In het succes van altijdgroene planten speelt temperatuur een rol.

De klimop doet het uitzonderlijk goed. De laatste eeuw heeft de altijdgroene klimplant zijn areaal in Europa beduidend uitgebreid. Plantenbioloog Michael Perring (UGent) en zijn collega’s ontdekten dat hij 14 procent meer voorkomt in 1800 onderzochte Europese bossen dan in de jaren 1930.

In Frontiers in Ecology and the Environment leggen de onderzoekers uit dat een temperatuurstijging de belangrijkste factor in het succes was. Ook de toename van schaduw in de bossen en van stifstofvervuiling – vooral door de landbouw – heeft de verspreiding beïnvloed. Omdat de klimop zijn bladeren het hele jaar door behoudt, kan hij ook in de winter energie uit fotosynthese halen. Dat biedt hem een competitief voordeel tegenover andere planten.

De klimop kan een zegen zijn voor de biodiversiteit, want er huizen veel dieren in. In de herfst zijn de bloempjes en bessen een magneet voor respectievelijk bijen en vogels.

Andere onderzoekers tonen in Nature Communications aan waarom de naalden van dennenbomen ook in de winter groen kunnen blijven. Dat is, zo blijkt, het gevolg van een aanpassing in het fotosynthesemechanisme dat planten gebruiken om energie te puren uit zonlicht. De aanpassing steunt op membraankleppen die maken dat ’s winters twee zones met elkaar in contact komen: de zone waar zonne-energie wordt opgevangen en de zone waar die energie wordt omgezet in chemische energie. In warmere omstandigheden zijn beide zones gescheiden, om licht efficiënter te kunnen gebruiken. Bij planten die hun bladeren verliezen, is direct contact geen optie.

Een aanpassing van de fotosynthese maakt altijdgroene naalden mogelijk.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content