Hannes Cattebeke
Hannes Cattebeke Freelance journalist voor onder meer Knack

Sinds begin dit jaar is er in Brussel geen sociale organisatie meer voor mannelijke prostitués.

Uit een net gepubliceerd onderzoek van de K.U.Leuven en de Erasmushogeschool Brussel blijkt dat er in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest naar schatting 5000 prostituees en prostitués aan de slag zijn. Een vijfde tot een derde van hen zijn mannen. Toch moest Adzon, de organi- satie die zich sinds 1992 bezighield met die jongens, na een gestage afbouw begin dit jaar definitief zijn deuren sluiten. Sinds de oprichting was er een sociale dienst uitgebouwd met straathoekwerk, een preventieve SOA-consultatie, een aanloopkamer met psychosociale begeleiding en een internetwerking. ‘Onze overkoepelende organisatie, het Centrum voor Algemeen Welzijn (CAW) Mozaïek, stopte echter de doelgroepgerichte hulpverlening om interne structurele redenen’, vertelt straathoekwerker Bert De Bock, die tot vorig jaar bij Adzon werkte.

Jongens in de prostitutie zijn een heel moeilijk te benaderen doelgroep. Het opgebouwde vertrouwen en de huidige contacten zijn het resultaat van jaren werk. De taboes maken dat de jongens vaak heel ge- isoleerd leven en de stap naar de bestaande voorzieningen niet durven te zetten. Hun familie heeft elk contact verbroken of is niet op de hoogte van hun prostitutie, ze hebben weinig contacten buiten het milieu en een gebrekkige kennis van de sociale en medische sector. De Bock: ‘Daarbij komt nog eens de onveiligheid van het straatleven, de blootstelling aan (seksueel) geweld, allerhande verslavingen, veelvuldige seksuele contacten met diverse partners en de mythes die in bepaalde culturen blijven bestaan, zoals het geloof dat urineren na de seks bepaalde ziektes voorkomt.’ Hun gezondheid is voor de jongens vaak niet de eerste prioriteit. ‘Ter preventie van de risico’s die ze lopen was het goed dat wij hen konden bijstaan, gratis condooms en glijmiddel konden geven en als toegangspoort konden dienen tot de reguliere gezondheidszorg.’

De lacune die is achtergelaten, moet nu worden opgevuld door straathoekwerkers van andere organisaties. ‘Zij zijn wel aanwezig in dezelfde buurt tussen Anneessens en de Beurs,’ zegt De Bock, ‘maar niet op die specifieke uren en plaatsen waar de prostitués hun klanten ontmoeten. Bij Adzon waren er driemaal per week ’s avonds en ’s nachts twee medewerkers aanwezig in de bars en straten waar de jongens actief zijn. Alleen zo kun je hen bereiken.’

Samen met een aantal ex-werkers en artsen van Adzon, en mensen uit diverse organisaties en sectoren heeft De Bock een werkgroep opgericht die probeert de expertise en de contacten met de doelgroep te bewaren. Dat alles dreigt niettemin verloren te gaan. Daarom is de werkgroep overtuigd van de noodzaak van het behoud van doelgroepgerichte hulpverlening aan de Brusselse prostitués. ‘Onze dienstverlening was onontbeerlijk. De afschaffing ervan betekent wellicht dat veel meer jongens zich blootstellen aan onveilige seks. Ze brengen daardoor niet alleen zichzelf, maar ook hun partners en hun klanten in gevaar.’

Hannes Cattebeke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content