Het wetsvoorstel om holebi’s adoptierecht te geven, doet stof opwaaien. Sinds vorige week is de onenigheid haast niet meer te overzien. Hoe liggen de kaarten in dit emotioneel bijzonder geladen debat?

‘H et blijft een raadsel hoe de ooit almachtige christen-democratie kon toelaten dat de verdediging van traditionele morele waarden, die door de kerk worden gepropageerd en die nauw aansluiten bij het gezond verstand van veel geseculariseerde Vlamingen, alleen nog worden verdedigd door een in wezen extreem-nationalistische partij, die het land wil opblazen en er een haatdiscours tegen bepaalde minderheidsgroepen op na houdt.’

Dat schreef commentator Jan De Volder in Tertio, het christelijke opinieblad dat ruim vijf jaar geleden werd gesticht om het geloof opnieuw intellectueel aantrekkelijk te maken.

‘Gelukkig zijn we ondertussen al zo beschaafd geworden om vrouwen die van vrouwen houden, of mannen van mannen, of om wie liefde voelt voor allebei, niet meer te vervolgen of op de trein te stoppen met een duistere bestemming. Gelukkig worden nog nauwelijks mensen ongelukkig omdat ze hun warme gevoelens voor een ander moeten sublimeren, moeten afkoelen in de dwangbuis van het traditionele huwelijk. Wie gelukkig wil zijn, mag dat. Hetero worden, moet niet meer. Als hetero geboren worden, is wel nog altijd makkelijker: zo ver zijn we in de emancipatie van onze gedachten nog niet in alle middens opgeschoten.’

Dat schreef hoofdredacteur Luc Rademakers in Gazet van Antwerpen, een van oudsher christelijk geïnspireerde krant die gemaakt wordt voor een breed publiek.

Sinds CD&V-voorzitter Jo Vandeurzen eerder deze maand – kennelijk een tikje voortvarend – verklaarde dat zijn partij ervoor gewonnen is om holebi’s adoptierecht te geven, heerst er grote nervositeit en onenigheid in de christelijke zuil. Kamerlid Herman Van Rompuy liet alvast verstaan dat hij zich zal onthouden, dan wel tégen zal stemmen – en misschien zal een aantal CD&V-parlementsleden hem daarin volgen. Roger Pauly, voorzitter van de Gezinsbond, liet verstaan dat hij ‘niet voor’ is: ‘Een kind is het best gediend met een vader en een moeder, zoals dat normaal is.’ De Belgische bisschoppen vinden dat adoptie door ouders van hetzelfde geslacht ‘de verwarring rond de seksuele verscheidenheid als wezenlijk kenmerk en grondslag van het gezin’ alleen maar groter zal maken. Een ‘vrij soft’ standpunt, vond Jan De Volder: ‘In Rome sprak paus Benedictus XVI duidelijker taal: hij bestempelde het homohuwelijk als een “pseudo-huwelijk, de vrucht van een anarchistische vrijheid”.’

De reactie liet niet op zich wachten. ‘Niet alle christelijke bewegingen zijn tegen homoadoptie’, schreven de voorzitters van de Kristelijke Werknemers Beweging en de Kristelijke Arbeiders Vrouwenbeweging in een gezamenlijk standpunt. ‘Wat wij veel belangrijker vinden, is dat kinderen de kans krijgen om op te groeien in een stabiele gezinsomgeving, waar ze geborgenheid vinden. Wij zijn van mening dat mensen die het grote engagement willen aangaan om kinderen op te voeden, zich daarin gesteund en gewaardeerd moeten weten. Het juridische kader moet dat engagement alle kansen geven en geen stokken in de wielen steken. En van politiek en kerk verwachten we eenzelfde opstelling.’

Het verzet komt overigens niet alleen uit kerkelijke hoek. Ook de Franstalige liberalen liggen dwars. En de Vlaamse liberaal Herman De Croo is er evenmin voor te vinden. In Knack van vorige week noemde hij ‘adoptierecht voor homofielen’ een ‘fantasietje’ – ondertussen liet hij weten zich bij een stemming eventueel te zullen onthouden.

