Geboren op 11 maart 1971 in Schoten. Lerares Engels-Duits

‘Ik dacht dat we het meer over mijn werk zouden hebben gehad’, zegt ze als we afscheid nemen. Haar werk, het ligt haar na aan het hart. Een kwestie van predestinatie, lijkt het wel. Vader en moeder allebei germanist én in het onderwijs. Ze is de oudste van vier. Eén zus, twee broers.

Ze geeft nu zeven jaar les – aan een ‘goeie school’ in Dilbeek – en de praktijk blijkt de verwachtingen te overtreffen. ‘Ik vind dat het elk jaar boeiender wordt. In het begin ben je erg met de leerstof bezig. Onzeker of je dat wel goed doet. Nu kan ik mijn aandacht meer tussen de leerstof en de leerlingen verdelen. Ik heb altijd graag met jongeren gewerkt, en ben ook lang bij de scouts geweest.’

Ze vindt het belangrijk om als vrouw te blijven werken, daardoor sociale contacten te behouden en haar persoonlijkheid verder te ontwikkelen. ‘En ja, ook voor economische onafhankelijkheid.’

Een gemiddelde nieuwsconsument, zou je haar kunnen noemen. ‘Ik kijk dagelijks naar het tv-journaal en op weg naar Dilbeek luister ik naar de radio. De krant probeer ik op school eens vluchtig door te nemen. En af en toe een tijdschrift.’

Op politiek vlak weet ze wat ze níét wil, maar is het moeilijker om één richting te kiezen. ‘Ik ben enerzijds wat conservatief, in de zin dat ik het gezin heel belangrijk vind, maar anderzijds ook wel groen georiënteerd. Een snuifje CVP, een snuifje Agalev, ja.’ Dioxinekippen, BSE-koeien en zware metalen mogen haar dan wel verontrusten, veel invloed op haar gedrag heeft de ecologische rampspoed niet. ‘ Bon, ik probeer het afval te sorteren, maar ik eet nog altijd vlees zoals vroeger. En het is niet evident om met het openbaar vervoer in Dilbeek te raken. De auto dus.’

Onthaasting dan, het nieuwe credo. Een realiteit of alleen iets uit de boekskes? ‘Ik heb de indruk dat we nog altijd hollen – ik merk dat ook bij vrienden – maar dat we er wel iets aan willen doen. Ik hoor er in elk geval veel mensen over praten, maar in de praktijk zie ik weinig verschil met pakweg drie jaar geleden. Ook bij mij, maar ik denk dat het wat aan mezelf ligt. Ik kan moeilijk nee zeggen. Dus zit ik wel eens op kindjes te passen of een vertaling te maken voor een kennis – het is maar vier bladzijden – terwijl ik er eigenlijk geen tijd voor heb.’

‘Sporten, nog zoiets. Vroeger ging ik tennissen en turnen. Nu probeer ik nog af en toe wat te zwemmen of wat aerobics te doen. Maar zonder vaste regelmaat. Tijdgebrek. En te weinig zelfdiscipline, dat ook. ’s Avonds wil ik eerst mijn verbeterwerk af hebben, en dan komt het er vaak niet meer van.’

Een generatie jonger hongert zich haast dood om er als een fotomodel uit te zien, een generatie ouder spendeert fortuinen aan cosmetica en plastische chirurgie, in een strijd tegen de zwaartekracht. ‘Ik vind het soms schokkend. Onlangs zag ik op tv een zeventienjarige die een borstvergroting cadeau had gekregen… Ik zeg niet dat het uiterlijk onbelangrijk is, maar ik ga zeker niet sporten om er beter uit te zien. Veeleer voor mijn gezondheid. Tegen hart- en vaatziekten, weet je wel.’

Familie en vrienden zijn heel belangrijk. ‘We hebben een grote familie, het is er altijd gezellig. Elke zondagochtend brunch bij mijn ouders. Vaste prik. Ook vrienden zijn waardevol. Ik heb het gevoel dat sociaal contact belangrijker geworden is. Ik bedoel: van mensen die ouder zijn, heb ik wel eens gehoord dat de contacten met vrienden verminderden eenmaal ze een relatie hadden. Ik denk dat men daar nu meer een evenwicht in zoekt.’

Dertig worden, vindt ze niet leuk. Dat heeft te maken met het beeld dat ze tien jaar geleden van haar toekomst had. ‘Ik dacht dat er andere dingen in mijn leven zouden zijn. Toen ik vroeger aan dertig zijn dacht, zag ik mezelf als een getrouwde vrouw, met kinderen. En nu ik dertig word, besef ik…’

‘Waar ik over tien jaar denk te staan? Ik hoop dat ik dan mijn job nog even graag doe. Dat ik gelukkig en gezond ben. Dat ik een goede relatie heb en, indien mogelijk, ook kindjes.’

‘Van een relatie verwacht ik in de eerste plaats eerlijkheid, de basis voor vertrouwen. Je moet ook jezelf kunnen blijven en mekaar de vrijheid geven om de dingen te doen die je graag doet. Getrouwd zijn, hoeft niet per se. Dat is geen prioriteit meer. Kinderen hebben, vind ik belangrijker. Een LAT-relatie? Nee, te los. Ik wil gewoon een echte relatie. Seriële monogamie? Dat is niks voor mij. Ik wil graag samen met één iemand oud worden.’

Ivan Declercq

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content