Tv-maker Tess Uytterhoeven: ‘Ik weet hoe het voelt als mensen je verachten of haten’

© Saskia Vanderstichele

Ze denkt vaak: we zijn maar tv aan het maken in Vlaanderen, mannekes. Toch wil Tess Uytterhoeven met haar programma’s de blik van de kijker verruimen.

‘Het valt allemaal nog wel mee’, zegt Tess Uytterhoeven als ze tijdens onze wandeling door het Mechelse Vrijbroekpark voor de tweede keer wordt herkend. ‘Ik ben erger gewoon, aangezien mijn vader razend populair was en overal en door iedereen aangesproken werd.’

Vier afleveringen draaide Uytterhoeven dit najaar mee in de televisiequiz De Slimste Mens ter Wereld, als invaller van de zieke Jan Verheyen. Ze werd naar huis gespeeld door Bokkie De Repper, een youtuber uit Aalst, maar haar doel had ze dan al bereikt: na een druk coronajaar, vol opnames voor de Woestijnvisprogramma’s Topdokters en Ooit vrij, had ze zich goed geamuseerd.

En nu wordt ze dus herkend, zoals haar vader. ‘De aanvragen om samen met mijn vader een interview te geven, hebben we altijd afgehouden’, zegt ze. ‘Maar nu ik 35 ben en mijn eigen programma’s heb, maakt het me niet zoveel meer uit. Ja, ik ben de dochter van Mark Uytterhoeven. Maar nee, dat is niet het enige wat ik te vertellen heb.’

Tot nu toe werkte u vooral achter de schermen. Hebt u na De Slimste Mens ter Wereld de smaak te pakken?

Tess Uytterhoeven: Nee, dat hoeft echt niet voor mij. Ik wil gewoon mijn eigen programma’s blijven maken, ik hoef niet per se met mijn gezicht op tv te komen. Ik ben heel blij met wat ik de voorbije jaren bij Woestijnvis heb mogen doen, achter de schermen. Maar wat ik door mijn deelname aan de quiz wel heb overwonnen, is het voorbehoud om zelf in beeld te komen. Mocht er ooit een interessant idee op mijn pad komen, dan zou ik dat niet meer per definitie uitsluiten.

Ik hou ervan om in het hoofd te kruipen van mensen die een wezenlijke rol spelen in onze samenleving.

Wat wilt u bereiken met de programma’s waar u de schouders onder zet?

Uytterhoeven: Wat ik maak, moet altijd maatschappelijk relevant zijn. Dat klinkt stoffig, ik weet het. Maar ik wil echt dat de kijkers iets opsteken en hun blik verruimen als ze naar een programma kijken waaraan ik heb meegewerkt. Ik hou ervan om in het hoofd te kruipen van mensen die een wezenlijke rol spelen in onze samenleving. En ik wil netelige thema’s behandelen, zonder de sensatie op te zoeken.

Het tweede seizoen van Ooit vrij werd opnieuw goed onthaald. Waar komt uw fascinatie voor het gevangeniswezen vandaan?

Uytterhoeven: Ik zou willen dat ik nu een straf verhaal kon vertellen, maar helaas: dat is er niet. (lacht) Ik wilde vooral tonen dat de realiteit in niets lijkt op de series en films waarin je telkens een strijd tussen het personeel en de gevangenen voorgeschoteld krijgt, en waarin er meestal geen ruimte is om de achtergrond van de gedetineerden te leren kennen. Door je tijd te nemen en zonder vooroordelen ergens binnen te komen, krijg je een heel ander beeld. Dan zie je dat het personeel vaak meeleeft met de gevangenen en dat iedereen die achter de tralies is beland zijn of haar verhaal heeft. Ik had op den duur zelf te doen met sommige mensen. Met Dominique bijvoorbeeld, die te zien was in de eerste en de derde aflevering van ons tweede seizoen. Zij had alles zo georganiseerd dat ze direct naar buiten kon stappen als ze zou horen dat ze vrijkwam: haar eieren waren gekookt, haar kleren waren gepakt, ze was altijd klaar om te vertrekken. Je voelde zo dat ze een moeilijk leven achter de rug had, en die eieren legden haar overlevingsmechanisme bloot.