De conservatieve keuze

Begin 2003, nog onder Verhofstadt I, keurde een paars-groene meerderheid de openstelling van het huwelijk voor holebi’s goed. Onder licht protest van Louis Michel, toen nog chef van de Franstalige liberalen van de MR. Om tegemoet te komen aan zijn bezwaren, werd besloten om holebi’s alsnog geen adoptierecht te geven – daarover zou later nog wel worden gepraat. De Holebifederatie, die al bijna tien jaar ijvert voor een totale gelijkberechtiging van holebi’s, kon zich vinden in dat tweestappenplan: eerst huwelijk, dan adoptie.

Ondertussen ligt er een wetsvoorstel waarover de paarse meerderheid – op Franstalige liberalen na, dus – het eens lijkt te zijn: als dat wordt goedgekeurd, zullen partners van hetzelfde geslacht precies dezelfde adoptierechten krijgen als heterokoppels. Op die manier kunnen officiële familiebanden worden gesmeed als een biologische band ontbreekt.

Het heeft er héél even naar uitgezien dat het voorstel vrij vlot zou worden goedgekeurd – mede dankzij CD&V, dat destijds ook het holebihuwelijk goedkeurde. Maar dat is lang niet meer zeker. Niet alleen de onenigheid aan christelijke zijde speelt de voorstanders parten, ook de Franstalige liberalen willen het nog wat rekken, zodat de wet zeker niet meer voor de zomer kan worden gestemd: ze vroegen extra hoorzittingen in de Kamercommissie Justitie. Die hoorzittingen, waarop Roger Pauly van de Gezinsbond zijn standpunt zal toelichten, vinden plaats op woensdag 22 juni, bij het verschijnen van deze Knack. In de loop van deze week zal CD&V wellicht een ‘verfijnd’ – lees: bijgestuurd – standpunt formuleren. Hoe het verder gaat met het wetsvoorstel, is onzeker: als MR én CD&V én een aantal VLD’ers tegenstemmen, zou het weleens kunnen dat er helemaal géén meerderheid meer voor te vinden is.

Dat zou Jan De Volder uiteraard een prima zaak vinden. ‘Ik denk dat we in een aantal ethische kwesties ons gezond verstand hebben laten varen’, licht hij zijn standpunt toe. ‘De paarse vernieuwingsdrang is te ver doorgeschoten. Als een meerderheid in het parlement keer op keer wetten stemt die niet aansluiten bij het gevoel dat bij een meerderheid van de bevolking leeft, dan wijst dat toch op een serieuze cultuurcrisis. Dat een christen-democratische partij daarin zou meegaan, begrijp ik helemaal niet. Om principiële, maar ook om electorale redenen. Als CD&V de centrumrechtse positie niet verdedigt, kan het Vlaams Belang dat hele veld innemen. Een kiezer die zijn stemgedrag wil afstemmen op ethische kwesties heeft dan geen andere keuze meer.’

Met homofobie heeft dat niets te maken, zegt De Volder: ‘Uiteraard moet het zogenaamde meemoederschap (de niet-biologische ouder in een lesbisch koppel dat via kunstmatige inseminatie een kind krijgt, nvdr) juridisch geregeld worden. Maar dat hoeft niet via een adoptie. Want dan zetten we de deur open voor adoptie van kinderen door twee mensen van hetzelfde geslacht met wie het kind géén biologische band heeft. En is het wel in het belang van het kind om door twee mannen te worden opgevoed? Voor een opgroeiend kind is de klassieke man-vrouwpolariteit toch wezenlijk. En een adoptiekind heeft zeker recht op de meest ideale situatie, omdat het sowieso al in het reine moet komen met zijn of haar identiteit.’

Draagvlak voor angst

Luc Rademakers, hoofdredacteur van Gazet van Antwerpen, ziet dat iets anders. ‘Als CD&V niet tégen dit wetsvoorstel is, zou het inderdaad kunnen dat een aantal conservatieve kiezers plotseling doorschiet naar Vlaams Belang’, geeft hij toe. ‘Maar de vraag is of je de structuren van de samenleving mag laten afhangen van de angst voor dat soort partijen. Wie op een angstige manier omgaat met zulke kwesties en geen oplossingen uitwerkt, creëert volgens mij een nog groter draagvlak voor partijen die teren op die onrust en die angst.’

