Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Schitterend nummer drie weken geleden, met die satellietfoto’s van Vlaanderen. Eerlijk gezegd, wij zien op die foto’s niets. Ja, de zee, die menen we min of meer gelokaliseerd te hebben. Voor de rest : tien bladzijden vol groene vlekken. Iets wat men eventueel nog zou kunnen verwachten in de rubriek Cultuur, maar niet in het ernstige gedeelte van Knack. Waar die milieu-jongens over zeuren, is vanuit ruimte-perspectief onbegrijpelijk.

Wij hebben die vijf kaarten dagenlang bestudeerd. ?Merk de radiale structuur van oude steenwegen in het ommeland rond Leuven,? staat er in een onderschrift, waarvoor onze chef-topografie Peter Renard danig zijn best heeft moeten doen. Wij zien Leuven niet eens liggen ! Laat staan de oude steenwegen in het ommeland. Of nog : ?De Ninoofse steenweg rijt als een lans de westelijke flank van de hoofdstad open.? Welke hoofdstad ?

Tot op een dag Renard met de grote middelen kwam aanzetten : een magnetische ionenmicroscoop met een vacuümbuis van anderhalve meter hoogte en een spanningsveld van vijf miljoen volt. Waarnemingsvermogen : 0,003 tot de elfde ångström. Een sterkere vind je in de hele wereld niet. Kostprijs vierentwintig miljoen frank.

TOEN DE KAARTEN onder dit kanon werden geschoven, zagen wij plotseling alles veel scherper. Neem die bewuste Knack nr. 48 en sla hem open op bladzijde 80 ( Vlaams Brabant en Brussel). Meet nu op de x-as 17,82 centimeter af, en op de y-as 11,45. Op dat punt bevindt zich de Tervurenlaan 153, en de satelliet kijkt onbeschaamd onze redactie binnen, dwars door het gat in het dak boven het bureau van uw dienaar. De foto is gemaakt op een dinsdagochtend kwart voor twaalf velen zullen dit dinsdagmiddag noemen en toont een redactievergadering in volle gang. Wie zelf over een ionenmicroscoop beschikt, zal een merkwaardig tafereel ontwaren.

Vooreerst deze toelichting : de man met de baard aan het hoofd van de tafel, met een dampend kopje koffie voor zich, is onze directeur. Naast hem, van boven gezien links, zitten hoofdredacteur Hubert Van Humbeeck, adjunct van de hoofdredactie Frans Vuga, en een indrukwekkende rij cheffen. Rechts van onze directeur : onze redactiesecretaresse Ria Samyn, die in een razende steno probeert om alle heen en weer geslingerde beledigingen in de notulen te acteren. Aan haar zijde eindredacteur Ben Herremans met zijn hoofd in zijn handen. Verder de overgebleven cheffen en redacteurs. Aan het andere hoofd van de tafel zetelt hoofdredacteur en chef-justitie Frank De Moor, vanuit de lucht te herkennen aan de rode baret op zijn hoofd. Voor hem op tafel een lijvig dossier waarop de naam door de kroonluchter erboven niet helemaal leesbaar is, maar hij begint met een L en eindigt op ppens.

Kijk nu goed naar wat zich midden op de vergadertafel afspeelt. Daar ligt één man lang uitgestrekt op zijn rug te spartelen, terwijl zijn gezicht wordt dicht getimmerd door de pneumatisch op en neer denderende vuisten van een kerel die schrijlings bovenop hem zit. Wat u ziet zijn onze chef-boeken en onze chef-wetenschappen.

Aanleiding voor het handgemeen was een voorstel dat onze chef-cultuur maanden geleden had gelanceerd, en waarbij de hele redactie onder tafel was gegleden van het lachen : een ideeënbus ! Een bus waarin eenieder anoniem bemerkingen of suggesties kwijt kon. Die bus is lange tijd zo leeg geweest als de clubkas van RWDM, maar toen ze voor de aardigheid toch een keer werd omgekapt, bleek er tot ieders verrassing een idee in te zitten. Van anonimiteit was niet echt sprake, want de indiener stelde voor om de rubriek Boeken met acht bladzijden uit te breiden, en dit ten nadele van de rubriek Wetenschappen. Niet zo gauw had onze directeur dit voorstel voorgelezen, of onze chef-wetenschappen stak toe met de scalpel die hij altijd in zijn binnenzak heeft zitten. Onze chef-boeken sloeg terug met een werk van Harry Mülish.

NU HEERST ER tussen beide cheffen al langer een vete, die ontstaan is toen een kogelvrije vest van Reynebeau niet langer kogelvrij bleek te zijn, nadat een onvoorzichtige Draulans ermee uit Sarajevo was teruggekomen. Kort nadien was er een pijnlijk ongelukje, toen onze chef-boeken op een ochtend het bureau van onze chef-wetenschappen binnensloop, om hem die vest betaald te zetten. Het bureau van onze chef-wetenschappen is in feite geen bureau, maar meer een experimenteel laboratorium. Het is vergeven van vreemd uitziende buizen, flessen en potten. Er hangen gewassen die in geen enkele encyclopedie zijn terug te vinden. En er kruipen genetisch gemanipuleerde organismen rond, waarvan met geen mogelijkheid te zeggen is tot wat voor species ze behoren.

Vooraleer met dit alles een lelijke streek uit te halen, leste onze chef-boeken zijn opkomende dorst met een glas dat hij verkeerdelijk voor Dentergemse Bruine aanzag, maar dat in werkelijkheid gevuld was met dodecylbenzeensulfonaat. Het effect was sensationeel. Reynebeau sloeg donkerpaars uit, zijn aderen zwollen bol op in zijn gelaat en spatten met een doffe knal uit elkaar, hierbij een eeuwenoud natuurkunde-boek kwistig met bloedvlekken besprenkelend. Onze chef-boeken stond van de ene voet op de andere te wippen, als een dolleman bij wie ze een mand mieren in zijn pantalon hebben gekapt. Na een tijdje stormde hij de muur op, liep ondersteboven over de zoldering, en sprong met een dubbele flik weer naar beneden om over de vloer te gaan kronkelen als een slang met astma.

Toen hij drie maanden later weer op de redactie verscheen, beschuldigde Reynebau zijn collega van schuldige nalatigheid met zijn etikettering. Draulans, op zijn beurt, daagde zijn rivaal voor de tuchtraad vanwege het ontvreemden van een zeldzame chemische stof.

DAT HIJ UITGEREKEND AAN deze vijand bladzijden zou moeten afstaan, was de druppel die de emmer deed overlopen. Nadat onze directeur de beide kemphanen uit elkaar had getrokken, snelde onze chef-wetenschappen naar de telefoon en belde de groene lijn van Connerotte.

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content