Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

In de Kroonraad van Knack geven vooraanstaande politici hun opinie over de actualiteit. Deze week Willy Claes over de oorlog in Irak, de gevolgen voor de economie, de politieke toekomst van Bush en Blair, de Europese defensie, en de genocidewet.

n Mijnheer Claes, de militaire opmars van Amerikanen en Britten in Irak loopt minder vlot dan voorspeld.

WILLY CLAES: Dat er inderhaast 130.000 bijkomende militairen worden gestuurd, is het beste bewijs dat de planners de moeilijkheden en de tegenstand onderschat hebben. Eerlijk gezegd verbaast me dat niet. Oorlog is geen videospelletje, ook al wekt men soms die indruk. En technologische superioriteit volstaat niet altijd. Denk aan de interventies naar aanleiding van Kosovo, waarbij spoedig bleek dat president Slobodan Milosevic ook niet zomaar door de knieën ging. Men heeft toen aan het begrip precisiebombarderen een vrij brede interpretatie moeten geven. In de Golfoorlog van ’91 heeft men 39 dagen lang bombardementen uitgevoerd vooraleer de eerste soldaat voet zette op het Iraaks grondgebied. Nu is gekozen voor een andere strategie, de problemen die zich daarbij stellen waren gemakkelijk te voorzien. Ik kan mij dan ook niet van de indruk ontdoen dat de Amerikaanse inlichtingendiensten eens te meer bewijzen hebben geleverd van hun verbazende onkunde. Ze hadden gehoopt dat de Amerikanen met bloemen en applaus zouden worden onthaald in Irak, maar dat lijkt heel anders uit te pakken.

Riskeren de Amerikanen een nieuw Vietnam?

CLAES: Militair gesproken niet. De Amerikaanse overmacht is zo uitgesproken dat dat uiteindelijk moet leiden tot een totale nederlaag van het Saddam-regime. Hoewel ik niet gerust ben over de laatste fase van die strijd, want het zou kunnen dat daarin chemische wapens worden gebruikt. Ik kan me niet inbeelden dat de Amerikanen zich zullen laten verleiden tot een stadsguerrillaoorlog in Bagdad, waarbij ze straat na straat moeten schoonvegen. Maar het alternatief is een herhaling van de Kosovo-tactiek: steeds meer – en ook steeds meer burgerlijke – doelwitten bombarderen vooraleer de stad in te nemen. Dat impliceert veel schade en leed. Ik vrees dat op lange termijn de weerslag van deze oorlog in de moslimwereld in het algemeen en de Arabische wereld in het bijzonder, desastreus dreigt te worden voor de Amerikanen en voor het Westen. In dat opzicht zou je wel van een tweede Vietnam kunnen spreken.

Over wat na de val van Saddam moet gebeuren, lijken de Amerikanen ook niet zo zeker te zijn.

CLAES: Irak is geen simpel land. Het is een etnisch allegaartje waarbij naast de klassiek gegroeide tegenstellingen tussen soenieten, sjiieten, Turkmenen, Koerden en anderen, er ook nog het fenomeen is van de vele elkaar vaak vijandig gezinde stammen. Daar moet je een totaal gebrek aan bestuurskunst aan toevoegen, omdat ze meer dan veertig jaar onder een dictatuur hebben geleefd. Om dat alles onder controle te houden, is een langdurige militaire aanwezigheid vereist, en ik vraag me af of de Amerikanen zich daar ten volle van bewust zijn geweest. Hun beslissing om militair in te grijpen zonder internationale dekking is volgens mij een vergissing geweest.

Was een interventie door VN-blauwhelmen een betere oplossing?

CLAES: In elk geval een meer voorzichtige. Ook in die formule was men verplicht geweest om een groot contingent militairen – laten we het woord ‘bezettingsmacht’ van de Fransen maar gebruiken – voor een lange periode ter plaatse te houden. Dat zou ook tot schermutselingen hebben geleid, want de Baath-partij en de republikeinse garde zouden die VN-troepen op hun grondgebied niet zomaar hebben aanvaard. Maar het zou minder schade en slachtoffers hebben veroorzaakt, en dus minder weerstand in de moslimwereld en bij de publieke opinie. Beschermd door die blauwhelmen hadden de VN-wapeninspecteurs hun werk langer en beter kunnen doen.