Beschaving lees je af aan de manier waarop een samenleving omgaat met haar gevangenen, hoor je vaak. Waar staan we volgens u?

Uytterhoeven: Ik wil mezelf niet te veel als specialist opwerpen, maar ik heb in die twee jaar dat we aan Ooit vrij hebben gewerkt wel gezien dat het nog veel beter kan. Er zijn duidelijk meer investeringen nodig. Bijna in elke gevangenis waar we hebben mogen draaien, zag je zo dat er een tekort aan personeel en plaats is én dat er te laat wordt begonnen met de begeleiding van mensen die eventueel weer vrij kunnen komen. Ik ben blij dat het discours van de bevoegde ministers – eerst Koen Geens (CD&V) en nu Vincent Van Quickenborne (Open VLD) en Zuhal Demir (N-VA) – er een is van meer investeringen, want die zijn nodig. We moeten nog veel meer inzetten op de begeleiding van gedetineerden. En dan zie ik het als mijn taak als tv-maker om de beeldvorming toch wat bij te stellen, om een beetje nuance in het debat te brengen. Na het bekijken van Ooit vrij ga je hopelijk minder snel roepen dat we alle misdadigers levenslang op water en brood moeten zetten. Daar is niemand bij gebaat, de gedetineerden niet en de maatschappij al helemaal niet. Bij een pedofiel of een agressieve drugsverslaafde die zonder enige omkadering vrijkomt, is de kans nu eenmaal veel groter dat hij of zij nieuwe slachtoffers zal maken.

In Brussel ben ik eens vastgepakt en tegen een winkelraam geduwd omdat ik aan het kussen was met een vrouw.

U hebt ook even voor de ngo One gewerkt, die door U2-zanger Bono werd opgericht en die zich toelegt op het uitroeien van extreme armoede in Afrika. Tekent er zich al iets van een carrièrepad af?

Uytterhoeven: Niet echt. Ik heb nooit de intentie gehad om in de televisie- wereld te belanden en ik moet mezelf er soms nog van overtuigen dat wat ik doe een wezenlijke job is, dat andere mensen er ook echt iets aan hebben. Na mijn studies ben ik op de redactie van Man bijt hond beland en dat vond ik zo fijn en interessant dat ik gewoon gebleven ben. Na de start van VIER in 2012 ben ik anderhalf jaar weggeweest en als persverantwoordelijke voor One gaan werken, omdat ik het gevoel had dat het allemaal wat te commercieel aan het worden was, maar ondertussen werk ik weer met veel plezier bij Woestijnvis. Wat niet wegneemt dat ik morgen evengoed ga lesgeven of meester in de bushcraft wil worden, iets wat ik tijdens de lockdown ontdekt heb. We zijn maar tv aan het maken in Vlaanderen, mannekes, denk ik vaak, terwijl het niet goed gaat met het klimaat en er een wereldwijde pandemie heerst. We moeten er vooral niet te gewichtig over doen. (lacht) Let op: ik doe mijn job met hart en ziel en ik werk veel te veel – dat kun je aan mijn vrouw vragen – maar het is ook maar wat het is. Zodra je een voet over de taalgrens zet, kraait geen haan naar wat je hier in Vlaanderen betekent.

U vertelde in De Slimste Mens ter Wereld nogal stellig dat u getrouwd bent met een vrouw en dat jullie samen twee kinderen hebben. Het klonk bijna als een statement.

