De nieuwe Europese maatregelen zijn rechtlijnig, streng en helemaal niet tijdelijk. De landbouwsector zal financieringsmethoden moeten zoeken om leefbaar te blijven. Vlaams minister van Landbouw en Leefmilieu Vera Dua (Agalev) maant hem aan om daar zo snel mogelijk mee te beginnen.

JA

Vera Dua

‘Ik besef ten volle dat de door Europa goedgekeurde aanpak nogal drastisch is. Een draconische remedie valt in de huidige omstandigheden evenwel zeker te verdedigen. De omvang van de crisis is immers niet te onderschatten en de mogelijke opties om ze te bezweren zijn beperkt. De beste manier om er volstrekt zeker van te zijn dat er geen enkele vorm van contaminatie meer mogelijk is, bestaat erin om alle diermeel te verbieden.

Volgens sommige wetenschappers zouden we ons selectiever of flexibeler mogen opstellen. Zo zouden we dierlijk voedsel voor sommige soorten vee kunnen toelaten. Dat zou echter verschrikkelijk streng gecontroleerd moeten worden en er zou dan een uiterst strikte scheiding moeten komen tussen de verschillende diersoorten. Geen gemengde bedrijven meer met kippen, koeien én varkens dus.

Als minister van Landbouw én van Leefmilieu is mijn onmiddellijke doelstelling het oplossen van het nijpende afvalprobleem. Het ergste wat me kan overkomen is dat de verwerking van het slachtafval helemaal wordt, dan zouden er zich tamelijk onfrisse toestanden beginnen voor te doen in de vleessector. De vervuiler moet in principe betalen, maar er is op dit ogenblik duidelijk sprake van een patstelling. Om die reden wil de regering zich engageren om de sector gedurende drie maanden, met terugwerkende kracht, gedeeltelijk bij te springen. De stockering en vernietiging van het afval wordt ten dele door de overheid bekostigd, als ze tussen vijftien december vorig jaar en vijftien maart dit jaar plaatsvindt. Ook zal een bijkomende afvalverwerkingssteun worden gegeven aan de rundveehouders. Op die manier willen we de betrokkenen de tijd geven om in samenspraak met de regering een meer structurele oplossing te vinden.

Daar willen we eigenlijk naartoe: dat de grote landbouworganisaties, de vleesverwerkende bedrijven en de boeren samen overleg plegen over mogelijke financieringsmethoden om de duurder geworden, maar veiligere vleesproductie te bekostigen. De overheid kan hier een coördinerende rol vervullen, maar zal in geen geval met geld over de brug blijven komen. We willen enkel een inspanning leveren om de rundveebedrijven tijdelijk uit de wind te zetten. Na de omschreven tijdsperiode ligt de verantwoordelijkheid in deze materie echter bij de betrokkenen zelf.’

NEE

Roger Saenen

De boeren betalen geen frank. De overheid moet zelf de gevolgen maar dragen van haar paniekvoetbal. Dat verklaart Roger Saenen, woordvoerder van de Boerenbond.

‘Volgens de Boerenbond mag de landbouwsector in geen geval opdraaien voor de kosten, die het gevolg zijn van de recente maatregelen tegen de BSE-crisis. De voornaamste reden daarvoor ligt in het feit dat die maatregelen wetenschappelijk totaal geen steek houden en bovendien perverse effecten genereren. Het algehele verbod op beendermeel, uitgevaardigd door Europa, gaat zelfs in tegen het advies van de Europese veterinaire experts.

Reeds in 1994 mocht er in België geen beendermeel meer verwerkt worden in het voeder van herkauwers. Twee jaar later werd die maatregel door Europa bekrachtigd. Ons land was op dat gebied dus een van de pioniers in Europa. In 1998 vaardigde de Belgische staat dan de maatregel uit om ook het risicomateriaal (de hersenen, het ruggenmerg) van alle runderen te verbranden, samen met de kadavers, die reeds langer vernietigd werden.

Aangezien BSE zo’n vijf tot zes jaar incubatietijd nodig heeft, zullen deze beslissingen slechts met vertraging hun doel bereiken. Daarom worden in dit land op dit ogenblik alle runderen die ouder zijn dan dertig maanden getest op de ziekte aan de hand van de Bio-Rad-methode. In de meeste Europese landen wordt de PRIONICS-test gebruikt. Die biedt minder zekerheid maar is goedkoper. Ook hier zijn we dus, samen met Finland en Zweden, de beste leerlingen van de klas. Dit alles bij elkaar genomen, mogen we er toch van uitgaan dat de toestand, met het vertragingseffect in het achterhoofd, reeds onder controle was. En toch wordt die nieuwe, dure maatregel van kracht.

Dierenmeel is een leverancier van de voor kippen en varkens onontbeerlijke eiwitten. Men verkrijgt het door de deshydratering en verpulvering van slachtafval. Dat is afkomstig uit het deel van de dieren, dat in principe voor menselijke consumptie geschikt is. Het betreft hier voornamelijk de pezen, het vet en de taaie vleessoorten. Geen ingewanden dus. Plantaardige eiwitten en diermeel van buiten Europa zijn vanzelfsprekend duurder. Zelf soja kweken als alternatief is bijna onmogelijk. De Blairhouse-akkoorden beschermen immers de producenten in de Verenigde Staten, ironisch genoeg het land van de genetisch gemanipuleerde gewassen.

Als de diverse beleidsmakers door een potje paniekvoetbal een belangrijke, waardevolle en niet te vergeten veilige grondstof willen vernietigen en er een afvalstof van maken, moeten ze ook maar de kosten op zich nemen. De vervuiler betaalt.’

Opgetekend door Gerry Meeuwssen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content