Als alleen de misdaad nog zin geeft aan het bestaan: de Britse auteur J.B. Ballard over de Costa del Sol. Een gesprek.

Wie het kan betalen, trekt weg uit het jachtige en vooral gevaarlijke leven in de grote stad en laat dat over aan het gewone werkvolk. Dat deden de Romeinse patriciërs al in de vierde eeuw na Christus. Ook aan het eind van de twintigste eeuw bestaat in West-Europa en Noord-Amerika een toenemende stadsvlucht van de rijken, richting luxueuze, afgesloten gemeenschappen. De Amerikaanse staat Florida, de Franse Azurenkust en vooral de Spaanse Costa del Sol worden stilaan volgebouwd met dergelijke zwaarbewaakte residenties.

Eén daarvan vormt het decor van “Cocaïnenacht”, de nieuwe roman van de Britse auteur J.G. Ballard, waarin een journalist naar Malaga wordt ontboden om er een misdaad te onderzoeken waarvan zijn broer wordt beschuldigd. Alles speelt zich af in de luxueuze residentie Estrella del Mar, waar, zoals de journalist snel ontdekt, veel meer gebeurt dan in de ingeslapen dorpjes elders aan de kust, waar de bewoners alleen nog drinken, slapen en zappen. Naast een oord van kunst en sport, is het ook een broeinest van misdaad. Men zoekt er pret in joyriding, drugs of prostitutie voor de kick, activiteiten waarvan de lokale tennisleraar de spil is.

Sinds Steven Spielberg zijn autobiografische roman “Empire of the Sun” en David Cronenberg zijn boek “Crash” verfilmde, geniet Jim Graham Ballard een groeiende populariteit. Het succes kwam pas laat, want Ballard publiceert al sinds 1957 proza dat in kwaliteit niet moet onderdoen voor die twee verfilmde boeken. In zijn werk toont hij zich bezorgd over de broosheid van de door technologie gedragen westerse beschaving. In zijn vroege romans en verhalen komt de dreiging van buitenaf. Zo bezwijkt onze samenleving in “De verdronken aarde” (1963) onder het broeikaseffect. In de novelle “De laatste stad” (1974) leidt het opraken van de fossiele brandstoffen tot een ecologische ombouw van de maatschappij en een massale trek naar het platteland. Een groepje jongeren is echter zo gefascineerd door het verleden dat ze het oude Londen voor korte tijd laten herleven. De orgie van neonreclame, toeterende auto’s en blèrende jukeboxen is een ode aan een voorgoed verloren gegane, technologische wereld.

In zijn latere werk houdt Ballard zich vooral bezig met de negatieve gevolgen van afgesloten gemeenschappen binnen onze samenleving. In “De torenflat” (1975) woont een aantal gegoede middenklassers zeer comfortabel in een van alle gemakken voorziene torenflat even buiten Londen. Helaas ontstaan in een flatgebouw ook snel ruzies: de muziek staat te hard, een fles valt van een balkon op het dak van iemands auto, in het zwembad drijft een forse drol van een Afghaanse windhond. De ruzies escaleren: binnen enkele maanden leveren hele verdiepingen een strijd op leven en dood met elkaar en is de torenflat veranderd in een soort apenrots, bewoond door rivaliserende troepen. “Cocaïnenacht” is minder allegorisch of surrealistisch dan “De torenflat”, maar juist door zijn realisme vormt deze roman een beangstigend toekomstvisioen.

JIM BALLARD: Ik denk dat mijn fascinatie voor de dynamiek van gesloten gemeenschappen ontstond toen ik als kind in een Japans interneringskamp in China verbleef. Als volwassene bezocht ik altijd graag residentiële wijken en steden. Ik ben ook vaak in Spanje geweest, waar de afgelopen decennia dergelijke suburbs als paddestoelen uit de grond zijn gerezen. Toch bestaat de trek uit de grote stad al van lang vóór de Tweede Wereldoorlog.

Met Beverly Hills als eerste voorbeeld daarvan?

BALLARD: Ja, of misschien Monte Carlo aan de Franse Azurenkust. In de eerste decennia van deze eeuw konden alleen de superrijken zich het leven in zo’n dure, van de buitenwereld afgesloten nederzetting permitteren. Na de oorlog verliet de middenklasse de stad om in de nieuwe voorsteden te gaan wonen en elke dag met de auto naar de stad te pendelen. Nu zijn we getuige van een tweede massale vlucht uit de metropolen. Accountants, chirurgen, management consultants en andere leden van de beter betaalde beroepsgroepen verkopen hun huizen in de voorsteden, verzilveren hun aandelen en vestigen zich in een zonnige kustplaats in het zuiden van de Verenigde Staten of Europa.

Daar klitten mensen van dezelfde klasse en leeftijd bij elkaar. Ze zijn bereid veel geld te investeren in privé-veiligheidsagenten, bewakingscamera’s, waakhonden en onder stroom staande hekken. Het zijn in feite net gevangenissen, met dit verschil dat de sleutel aan de binnenkant van de celdeur zit en de gevangenen uit alle macht proberen binnen te blijven.