Uytterhoeven: Dat kwam vooral omdat ze er achteraf een stukje hadden uitgeknipt, waarin Erik Van Looy zei dat mijn vader getrouwd is met een Ann en ik ook. Maar ik vond het wel belangrijk om dat nog eens duidelijk te zeggen, ja. Het zou erg zijn als je het zou moeten verzwijgen, toch? En helaas zijn we nog niet zover dat een lesbisch huwelijk zo volstrekt normaal is dat het niet meer vermeld hoeft te worden. Als lesbisch koppel heb je toch nog altijd een enigszins ander leven. Ik heb nog niet veel krassen op mijn ziel, gelukkig maar, maar ik weet wel hoe het voelt als mensen je verachten of haten.

Haten zelfs?

Uytterhoeven: In Brussel ben ik eens vastgepakt en tegen een winkelraam geduwd omdat ik aan het kussen was met een vrouw. En in een restaurant hebben ze mijn vrouw en ik al eens gevraagd om helemaal achteraan in de zaak te gaan zitten. Pas toen we daar zaten en de kaart aan het bekijken waren, hadden we door waarom: blijkbaar mochten de twee lesbische vrouwen niet gezien worden. Mijn ouders hebben er destijds gelukkig normaal op gereageerd, maar voor ik het zelf heb kunnen aanvaarden heeft het toch ook even geduurd, en dat kwam onder andere door het maatschappelijk beeld dat hier nog altijd heerst.

U hebt al veel gereisd in uw leven. Prijst u zichzelf gelukkig dat u hier bent geboren?

Uytterhoeven: Ik ben opgegroeid in een wit, niet-katholiek middenklassen- gezin. Je kunt het veel slechter treffen, ook in België. En al zeker als lesbisch meisje. Daarom vind ik het zo goed dat bijvoorbeeld Riadh Bahri (VRT-journalist, nvdr) zo open en bloot over zijn geaardheid spreekt, dat heeft zeker zijn relevantie. Sinds De slimste mens heb ik zelf ook al van twee meisjes een mail gekregen, om me te bedanken en te vertellen dat ze veel steun vonden in wat ik daar gezegd heb. (zwijgt) Ik heb twee studies gedaan: licentiaat taal- en letterkunde aan de ULB in Brussel en daarna nog een master-na-masteropleiding in de ontwikkelingssamenwerking en antropologie in Leuven. Na die studies zijn mijn vrouw en ik een jaar gaan reizen, en tijdens die reis hebben we een halfjaar in Lima gewoond, de hoofdstad van Peru. Daar hebben we gezien hoe moeilijk de situatie op veel plekken nog altijd is. We zijn er mee op de barricaden gaan staan, tijdens protesten voor meer gelijke rechten. Vanwege je seksuele geaardheid kun je daar nog altijd ontslagen, van school gestuurd of uit je huis gezet worden, én er is enorm veel geweld tegen holebi’s. Op een van die protesten ging het er hard aan toe. De agenten trokken eerst het naamkaartje van hun uniform en begonnen dan op ons in te meppen, met hun matrakken. Een meisje had zelfs een open schedelbreuk. Hier gebeurt het misschien minder openlijk, maar de verachting is soms even sterk.

Als mijn kinderen ergens de Belgische vlag zien, beginnen ze spontaan “Malinwa!” te roepen. “Opa zal keiblij zijn!

Bent u altijd al zo maatschappelijk geëngageerd geweest?

Uytterhoeven: Als kind bladerde ik al in de boekjes van Greenpeace, ja. En de Kerstman bracht elk jaar een nieuwe pyjama van Greenpeace. (lacht) Mijn ouders weten ook niet waar het vandaan komt, maar ik was een enorme fan van indianen. Ik ging naar de bibliotheek met een dictafoontje dat ik van mijn vader had gekregen en daar sprak ik alle boeken over de Sioux en de Hopi in, zodat ik ze thuis opnieuw kon beluisteren en ze altijd bij me zou hebben. Die fascinatie van toen komt nu, met die bushcraft, opnieuw naar boven. Uit het niets vuur leren maken bijvoorbeeld, ik ga daar helemaal in op. Ik wil dat zelf ook kunnen.

Diep in u schuilt een squaw?

