Het verhaal is bekend, maar het wordt niet altijd goed begrepen. Op een ochtend staan er bij Jozef K. twee mannen voor de deur. Ze vertellen hem dat hij wordt beschuldigd en dat er een proces tegen hem komt. Het wordt niet duidelijk wat K. precies heeft misdaan en zelf stelt hij daar ook niet veel vragen bij. Hij probeert zich wel te verweren, maar legt zich uiteindelijk neer bij het onvermijdelijke: hij wordt veroordeeld en ter dood gebracht.

De roman ‘Het Proces’ van Franz Kafka gaat niet over een bureaucratisch doolhof waarin de mens verloren loopt, zoals velen denken, of over de onmacht van het individu in zijn strijd tegen een logge, duistere en kwaadwillige overheid. Kafka schreef een boek over zijn eigen, persoonlijke onmacht om te zijn wat anderen van hem verwachten. Over persoonlijke schuld. Hij voert als het ware een proces tegen zichzelf. Franz Kafka maakte in Praag deel uit van een dubbele minderheid: hij was een Duitstalige jood in een overwegend Slavische en christelijke omgeving. Hij was een complexe mens, die leefde in een complexe tijd.

Het plan van de Amerikaanse regering om miljoenen mensen te rekruteren om het doen en laten van hun medeburgers in de gaten te houden, kan met recht ‘kafkaiaans’ worden genoemd. Het idee ontsproot aan het brein van minister van Justitie John Ashcroft, die vorig jaar al opviel met zijn plan om wie maar van ver of van dicht van terrorisme kon worden verdacht, zonder boe of ba en voor onbepaalde tijd op te sluiten.

Het lijkt nochtans allemaal eenvoudig. Miljoenen Amerikanen zijn treinconducteur of postbode of vrachtwagenchauffeur of hebben een andere job waarin ze veel mensen ontmoeten. Als die nu eens allemaal flink uit hun doppen kijken en verdacht gedrag aan de overheid melden, kunnen incidenten zoals die op 11 september van vorig jaar zich niet meer voordoen. Het programma kreeg de suggestieve naam TIPS: Terrorism Information and Prevention System. De toenmalige Belgische minister van Binnenlandse Zaken Johan Vande Lanotte opperde enkele jaren geleden overigens een soortgelijk idee. Hij slikte het snel weer in.

Er is bij George W. Bush en de zijnen blijkbaar veel aan gelegen om het vuur brandend te houden onder de angst van de Amerikanen voor alles wat vreemd is. Er worden in november belangrijke verkiezingen gehouden. Bij de recente schandalen in de Amerikaanse zakenwereld maakte de regering niet echt een grote indruk. Er werden zelfs vragen gesteld bij de integriteit van zowel de president als de vice-president.

Maar het gaat ver om daarvoor een verklikkersmaatschappij in het leven te willen roepen. Een samenleving waarin alle koppen gelijk worden geschoren. Wie uit de pas loopt, kan elke ochtend de klop op de deur verwachten. Wie opvalt, gedraagt zich anders of denkt anders en dat kan genoeg zijn om te worden ondervraagd en misschien wel aangehouden. Ook als er verder geen gevolgen zijn, blijft zo’n ervaring een stigma. Het kan mensen hun job kosten en hun plaats in het sociale weefsel. De Amerikanen kunnen dat ook weten. In het begin van de jaren vijftig werden tienduizenden mensen op een vergelijkbare manier het slachtoffer van de communistenjacht van de beruchte senator Joseph McCarthy.

Het zijn van die gedachten die opkomen bij bange, autoritaire mensen. Wat de Amerikanen nooit zouden accepteren van de gewone politie zonder die een proces aan te doen, zullen ze zich straks moeten laten welgevallen van postboden en buschauffeurs: dat ze hun neus diep in hun privéleven steken en daar vragen over stellen. Het is verbazend hoe snel de kwalijke trekken van de 20e eeuw uit het geheugen zijn verdwenen.

Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content