Bush senior won de eerste Golfoorlog ,maar werd niet herkozen. Gaat Bush junior dezelfde weg op?

CLAES: Dat valt op dit moment niet te voorspellen. Vergeet niet dat in de Verenigde Staten de media nogal unilateraal informeren, of misschien wel desinformeren, over deze oorlog. De Amerikaanse perceptie is niet noodzakelijk dezelfde als de onze. Maar belangrijker is dat presidentsverkiezingen in Amerika bepaald worden door interne factoren. Wat ons brengt tot de moeilijk te beantwoorden vraag: wat met de economische situatie na deze militaire confrontatie? Er zijn twee totaal uiteenlopende stellingen. Aan de ene kant heb je mensen als Alan Greenspan, die verwachten dat de oorlog niet lang zal duren en de economie snel het vertrouwen zal herwinnen. Anderen vrezen dat het militair niet zal verlopen zoals gehoopt, en dat daardoor nog meer onzekerheid zal ontstaan, zowel in hoofde van de consument als van de zakenwereld, en dat we evolueren naar een recessie, sommigen spreken zelfs van een depressie. Zo ver wil ik het niet drijven, maar als de economie inderdaad een negatief effect ervaart van dit militair avontuur, zal het voor Bush slecht aflopen.

Zijn begroting vertoonde al een groot tekort, en de kosten van de oorlog zullen hoger oplopen dan gepland.

CLAES: Minister van Defensie Donald Rumsfeld heeft al zenuwachtig moeten toegeven dat ze eigenlijk niet weten hoeveel het allemaal zal kosten. Niemand weet hoe lang het conflict zal duren, en hoe lang en met hoevelen en met welke middelen de militairen er nadien zullen moeten blijven. Maar de kosten gaan die van ’91 fors overschrijden, dat staat vast. De eerste Golfoorlog kostte zowat tachtig miljard dollar, waarvan een groot deel is betaald door de geallieerden van toen. Wie vandaag zal meebetalen, is niet duidelijk.

De meest optimistische economisten spreken over een directe militaire kost van een half procent van het bnp. Maar over de indirecte kost van peace-keep-ing, humanitaire bijstand en heropbouw lopen de cijfers enorm uiteen. En daar komen nog de macro-economische kosten bij, die zeer snel stijgen als de oorlog slecht evolueert. Volgens bepaalde berekeningen zou in dat geval het hele avontuur gedurende minstens tien jaar jaarlijks twee procent van het Amerikaanse bnp opslorpen. Dat is niet weinig, op een begroting die vandaag al een netto te financieren saldo vertoont van vier procent van het bnp. En dan is die begroting bovendien gebouwd op veel te optimistische vooruitzichten. Zoals een groei van 3,5 procent, die zo goed als zeker onbereikbaar is.

Alles hangt af van vier moeilijk te voorspellen factoren: hoe evolueert de olieprijs, hoe reageren de beurzen, hoe evolueert de dollar, en wat met de vertrouwensquoten bij consumenten en bedrijven? Maar hoe dan ook: waar onder Bill Clinton de begrotingen met een bonus werden afgesloten, zijn de Amerikanen nu vertrokken voor een catastrofale budgettaire periode, zeker als Bush ook nog zijn belastingverlagingen wil doordrukken.

Hoe zal Tony Blair uit dit conflict komen?

CLAES: Aan de ene kant bevestigt Blair de klassieke Britse lijn van aanhankelijkheid aan, om niet te zeggen afhankelijkheid van, de Verenigde Staten. Hun alliantie met Amerika is prioritair in hun diplomatie, ook als dat ten nadele van de Europese Unie is. Het is een structureel gegeven waar men bij de uitbouw van de EU niet omheen kan. Aan de andere kant bewonder ook ik wel de politieke moed van Blair om in te gaan tegen het verzet in de publieke opinie en in zijn eigen partij. Hij heeft een vrij precieze analyse gemaakt van de gevaren die het Westen bedreigen, meer bepaald het internationale terrorisme en de proliferatie van de massavernietigingswapens, en hij heeft daar zijn conclusies uit getrokken.

