Het Toneelhuis zette vorige maand de aanval in tegen de Antwerpse schepen van Cultuur Philip Heylen. Een gevaarlijk afleidingsmanoeuvre, zo blijkt.

Op 19 maart ontvangen Guy Cassiers en Luc Van den bosch, artistiek en zakelijk leider van het Toneelhuis, journalisten van De Standaard, De Morgen en Knack. Die krijgen te horen dat de Antwerpse schepen van Cultuur Philip Heylen (CD&V) de werking van het stadstheater ernstig bedreigt. Cassiers wil opstappen als de schepen bij zijn voornemen blijft om tussen 2010 en 2013 een half miljoen euro te besparen. Die ingreep ‘bewijst dat hij [Heylen] de artistieke ernst en het unieke model van het Toneelhuis niet naar waarde weet te schatten’, zo klinkt het.

Kwansuis vertellen de leiders van het Toneelhuis dat ze 2007 hebben afgesloten met een tekort van 700.000 euro. Dat zou ook de schuld zijn van Heylen die in 2006 al een subsidieverlaging doorvoerde. Toch geven ze toe dat ‘de artistieke dynamiek van het Toneelhuis meer gekost heeft dan ze hadden geraamd’. Geen nood: de internationaal bejubelde producties van choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui en van Guy Cassiers zullen de komende twee seizoenen veel geld opbrengen.

Philip Heylen is ziedend. Er is volgens hem helemaal geen sprake van een subsidieverlaging (het bedrag voor de periode 2010-2013 zal gemiddeld even hoog zijn als dat van 2006-2009) en de stad wil tegemoetkomen in de exploitatiekosten van de Bourlaschouwburg zodat het Toneelhuis zijn geld voortaan alleen voor artistieke doeleinden kan gebruiken. Heylen is vooral boos omdat het Toneelhuis het tekort van 700.000 euro minimaliseert. Het theater was vorig jaar al op de hoogte van een dreigend tekort, maar tijdens een gemeenteraadszitting in juni werd daar niet over gerept. ‘En nu moet ik alles in de krant lezen’, zegt Heylen. ‘Dat is totaal onaanvaardbaar.’

ERIC ANTONIS

De paasvakantie begint. Onderweg naar Frankrijk krijgt schepen Heylen een kurkdroog telefoontje van zijn voorganger en partijgenoot Eric Antonis. Antonis staat in de cultuurwereld in hoog aanzien. Het Toneelhuis (en het kinder- en jeugdtheater HETPALEIS) waren zijn troetelkinderen én de kroon op zijn werk als schepen van Cultuur. Antonis is kort van stof: ‘Philip, ik heb na mijn vertrek nooit schoonmoeder willen spelen, maar nu moet ik tussenkomen. Ik ga iets zeggen over het Toneelhuis.’ Daarna haakt hij in. Een paar dagen later zegt Antonis in het Radio1-programma Mezzo: ‘Ik ben boos dat de stad een forse knip in het budget van het stadstheater gaat geven.’ Op 1 april, na een première in de Vlaamse Opera, zijn omstanders getuige van een hevige woordenwisseling tussen Antonis en Heylen. Een erg emotionele Antonis is daarbij vooral bezorgd over de toekomst van Guy Cassiers. De publieke stellingname van Antonis – die de interne keuken van het Toneelhuis slechts van een afstand volgt – komt er mede op aandringen van Tom Lanoye. Die volgt de ruzie tussen het Toneelhuis en het Antwerpse stadsbestuur wél op de voet.

Heylen reageert niet op de uitspraken van Antonis en bewaart zijn koelbloedigheid. Er volgt een ‘goed gesprek’ met Guy Cassiers. Die herhaalt zijn dreigement om op te stappen niet. Hij belooft wel een officiële verduidelijking (verontschuldiging?).

Cassiers beseft dat het Toneelhuis – en vooral zakelijk leider Luc Van den bosch – in een lastig parket zit. In de pers en vanuit de theaterwereld komt er geen steun voor de ‘alarmkreet’. De andere partijen in Antwerpen zwijgen ook. Logisch, aangezien de meerjarenplanning, met de zogenaamde ‘besparing’, al eerder unaniem goedgekeurd werd in de gemeenteraad.

Opvallend is de boze reactie van de collega’s van HETPALEIS. In een gesprek met Knack zegt Jan De Groof, voorzitter van de raad van bestuur, dat hij de kritiek van Eric Antonis en het Toneelhuis op schepen Heylen niet begrijpt. Antonis had begin maart in Knack het Antwerpse stadsbestuur bezworen om de subsidies voor HET-PALEIS niet te verminderen. ‘De schepen heeft zich geëngageerd om de subsidies op hetzelfde niveau te behouden met indexe-ring’, zegt De Groof. ‘Toen een week later het Toneelhuis naar de pers stapte met zijn dreigement, begrepen we niet waarom er geen overleg aan was voorafgegaan. Noch met ons, noch met het stadsbestuur.’

Jan De Groof, een oude rot in het vak en een man met een gigantisch netwerk in de cultuursector en de politiek (hij is regeringscommissaris van de Universiteit Antwerpen, was ondervoorzitter van de nationale cultuurpactcommissie en kabinetschef van minister Theo Kelchtermans) heeft enkele voorstellen klaar. ‘Het Toneelhuis en HETPALEIS kunnen op meerdere vlakken nauwer gaan samenwerken. Ik spreek niet over een fusie, maar waarom zou het stadsbestuur voor de beide theaters niet dezelfde vertegenwoordigers kunnen aanwijzen. Daarnaast moet er, voor beide huizen, een nieuwe financiële audit komen, na die van 2005. Alle cijfers kunnen op tafel. Ook een doorlichting over beheer en organisatie is meer dan wenselijk. HETPALEIS liet zo’n onderzoek extern uitvoeren op het moment van de financiële crisis. Het zorgde voor een nieuw elan en een heuse personeelsbetrokkenheid.’