In Miami of Benidorm wonen vooral bruinverbrande bejaarde mensen. In Estrella del Mar ligt de gemiddelde leeftijd veel lager. Klopt dat met de werkelijkheid?

BALLARD: Zeker, de nieuwe bewoners van de gated cities zijn hooguit vijftig. De huidige middenklassers kunnen het zich permitteren met vervroegd pensioen te gaan. Een financieel analist kan zijn werk bovendien, dank zij e-mail en het Internet, net zo goed vanuit zijn villa in Marbella als op een kantoor in Brussel verrichten. De meeste middenklassers voelen zich verjaagd door de groeiende misdaad, een ware obsessie voor hen. In feite valt het daarmee wel mee. Statistieken bewijzen dat veel misdrijven net in aantal afnemen. Dat wil men echter niet zien, en de opgeklopte berichtgeving in de media versterkt dat gevoel van onveiligheid steeds maar meer.

Lijden cultuur en economie in de steden niet onder die uittocht van koopkrachtige middenklassers?

BALLARD: Zeker. Uit New York zijn ze met zovelen weggetrokken dat daar alleen nog een klein aantal superrijken en een grote groep loon- en vooral uitkeringstrekkers overblijft. Dat is niet alleen rampzalig voor de stadsfinanciën, maar ook voor het bestuur. Wie nauwelijks rondkomt, is bezig met overleven en heeft geen interesse in politiek, en wie de hele dag op een kantoor werkt, is daar ’s avonds te moe voor. Alleen de leden van de middenklasse hebben voldoende opleiding en vrije tijd om zich actief met lokale politiek in te laten. Zij vormen traditioneel de ruggengraat van de burgerlijke democratie. Hun vertrek maakt de weg vrij voor beroepspolitici, met alle populistische uitwassen van dien. Het bestuur van de grote steden gaat dan trekjes vertonen van dat in het oude Rome.

In hun “gated cities” vervallen de middenklassers tot complete apathie. U beschrijft de Costa del Sol als de ultieme verveling van één miljoen balkons op het zuiden en een trage stroom van gin-tonic en tranquillizers. Velen zullen zich de “vrijetijdsmaatschappij” wel anders hebben voorgesteld dan als één eindeloze siësta.

BALLARD: Ze lijden aan een gebrek aan prikkels. Van het turen naar een televisie- en computerscherm gaat evenveel prikkeling uit als van het staren naar het vlakke zee-oppervlak. De tennisleraar denkt dé oplossing voor dit probleem te hebben gevonden. De angst voor misdaad heeft de mensen geprikkeld om naar Spanje te komen, maar een injectie met criminaliteit zal hen ook prikkelen om in hun kustplaatsen weer tot leven te komen. Wanneer er een inbreker op je Perzische tapijt heeft geürineerd en een vandaal je auto bekrast, voel je je weliswaar bedreigd, maar ga je ook beseffen dat je alles wat je zo moeizaam hebt vergaard weer in één klap kunt kwijtraken, ook je eigen leven. Kortom: de bewoners schrikken wakker. Ze gaan zich weer voor elkaar interesseren, eerst om zich te wapenen tegen de nieuwe misdaadgolf, daarna ook om activiteiten te ontwikkelen. Het ingeslapen Estrella del Mar wordt een levendig kustoord.

Maar de bewoners raken op de duur gewend aan een bepaald niveau van misdaad. Ze hebben behoefte aan steeds nieuwe prikkels: de tandarts begintcoke te snuiven, zijn vrouw gaat zich prostitueren voor de kick. Dit leidt toch tot een spiraal van misdaad?

BALLARD: Ik beweer ook niet dat dit een ideale oplossing zou zijn. Als schrijver test ik in mijn roman een these. “Cocaïnenacht” is een “wat als”-roman, een beetje sciencefiction. Het paradoxale is dat mensen vluchten uit angst voor een fictieve misdaadgolf en er vervolgens zelf een echte creëren om hun nieuwe leven zin te kunnen geven. Natuurlijk leidt dat tot excessen. Ik vraag me echter af hoe je die ingeslapen kustplaatsen anders zou kunnen oppeppen, want politiek of religie hebben daarvoor niet langer voldoende aantrekkingskracht.

Toch evolueert Estrella del Mar naar een gemeenschap met autoritaire trekjes wanneer de psychopaat-tennisleraar steeds meer wordt gezien als een goeroe, de “alfa-aap”. Is het toeval dat Gibraltar met zijn apenkolonie zich op een steenworp afstand bevindt?

BALLARD: Ja, maar de vergelijking gaat wel op. Het grootste gevaar van de trek uit de stad is misschien inderdaad de verzwakking van de democratie in zowel de metropolen als de nieuwe, gesloten gemeenschappen. De middenklasse vormt nu eenmaal een vitaal orgaan in het lichaam van onze samenleving. Wanneer je zo’n orgaan wegsnijdt en op sterk water zet, is het slechts een kwestie van tijd tot de rest van het lichaam ten prooi valt aan allerlei parasieten, van de diverse maffia’s tot tal van dictators en goeroes.

J.G. Ballard, “Cocaïnenacht”, Arbeiderspers, Amsterdam, 304 blz., 690 fr.

Jeroen Kuypers Piet de Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content