Het standpunt van Rademakers verraste vriend en vijand, omdat Gazet van Antwerpen bij velen toch nog steeds een duidelijk christelijk en veeleer rechts imago heeft. Toch vond hij het belangrijk om een duidelijk pro-standpunt in te nemen. Want toegeven aan de angst is verkeerd, vindt hij. Het moet net omgekeerd: politici moeten durven om minder populaire stellingen tóch in te nemen, en uit te leggen aan de kiezer. Leiders moeten voortrekkers durven zijn. Net zoals een krant de lezer moet durven meenemen. ‘Wij hebben er lang en zorgvuldig over nagedacht’, zegt hij. ‘En uiteindelijk hebben we beslist dat de krant in deze zaak haar nek moet uitsteken. Dat het onderwerp gevoelig ligt, merk ik aan de reacties. Die zijn heel extreem: extreem vóór of tegen. Wat mij opvalt, is dat ik ook vanuit de redactie heel veel positieve commentaar heb gekregen, en geen negatieve. Al zou het kunnen dat de tegenstanders op de redactie niet durven reageren, natuurlijk. (lacht)

Hoe je het ook draait of keert, zegt Rademakers, wie tegen adoptie door holebi’s is, loopt altijd vast: ‘Als je dogmatisch denkt, ga je ervan uit dat alleen een man-vrouwrelatie de wil van God is. Maar wie geboren wordt met andere verlangens heeft daar zelf niet voor gekozen. Is dat dan ook de wil van God? Zo ja, dan kun je niet tegen gelijkberechtiging zijn. En als je niet dogmatisch denkt, maar uitgaat van het belang van de liefde, kun je ook niet tegen zijn. Het is trouwens zo al moeilijk genoeg als je holebi bent, laten we het voor die mensen niet nóg moeilijker maken.’

Het debat is bijzonder emotioneel geladen. Tegenstanders noemen het adoptierecht – net zoals het huwelijk destijds – een symbooldossier. Voorstanders noemen het een noodzaak. Zeker voor de lesbische vrouwen die kiezen voor een zogenaamde KID (kunstmatige inseminatie met donorsperma), want dan heeft de partner geen juridische rechten of plichten. Wat als de biologische moeder overlijdt? Wat met de erfenis? Wat bij een scheiding? Iedereen is het erover eens dat dat geregeld moet worden, alleen vinden de tegenstanders van een adoptiewet dat een wettelijk ‘zorgouderschap’ kan volstaan. Ook dat is momenteel nog niet mogelijk.

‘En in feite is dat systeem vooral geschikt voor nieuw samengestelde gezinnen’, zegt Paul Borghs van de Holebifederatie. ‘Dan heeft het kind al twee ouders, en moet de partner alleen maar een juridisch statuut krijgen, zonder dat er familiebanden moeten worden gecreëerd. Bij een lesbisch koppel dat nieuwe kinderen krijgt of adopteert, moeten wél familiebanden worden gecreëerd, anders wordt zo’n kind wees als de biologische moeder sterft, terwijl de andere moeder, die er altijd voor gezorgd heeft, nog leeft.’

Het kan érg ingewikkeld worden, geeft Borghs toe. Dat is voor hem nu net een extra reden om de adoptieregeling goed te keuren: ‘Als adoptie wordt toegelaten voor partners van hetzelfde geslacht, dan is het simpel en transparant: de ouders en kinderen worden familie van elkaar, en iedereen begrijpt wat daaronder wordt verstaan. Als we het ingewikkeld gaan maken met regelingen voor zorgouderschap of wat dan ook, dan zullen niet veel mensen nog goed begrijpen hoe het in elkaar zit. Dan moet je bij wijze van spreken hogere studies gedaan hebben om nog enigszins te kunnen volgen.’

Volgens tegenstanders van het wetsvoorstel huiveren de meeste mensen bij de gedachte dat twee mannen samen een kind adopteren. ‘Terwijl dat vandaag eigenlijk óók al kan’, zegt Paul Borghs. ‘Eenouderadoptie is mogelijk, dus als een homokoppel een kind wil adopteren, kan een van beiden met een procedure starten. Maar dan heeft de andere ouder dus ook geen plichten ten aanzien van dat kind. In het belang van het kind is het beter als béíde partners de procedure doorlopen. Dat heeft alleen maar voordelen. Per slot van rekening moet een jeugdrechter zich bij adoptie uitspreken over de geschiktheid van het ouderpaar.’

