Of de Europese Unie haar werkmethodes grondig verandert, zal op 16 december in Nice duidelijk worden.

Voor de derde keer in minder dan tien jaar komt er een nieuw Europees verdrag. Na Maastricht in 1991 en Amsterdam in 1997 komt Nice 2000 eraan. Op zaterdag 16 december zouden de vijftien regeringsleiders het eens moeten zijn over een ingrijpende wijziging van de werkmethodes van de Europese raad en de Commissie. Een nieuwe verdragswijziging is absoluut noodzakelijk om de Unie voor een institutioneel infarct te behoeden. Er schort veel aan de besluitvorming en in de nabije toekomst dreigt het alleen maar erger te worden.

De werkmethodes van de huidige Unie met vijftien leden verschillen niet grondig van die van de jaren 60, toen er slechts zes lidstaten rond de tafel zaten. In 2003 komen er op zijn minst vier nieuwe leden bij – Polen, Tsjechië, Hongarije en Cyprus – en de kans dat het er nog meer worden, neemt elke dag toe. Zonder grondige bijsturing van de besluitvorming bestaat het gevaar dat de Unie, wegens te groot, nauwelijks nog tot daden komt. Zowel de raad als de Commissie moeten sneller en efficiënter werken en vooral het vetorecht moet drastisch ingeperkt. Bovendien moet er aan de stemverdeling binnen de raad van ministers worden gesleuteld, want de grote landen vrezen in een ruimere Unie de dominantie van de kleine lidstaten. Die hebben meer stemmen dan ze op basis van het bevolkingsaantal kunnen verantwoorden en de groten hebben genoeg van die positieve discriminatie.

Over enkele dagen gaat de Intergouvernementele Conferentie (IGC) van start. Die vergadering waarin alleen de regeringsvertegenwoordigers en de Europese Commissie recht van spreken hebben – het Europees parlement moet genoegen nemen met een waarnemersrol – moet tegen de top van Nice een ontwerptekst op papier hebben. De traditie wil echter dat over de echt belangrijke, moeilijke punten slechts op het allerlaatste moment wordt beslist. Door de regeringsleiders, in het holst van de nacht. In Amsterdam stond de besluitvorming ook al op de agenda en toen kwamen de vijftien er niet uit. Onder meer toenmalig premier Jean-Luc Dehaene (CVP) onderscheidde zich in de vroege ochtenduren door dwars gedrag. Hij wou geen nieuwe stemmenweging slikken als het vetorecht niet drastisch werd afgebouwd. De internationale pers bestempelde het optreden van Dehaene toen als riskante poker. Terecht. Het gevaar was reëel dat er uiteindelijk een uitbreiding zonder verdieping zou komen en dat de eurosceptici hun verwaterde Unie binnenhaalden. Dat gevaar bestaat nog steeds. Terwijl de landen uit Centraal-Europa hoe dan ook zullen toetreden, kan de IGC mislukken of een slecht compromis opleveren.

Zowel tijdens de top van Keulen in juni 1999 als die van Helsinki in december vorig jaar werd duidelijk dat de grote landen slechts minimale veranderingen willen. Op verzoek van Commissievoorzitter Romano Prodi mochten drie wijzen (Dehaene, Richard von Weiszäcker en Lord David Simon) wel een rapport schrijven, maar in Helsinki werd er nauwelijks naar verwezen. Zo moest de Belgische delegatie zelfs hard knokken om de ‘versterkte samenwerking’, eurospeak voor ad-hocsamenwerkingen tussen de lidstaten en een essentieel punt bij de drie wijzen, een bescheiden plaatsje op de agenda te geven.

Duidelijk is ook dat er geen sprake zal zijn van een afschaffing van het vetorecht. Naarmate december nadert, zal de lijst waarop de meerderheidsstemming niet van toepassing is, systematisch langer worden. Zelfs in de Belgische regering zijn er (liberale) stemmen die het nationale veto inzake de fiscaliteit willen behouden. Dat heeft minder met Belgisch nationalisme te maken dan met de vrees voor een Europese socialistische belastinggolf.

Meer nog dan in Amsterdam zal er in Nice gepokerd worden, want het is de laatste kans om de interne hervormingen door te voeren. Niemand acht het haalbaar om de spelregels nog ingrijpend te veranderen als de Unie er vier of meer lidstaten bij heeft. Wel integendeel, hoe groter de Unie des te verleidelijker wordt het allicht om het nationale belang door een veto veilig te stellen.

P.G.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content