over de grondwet. Dupin: ‘François Hollande gaf duidelijk te verstaan dat je niet geloofwaardig bent als toekomstig presidentskandidaat, als je ‘nee’ stemt tegen de grondwet. ‘Ja’ is een paspoort voor de macht, en dat heeft bij veel socialisten zeker meegespeeld.’

Zijn de tegenstanders, zoals Laurent Fabius, bij een ‘nee’ dan uitgespeeld?

‘Helemaal niet’, denkt Dupin. ‘Als ‘nee’ het haalt, komt Fabius wellicht aan het hoofd van de partij. Veel meer dan de huidige voorzitter François Hollande is hij in staat om de linkerzijde te herenigen. Het is een oude les van Mitterrand, die in zijn ambitieus project van 1972 om opnieuw een grote socialistische partij te bouwen, met de communisten in zee ging. Hij omhelsde ze, om ze daarna te verstikken.’ Vandaag omarmt Fabius alle schakeringen van extreem tot radicaal links binnen en buiten de partij. ‘Fabius heeft begrepen dat de partij nood heeft aan een nieuw project’, aldus nog Dupin.

Dat vinden ook de vertegenwoordigers van het ‘ja’-kamp, die zich daarover willen buigen op een congres in 2006. Maar welke richting het dan uitgaat, en wie het daar voor het zeggen krijgt, zal afhangen van de uitslag van 29 mei. Een ding staat vast: wat het resultaat ook wordt, eind mei zal het op de partijzetel van de Franse PS donderen en bliksemen.

Door Ingrid Van Daele

Ook de tegenstanders van de grondwet zijn doorgaans voorstanders van Europa.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content