Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Omdat het Opus Dei de voorbije weken ruime aandacht heeft gekregen in de pers en wij goed geplaatst zijn om daarover iets te vertellen, zullen wij daarover iets vertellen.

Het was onze chef-Wetstraat die er op een redactievergadering mee kwam aanzeulen : een antieke loodzware Grundig-bandopnemer die hij niet zonder moeite in het midden van onze monumentale vergadertafel neerpootte. Hij stopte een verlengkabel in het stopcontact, legde een magnetofoonband op, en schakelde het toestel aan met de enthousiaste woorden : ?Dit moet ge horen, mannen.? Wat losbrak was een herrie waarbij horen en zien verging. Een lawine van geschreeuw en gekrijs, een orkaan van gedreun en gedruis : de Spice Girls ! !

De verbijsterde blikken rond de tafel spraken boekdelen. Onze directeur roerde ontzet drie in de plaats van twee suikertjes door zijn koffie, onze chef-justitie haalde het gemeentelijk reglement op geluidshinder en het strafwetboek uit zijn aktentas, en onze chef-economie, eerste tuba in fanfare De Eendracht, stopte zijn oren dicht met de resten van een pas gedoofde sigaar. Onze chef-muziek vluchtte het lokaal uit. Intussen stond onze chef-Wetstraat in trance van het ene been op het andere te wippen, knipte ritmisch met de vingers, rolde met hoofd en schouders, gaf in het luchtledige een paar gevaarlijke jabs, en schreeuwde tot ons aller afgrijzen uit : ?I’ll tell you what I want, what I really really want : I wanna ziggazigga ziggazigga-ahhh.?

Wij zaten met open monden te staren. Dit wierp een heel ander licht op de politieke ontwikkelingen in Luik. En op de onverklaarbare sympathie van onze chef-Wetstraat voor de onderzoeksrechters Ancia en Doutrèwe. Toen het geluidsfragment, kennelijk opgenomen tijdens het kelen van een leger dolgedraaide biggen, afgelopen was en de oude Grundig kreunend en piepend tot stilstand was gekomen, keek iedereen ademloos naar onze directeur. Hoe op te treden tegen een zotternij van dit kaliber ?

Onze baas liet de stilte, onwezenlijk na de pas gehoorde kakafonie, een tijdje op iedereen inwerken, slurpte aan zijn koffie, krabde in zijn baard, keek onze chef-Wetstraat onderzoekend aan, en zei : ?Spoel dat bandje eens terug.? Tien seconden later stonden alle cheffen bovenop de tafel te stampen en te brullen van ?We wanna ziggazigga-ahhh.? Een toevallige voorbijganger zou nooit geloofd hebben dat het hier de anders zo ernstige redactie van Knack betrof.

Sindsdien hangen de muren in onze kantoren, nog maar net behangen voor het bezoek van de koning, vol met gewaagde foto’s van de Spice Girls, met ronduit obscene posters van de Spice Girls, en met minuscule stukjes textiel, waarvan een eerlijk ogende Italiaanse verkoper ons verzekerde dat het lingerie was die de Spice Girls persoonlijk hadden gedragen. Onze chef-poëzie, die van Berchem is en daar zoals elke dichter een pand betrekt op de lelijke Cogels Osylei, heeft een sonnet geschreven met als titel : Apple Spice Girls.

Onze redactie, en nu komen we terug bij ons uitgangspunt, is wel vaker het toneel van vreemde rituelen. Zo gaan onze directeur en onze chef-Wetstraat elke morgen discreet bij elkaar zitten en nemen in de kranten de overlijdensberichten door. Aan de hand van de tekentjes boven elk bericht kruis dan wel passer en winkelhaak maken ze de stand op. ?Zeven van u Rik,? telt onze directeur dan tevreden, ?en maar twee van ons.?

Onze directeur wordt zowel door de meesters en gezellen van het Grootoosten als door die van de Grootloge erkend als Opperbouwmeester. Hij vormt in zijn eentje een overkoepelende obediëntie, La Parfaite Légalité geheten, die erkend wordt door de United Grand Lodge in Londen, de moeder aller maçonniekers.

Onze chef-Wetstraat daarentegen heerst, als geheim raadgever van de prelaat van Rome, achter de schermen over de Societas sacerdotalis Sanctae Crucis et Opus Dei. Hij waakt gestreng over de toepassing van het gedachtengoed van Josémaria Escriva, en verzet zich met hand en tand tegen profane frivoliteiten van het type Pinksterbeweging of Orde van Malta. Zijn volgelingen op Knack zijn te herkennen aan een lichte welving onder de pijpen hunner pantalons. Veroorzaakt door om de dijen gespannen en met kraaienpoten en scheermesjes opgesmukte boeteriemen. Die volgelingen bestaan uit onze chef-economie.

Alle andere redacteurs kiezen voor onze directeur. Zij vallen op door onverklaarbare gebaren en grimassen die een buitenstaander verkeerdelijk als spasmatisch zou kunnen omschrijven, maar die in feite behoren tot het geraffineerde systeem van signes dat logebroeders onder elkaar hanteren.

Onze chef-Wetstraat en onze chef-economie verbazen hun collega’s geregeld door tijdens vergaderingen op de grond in de plaats van op een stoel te gaan zitten. Vanuit deze oncomfortabele positie trekken zij dan van leer tegen de zedeloze vermakelijkheden die gepropageerd worden in de rubriek Cultuur, en tegen de blasfemische literatuur die wordt aanbevolen in de rubriek Boeken. Soms zingen ze het Salve Regina of tuchtigen ze elkaar, onder luide aanmoedigingen van de rest van de redactie, met de bullepees.

De mannen van onze directeur vallen dan weer op door onaangekondigd hun schootsvel om te binden, en geblinddoekt en met witte handschoenen doorheen de vijf hoeken van onze werkplaats te dansen. Hierbij het ene been voorwaarts zwierend, en het andere achterwaarts. Tegelijkertijd prevelen zij gebeden ter ere van Sint-Jan en zwaaien zij met kandelaars waarop drie kaarsen branden. Na drie maal zes minuten gaan zij weer zitten.

Wat ons heeft verbaasd in al de reeksen over Opus Dei is dat de Club Narval (Tervurenlaan 263) wel ter sprake komt, maar dat de nochtans voordehandliggende link met het pand een steenworp verderop nooit is gelegd. Aan de achterkant komt ons kantoor trouwens uit in de Rue des Atrebates. Ook niet onbesproken de jongste maanden.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content