Uytterhoeven: O ja. Het lijkt me ook wel nuttig om zelfvoorzienend te zijn: je weet tenslotte niet waar het met de wereld naartoe gaat de komende jaren. (lacht) In Laos ben ik ooit bij de Akha geweest, het bergvolk dat bekend is om de bijzondere, zelfgemaakte houten constructies die de vrouwen in hun haar dragen. Dat was misschien wel de mooiste tijd van mijn leven, ik leek wel in een documentaire van National Geographic beland.

Op uw achttiende hebt u een jaar in Canada gestudeerd. Wat heeft dat u bijgebracht?

Uytterhoeven: Ik was nog maar zeventien, zelfs. (lacht) Ik ben daar veel zelfstandiger geworden en ik heb er de anonimiteit gevonden waar ik op dat moment behoefte aan had. Op school werd ik de hele tijd op mijn familienaam aangesproken, op den duur was dat niet meer te doen. Als ik eens snoepjes had gekocht en die samen met mijn vriendinnen stiekem zat op te eten in de studie, dan pikte de studiemeesteres mij er altijd uit. ‘Jij denkt zeker dat je alles mag, met je vader?’ Ik wilde daarvan af, van al dat gedoe, en dus ben ik naar Canada getrokken. De universiteit daar was enorm veeleisend, dat was even aanpassen. Hoewel: mijn vader was ook best streng, ik was dus al getraind. En ik heb er mijn liefde voor de natuur verder ontwikkeld: raften, kamperen, het echte Canadese verhaal.

Hebt u dit jaar het reizen op kleine schaal ontdekt?

Uytterhoeven: We hebben zo’n opblaasbare kajak gekocht, waar je je slaapzakken en een vuurtje in kunt meenemen, en we zijn geregeld gaan varen. Op het kanaal hier in Mechelen, maar ook op de Semois. Heerlijk. En normaal gezien waren we in maart naar Japan gereisd, maar omdat die trip geannuleerd werd, hebben we uiteindelijk gekampeerd in de tuin van mijn ouders. Voor mijn kinderen ligt Japan nu daar, op hun terras.

‘Ik heb twee kinderen’, heeft uw vader ooit gezegd. ‘Mijn dochter en Malinwa.’ Hebben die allebei evenveel aandacht gekregen?

Uytterhoeven: Niet helemaal, vrees ik. (lacht) Mijn vader en KV Mechelen, dat is echt iets onwaarschijnlijks. Ik merk het nu ook bij onze kinderen. Elke maandag en vrijdag past hij op hen en iedere keer beginnen ze nadien als gebrainwasht over Malinwa. Als ze ergens de Belgische vlag zien, met dezelfde kleuren als KV Mechelen, beginnen ze spontaan ‘Malinwa!’ te roepen. ‘Opa zal keiblij zijn!’

Bent u blij voor Aster Vranckx?

Uytterhoeven: Euh, wat is deze vraag?

Aster Vranckx, de jonge sterspeler van KV Mechelen, die juist een mooie transfer naar Wolfsburg heeft versierd?

Uytterhoeven: Sorry, maar dat zegt me helemaal niets. Ik vind het prima dat mensen voetballen, maar verder gaat de interesse bij mij niet.

U denkt liever na over een documentairereeks over een inheems volk in Canada of Laos?

Uytterhoeven: Of over een toekomst waarin ik zelf in een bos beland met mijn vrouw en kinderen en – waarom niet – een roedel wolven in de buurt. Zou dat niet nog beter zijn?

Tess Uytterhoeven

— 35 jaar

— Woont in Mechelen, met haar vrouw en twee kinderen

— Werkt voor Woestijnvis, waar ze de voorbije jaren de VIER-programma’s Topdokters en Ooit vrij maakte. Was onlangs enkele afleveringen te zien in De Slimste Mens ter Wereld

— Is de dochter van tv-maker Mark Uytterhoeven en keramiste Ann Van Hoey

Partner Content