Wat brengt minister van Defensie André Flahaut en zijn legertop naar Vietnam, een niet zo democratisch land waar het leger de touwtjes stevig in handen houdt?

Het symbolisch bezoek aan Vo Nguyen Giap, de legendarische generaal die de Noord-Vietnamese Viet Minh in 1954 aanvoerde bij de strategische overwinning in Dien Bien Phoe, was een van de laatste haltes op de rondreis van minister van Defensie André Flahaut (PS) vorige week in Zuidoost-Azië. ‘Als iemand me vraagt wie de grootste generaal van Vietnam was,’ vertelde de 91-jarige Giap, ‘dan zeg ik: het Vietnamese volk. En op de vraag welke strategie we hebben gevolgd, antwoord ik: die van de vrede. Met het oog op mensenrechten, soevereiniteit van het land en welzijn van de bevolking. Daarom hebben we ook oorlog gevoerd.’

De nog zeer statige generaal sloot minister Flahaut in de armen. ‘Dit wordt de eeuw van de vrede’, zei hij. Flahaut, zelf op bezoek in Vietnam om er een Belgisch defensie-attaché in te huldigen, lijkt het helemaal met de generaal eens te zijn. Terwijl legertopman Willy Herteleer een militair attaché ziet als een voorpost in een instabiele regio, opent de Belgische defensiepost in Vietnam voor Flahaut in de eerste plaats nieuwe mogelijkheden voor humanitaire samenwerking.

Belgische militairen weten vandaag niet meer waar ze morgen in het kader van de een of andere operatie zullen worden ingezet’, betoogt Herteleer, ‘en dus is het van belang dat er in potentiële conflictzones contacten worden gelegd en duurzame banden worden gesmeed.’ Met Laos, Cambodja, Indonesië, de Filipijnen en het huidige conflict rond de Spratly-eilanden in de Chinese Zee, is Zuidoost-Azië potentieel instabiel. ‘Stel dat onze jongens er aan een operatie zouden moeten deelnemen, dan komen ze niet terecht op onbekend terrein.’

Zuidoost-Azië vormde voor het Belgische leger nog een blinde vlek op de kaart van de uitkijkposten en dus moest er volgens Flahaut wel degelijk een antenne worden opgericht. ‘Maar we moeten onze grenzen kennen’, benadrukt hij. Voor de Belgische militairen ligt het gebied te ver weg om er snel te kunnen worden ingezet. De prioriteit gaat dus naar humanitaire projecten, en naar hulp bij de gigantische ontmijningswerken. Al tonen de Vietnamezen zich veeleer terughoudend om de Belgen toe te laten op dat terrein. De Vietnamese krant Vietnam News, die na het bezoek van Flahaut een wederzijdse belangstelling zag ontstaan op wetenschappelijk, technologisch, economisch en cultureel vlak, vergat het aspect defensie zelfs nog maar te vermelden.

INTENSERE SAMENWERKING

Tegenover zijn eigen gevolg kan Flahaut het niet vaak genoeg herhalen, en zijn stelling is bekend: in Zuidoost-Azië en ook elders in de wereld moeten militairen zoveel mogelijk voor humanitaire acties worden ingezet. In Cambodja, waar Flahaut halt hield op doorreis naar Vietnam met in zijn voetspoor een uitgebreide parlementaire delegatie, maakte hij afspraken met Handicap International voor een intensere samenwerking. Zijn drie Belgische ontmijners die er werken als technisch adviseur zouden hun activiteiten op die van de ngo kunnen afstemmen. Heikel punt is de financiering van de Belgische mijnopruimingsactiviteiten: Landsverdediging betaalt de lonen. Maar de omkadering, voor 2002-2003 goed voor een budget van 399.000 euro, is voor rekening van het DGIS, het Directoraat-Generaal voor Internationale Samenwerking van staatssecretaris Eddy Boutmans (Agalev). ‘Ik heb een minister voor Ontwikkelingssamenwerking gezocht met wie ik goed kan samenwerken en die heb ik gevonden in het buitenland’, schertste Flahaut op een persbijeenkomst. Hij was vergezeld door de minister van Defensie en Ontwikkelingssamenwerking van Luxemburg.

Flahaut is een hard-liner. Hij is een man van het volk, maar zijn wil is wet, zeggen de militairen. Hij wil zich duidelijk profileren op het humanitaire vlak en daar wil het wel eens botsen. In verband met de Rwanda-commissie bijvoorbeeld. In het verre Cambodja kondigde Flahaut aan dat hij de conclusies zou willen herzien. Een daarvan luidde dat België geen gevechtstroepen meer zou sturen naar zijn voormalige kolonies in het kader van een vredesmissie. Naar het voorbeeld van de activiteiten van het Belgisch leger in Benin, waar de militairen bijvoorbeeld helpen bij de bouw van scholen, zouden de soldaten volgens Flahaut ook in voormalige kolonies dergelijke taken kunnen uitvoeren. In de huidige context kan Louis Michel zijn Afrikapolitiek immers slechts gedeeltelijk uitvoeren, vindt Flahaut. ‘Het debat moet heropend worden.’ De kabinetschef van Boutmans laat alvast weten dat Ontwikkelingssamenwerking ‘geen vragende partij’ is voor een herziening van de Rwanda-conclusies, maar hij voegt er meteen aan toe dat dit ‘uiteraard een zaak is voor de hele regering’. Flahaut is inmiddels weer in Belgenland. Hij pleit voor een sereen debat.

Ingrid Van daele

FLAHAUT WIL ZICH PROFILEREN OP HET HUMANITAIRE VLAK.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content