De Groof verwijst naar de ‘moedige’ maatregelen die zijn raad van bestuur genomen heeft. Een forse besparing van 400.000 euro moest in twee jaar verwerkt worden. ‘De Vlaamse overheid had onze subsidie verminderd. We hebben toen geen heisa gemaakt in de pers, wel fors onze mening geuit tegen de minister zelf, vooral intern. We hebben producties geschrapt, mensen ontslagen en niet vervangen, een kritische bevraging georganiseerd en onze zaakjes op orde gebracht. Nu vertonen de rekeningen van 2007 zelfs een kleine winst en in 2008 gaan we over de 120.000 bezoekers. Een theater dat met overheidsgeld werkt, kan het zich niet veroorloven om verliesgevend te zijn. Als ‘mijn’ zakelijk leider mij komt melden dat hij een tekort heeft van 700.000 euro, dan heeft de instelling een probleem, maar de zakelijk leider zeker ook. Verder blijven functioneren zonder drastische maatregelen zou bij ons bezwaarlijk kunnen. Zo simpel is dat.’

AUDIT

De audit uit 2005 waarover De Groof het heeft, was toen al kritisch voor het Toneelhuis. De loonkosten stegen er veel te snel, staf- en directiemedewerkers werden te veel betaald, er waren de hoge zitpenningen van bestuursleden. Stefaan De Ruyck en Luk Perceval (de voorgangers van Van den bosch en Cassiers) lieten wel een spaarpotje na bij hun vertrek. Dat is nu meer dan opgesoupeerd.

Vandaag zijn er aanwijzingen dat het Toneelhuis zich niet aan de afspraken met de Vlaamse overheid houdt. Minister van Cultuur Bert Anciaux (Spirit) beloonde het theater bij de vorige subsidieronde met een stijging van 2,4 miljoen naar 3 miljoen euro, omdat Cassiers een ‘uniek model’ in de praktijk bracht. Hij gaf onderdak aan zes autonome theatermakers (onder anderen Sidi Larbi Cherkaoui, Wayn Traub en Benjamin Verdonck). In plaats van gebruik te maken van de aanwezige logistiek, blijken die nu zelf overheadkosten te genereren. Bepaalde theatermakers willen enkel met hun eigen medewerkers werken. Niemand begrijpt waarom het Toneelhuis maar liefst acht communicatiemedewerkers heeft.

Jan Denolf, adjunct-kabinetschef van minister Anciaux, reageert erg omzichtig. ‘Wij willen ons niet mengen in deze zaak. Op dit moment hebben wij geen enkele reden om te twijfelen aan de woorden van schepen Heylen. De besprekingen over het budget van het Toneelhuis na 2009 moeten nog starten. Het is dus veel te vroeg om nu al van een besparing te spreken. Onze administratie volgt de financiële situatie op de voet. Na een recente inspectie zijn er een aantal knipperlichten gaan branden. Ook de manier waarop het Toneelhuis het samenwerkingsmodel invult, wordt met argusogen gevolgd.’ Maatregelen komen er echter niet. ‘In september moeten de nieuwe dossiers voor het Kunstendecreet binnen zijn. Dan is het aan de beoordelingscommissies en de administratie om een standpunt in te nemen.’

Jan Denolf is wel bezorgd omdat de hele zaak het cliché bevestigt dat de cultuursector slordig met overheidsgeld omgaat. ‘We mogen niet vergeten dat er in de samenleving maar een heel klein draagvlak is voor cultuursubsidies. Met dit soort ruzies schieten we dus niks op’, zegt hij.

PARADOX

On the record blijven de politici (An- ciaux en Heylen) opvallend zwijgzaam bij deze zaak. Off the record is hun verontwaardiging groot. De frontale aanval van het Toneelhuis wordt absoluut niet gesmaakt. De raad van bestuur (die ontslagnemend is) en de zakelijk leider liggen onder vuur. Iedereen behoudt wel het vertrouwen in Guy Cassiers. Die zou zich als kunstenaar niet bezighouden met de centjes en van levensbelang zijn voor het Toneelhuis.

In een niet-gepubliceerd opiniestuk dat Philip Heylen naar De Standaard stuurde, heeft hij het over ‘de paradox van de professionalisering’. ‘De meeste van deze huizen [de grote cultuurinstellingen, nvdr] hebben een verzelfstandigingsproces achter de rug met een eigen raad van bestuur, waardoor de directe politieke inmenging voorgoed én terecht is weggebannen. De raden van bestuur dienen hun verantwoordelijkheid te nemen door het tekort tijdig te zien aankomen en gepaste maatregelen te nemen zoals bvb. het ontslag van een zakelijk leider en/of structurele besparingen door te voeren. [… ] Het kan niet zijn dat de overheid zonder meer het gelag moet betalen of met de vinger wordt gewezen. Het zijn de huizen zelf en hun zakelijk leiders die in de eerste plaats hun verantwoordelijkheid moeten nemen. [… ] Het leidt tot de vreemde paradox dat er – niettegenstaande de spectaculaire groei van het aantal managers in de cultuursector – nog nooit zoveel huizen in het rood geraakt zijn.’

Het blijft ondertussen wachten op een reactie van het Toneelhuis.

KNACK BLOGT: ‘ERECODE VOOR STADSTHEATERS’ VAN ROEL VERNIERS OP BLOGS.KNACK.BE/ENTRAKT

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content