Het zou zijn politieke dood kunnen worden. Tot de laatste snik heeft hij volgehouden dat het Britse leger slechts kon interveniëren mits een nieuwe resolutie in de VN-Veiligheidsraad. Die is er niet gekomen, maar desondanks zijn de Britten toch in Irak, en ze lijden er procentueel meer verliezen dan de Amerikanen. Hoe hij dat moet blijven verkopen, is mij niet duidelijk. Zowel Blair als Bush zijn als de dood voor beelden van eigen gesneuvelde soldaten. Ik herinner mij dat die angst ook al de houding van Bill Clinton bepaalde, toen ik hem moest overhalen om met de NAVO tussen te komen in Bosnië.

België, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg houden eind deze maand een beperkte defensietop. Zij willen met zijn vieren beginnen werken aan een gemeenschappelijke defensie.

CLAES: Ik ben tegen dat idee. Een soloslim van vier of vijf lidstaten van de EU kan alleen maar de interne verdeeldheid nog meer structureren. Als het Verenigd Koninkrijk en Spanje dan weer een ander groepje rondom zich verenigen, valt de Unie uiteen in twee blokken. Een gemeenschappelijke defensie is op zichzelf te verdedigen, maar men moet absoluut ophouden met de kar voor de paarden te spannen. Eerst moeten er nu eens eindelijk garanties komen dat de EU een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid kan voeren. Zoals overigens is bepaald in de tweede pijler van het Verdrag van Maastricht. Dat betekent dat ook degenen die binnenkort op initiatief van Guy Verhofstadt samenkomen, bereid zijn om de unanimiteitsregel in de ministerraad voor buitenlands beleid op te geven. Men moet bereid zijn een deel van zijn nationale soevereiniteit te transfereren naar het Europese niveau en te aanvaarden dat daar bij stemming wordt beslist, zij het met gekwalificeerde meerderheden. Ik moet nog zien of mijnheer Chirac dat zal doen, zeker nu hij wat laattijdig tot het besef is gekomen dat de komst van tien nieuwe lidstaten de Amerikanen meer invloed in de EU zal geven.

Verder wil ik erop wijzen dat het samenvoegen van de verschillende Europese defensiebegrotingen niet volstaat om een sterke militaire macht te vormen die naast de VS kan staan. De gediversifieerdheid van onze Europese wapenuitrustingen en onze technologische achterstand tegenover de Amerikanen doen mij zeggen dat wij zelfs op middellange termijn niet bij machte zijn om nog maar een peace-keepingoperatie te verzorgen zonder Amerikaanse inbreng. Men moet dus weten dat voor een Europese defensiemacht er van alle deelnemers een volgehouden financiële inspanning nodig zal zijn. Een geïntegreerd Europees defensiebeleid kan ons inderdaad meer zeggingskracht in de NAVO bezorgen, terwijl we toch een band bewaren met de Amerikanen en hun hoogtechnologische systemen. Maar wie zegt dat we dat op korte termijn kunnen verwezenlijken, draait de mensen een rad voor de ogen.

In eigen land zoekt de meerderheid een uitweg voor de genocidewet.

CLAES: Het uitgangspunt van die wet was edel, maar de praktische toepassing ervan heeft ons in een politiek en diplomatiek onhoudbare situatie gebracht. Het klinkt wat opportunistisch, maar nu het Internationaal Strafhof stilaan operationeel begint te worden, zou ik daarvan gebruik maken om onze genocidewet terug te schroeven. Een klein land moet oppassen met het opgeheven vingertje, daar weten onze Nederlandse buren alles van. Als je hoort dat de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell twijfelt om nog vergaderingen in Brussel bij te wonen, is het alarmpeil wel bereikt. Je moet in de internationale politiek ook een beetje weten waar je limieten liggen. Met die genocidewet heeft België niet alleen de joodse wereldlobby tot wanhoop gedreven, maar nu ook de Amerikanen bijzonder nerveus gemaakt. Als je alles optelt wat wij de voorbije maanden als diplomatieke posities hebben ingenomen, vrees ik dat we daarvoor een rekening zullen moeten betalen die we in deze onzekere economische periode beter niet zouden moeten betalen.

Koen Meulenaere

willy claes: ‘de vs zijn vertrokken voor een budgeTtair catastrofale periode.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content