Geen paarse prutswet

N-VA-voorzitter Bart De Wever, kartelpartner van CD&V en tevens zelfverklaard conservatief, vindt hoe dan ook dat er een goede regeling moet komen. ‘Ik geloof sterk in een samenleving die een normen- en waardepatroon genereert, maar ik geloof evenzeer dat dit een dynamisch proces moet zijn’, zegt hij. ‘Ik vind dat holebi’s best adoptierecht mogen krijgen. Ons partijstandpunt is duidelijk: in eerste instantie pleiten wij voor een zorgouderschap voor partners in nieuw samengestelde gezinnen, en in tweede instantie voor de uitbreiding van de adoptiewetgeving naar partners van hetzelfde geslacht. Je kunt studies blijven lezen en hoorzittingen blijven vragen, maar op een bepaald moment moet je als politicus een beslissing durven nemen. Laten we er dus maar voor zorgen dat dit goed geregeld wordt. Want als deze discussie nog lang blijft voortduren, is dat natuurlijk geen goede zaak. Maar het moet een degelijke wet worden, geen paars prutswerk. Want zo is de ellende begonnen: men heeft twee jaar geleden het huwelijk opengesteld, en op die manier een symbool prijsgegeven, zonder dat de kwestie van afstamming en adoptie geregeld waren.’

Dat een regeling zich opdringt, lijkt voor alle partijen wel duidelijk. Ook voor het Arbitragehof, dat zich in een arrest van 8 oktober 2003 uitsprak over het probleem dat ontstaat voor een kind van een lesbisch koppel waarvan de biologische moeder overlijdt. Zonder zorgouderschap óf adoptieregeling zou dat kind ‘elk recht op verzorging, hieronder begrepen het recht op onderhoud en op bescherming van de persoon die het heeft opgevoed, kunnen verliezen’.

Paul Borghs bestudeerde ruim drie jaar geleden trouwens al een uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dat had zich uitgesproken over een klacht van de Franse leraar Philippe Fretté, die was geweigerd voor adoptie vanwege zijn homoseksualiteit. Dat vond het Hof geen discriminatie. Een gezin, eventueel een eenoudergezin, heeft geen ‘recht op een kind’, oordeelde het Hof – bij adoptie is het omgekeerd: een kind heeft ‘recht op een gezin’. Elk land moet volgens het Hof de vrijheid hebben om te kiezen of het homoseksuelen al dan niet in aanmerking laat komen om een kind te adopteren.

Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens oordeelt over staten die partij zijn bij de Raad van Europa. ‘Dat zijn niet alleen lidstaten van de Europese Unie’, legt Borghs uit. ‘Maar ook landen zoals Turkije, bijvoorbeeld, en Polen, dat ten tijde van het arrest nog geen lid was van de Unie. In die landen staat de gelijkberechtiging van holebi’s nog niet zover, en dat verklaart de uitspraak. Uiteindelijk heeft het Hof gezegd dat elk land vrij mag kiezen.’

Tegenstanders van de adoptieregeling kunnen de uitspraak van het Hof aangrijpen om hun argumenten kracht bij te zetten. Er wordt in het arrest immers ook verwezen naar het gebrek aan psychologische studies die kunnen aantonen dat twee ouders van hetzelfde geslacht geen negatieve impact zouden kunnen hebben op het kind. Onzin, aldus Borghs: ‘Het gebruik van psychologische argumenten in de juridische discussie over homoseksueel ouderschap berust vaak op vooroordelen, waarbij de argumenten gebaseerd worden op theoretische beschouwingen die veeleer ideologisch dan empirisch van aard zijn. In tegenstelling tot wat beweerd wordt door het Hof werd er de afgelopen jaren heel wat onderzoek verricht naar de psychologische gevolgen van homoseksueel ouderschap. Uit dit onderzoek kwamen geen uitgesproken negatieve elementen naar voren.’

De Holebifederatie verwijst voorts naar de American Psychological Association, die haar officiële standpunt baseert op al het beschikbare onderzoek: er is geen enkele aanwijzing dat het voor kinderen een slechte zaak zou zijn om te worden opgevoed door twee mensen van hetzelfde geslacht – homo’s en lesbiennes zijn, aldus de American Psychological Association, perfect in staat om hun kinderen een gezonde opvoeding te geven.

Tussen Leuven en Gent

‘Immers, volgens de objectieve morele orde zijn de homoseksuele relaties daden die hun noodzakelijke en essentiële oriëntering missen. Zij worden in de Heilige Schrift veroordeeld als zware afwijkingen en zelfs voorgesteld als het droevig gevolg van het afwijzen van God. Dit oordeel van de Heilige Schrift leidt echter niet tot het besluit dat al degenen die aan deze anomalie lijden daarvoor persoonlijk verantwoordelijk zijn. Het stelt dat de homoseksuele handelingen intrinsiek ongeordend zijn en in geen enkel geval mogen worden goedgekeurd.’

Dat schreef de kerkelijke Congregatie voor de Geloofsleer in 1976, een standpunt dat nog altijd geldt: homo’s zijn op zich niet ‘schuldig’, maar de homoseksuele daad is een ‘zonde’.

Wie op woensdag 22 juni ook was uitgenodigd op de hoorzitting in de bevoegde Kamercommissie (maar bij het ter perse gaan verhinderd leek wegens vakantie), is de Leuvense filosoof Roger Burggraeve, die als christelijk ethicus jaren geleden al een ‘ethiek van zinvol homoseksueel leven’ ontwikkelde. De strijd voor totale gelijkberechtiging, zei hij eind 2001 in Tertio, is een doorgeschoten vorm van emancipatorisch denken die ons ‘onverschillig’ dreigt te maken voor het ‘verschil’. Burggraeve vond het huwelijk voor holebi’s te ver gaan, omdat hij ‘symbolische verwarring’ wil vermijden: ‘Het samenlevingscontract vind ik dan weer te slap en te vrijblijvend. Een ander, sterk instituut met een andere naam lijkt mij wel zinvol. Maar ook hier weer lijkt de veeleer langzame filosofische reflectie voorbijgelopen te worden door een voortvarende emancipatiedrang.’

Dat er evengoed ethici zijn die de strijd voor gelijkberechtiging steunen, zal niemand verbazen. Op het internetforum van de Holebifederatie dook vorige vrijdag een tekst op van de Gentse moraalfilosoof Freddy Mortier, die zich verontwaardigd toont over het standpunt van Roger Pauly van de Gezinsbond: ‘Sinds vele jaren is mijn gezin lid van de Gezinsbond. De voorzitter van die vereniging gaat zijn mandaat ver te buiten door zonder enige consultatie van de leden, zogenaamd gesteund door het ledengewicht, stelling te nemen voor één enkele gezinsvorm met kinderen. (…) Niet alleen is de morele aanslag van de voorzitter op de leden van zijn vereniging hoogst bedenkelijk. Dat geldt ook voor de redenen die hij aanhaalt. De slogan – het is te veel eer betonen aan zijn uitspraak om die als een argument te aanzien – dat kinderen wel rechten hebben op ouders maar ouders niet op kinderen, stelt mensen voor een valse keuze. Het is niet het een of het ander. Blijkbaar heeft hij problemen met het bevredigen van de kinderwens van wensouders die geen kinderen kunnen krijgen op de “natuurlijke” manier. Dat heteroseksuele paren met een kinderwens mogen worden geholpen om die wens te realiseren, en dat zij die hulp verdienen, is het uitgangspunt van de regulering van medisch geassisteerde voortplanting in dit land. Vereenzelvigt de Gezinsbond zich dan met de stelling van het Vaticaan, dat kinderen moeten voortspruiten uit de natuurlijke vereniging van een man en een vrouw, met de assistentie van enkel God, en niet met de bijkomende hulp van de arts? Ik hoop van niet, maar daar ruikt die slogan sterk naar. En mocht het antwoord inderdaad “neen” zijn: hoe dan ontkomen aan de conclusie dat de Bond homo- en heteroseksuele gezinnen wil discrimineren: wél recht op kinderen voor hetero’s, maar niet voor homo’s. (…) Hebben de vele kinderen die reeds in holebigezinnen leven dan géén recht op twee ouders, wat eveneens een implicatie is van de stellingname van de Bond? Of wil de Bond de ogen sluiten voor die sociologische realiteit? In ieder geval is nu duidelijk dat de Gezinsbond, als het van zijn voorzitter afhangt, geen bond is voor alle gezinnen, maar slechts voor sommige. De Bond is dus ook niet langer de mijne: ik ben geen holebi, maar wens geen weg af te leggen met een vereniging die gezinnen verdeelt in plaats van ze te verenigen.’

Door Joël De Ceulaer

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content