Zeventig procent van de Belgen is ooit bestolen. Theatermaakster Janne Desmet, zelf al meermaals beroofd, raakte in de ban van dieven en hun slachtoffers en verdiept zich een hele maand in het fenomeen diefstal.

Dieven pikten bij haar al zes fietsen, vier handtassen en één auto. Haar moeder was winkeldetective. Actrice Janne Desmet, onder meer bekend van Sneeuwwitje en de 77 vergiften van Hanneke Paauwe, heeft – voorzichtig uitgedrukt – een bijzondere relatie met diefstal. Na een recente inbraak was ze bang en gefrustreerd. Haar remedie: een theatervoorstelling, die in première gaat op Theater aan Zee.

U werkt samen met Antwerpse jongeren. Waarom?

Janne Desmet: Ik wilde geen persoonlijk stuk maken over mijn ervaring met dieven. Het leek me interessanter om te achterhalen hoe onze maatschappij omgaat met stelen en bezit. Samen met jongeren uit Hoboken en Zwijndrecht denk ik daarover na. Kunsthuis Villanella bood me voor februari een plek aan waar ik diefstal in de breedte mag onderzoeken. Tijdens de Maand van de Diefstal organiseren we in De Studio debatten en workshops over zakkenrollen en fietsen pikken, over diefstal van identiteit op het internet, over leerkrachten die bestolen worden door leerlingen, en ouders die ontdekken dat hun kind steelt. Eind februari keren de deelnemende scholen terug en presenteer ik samen met acteur Hans Van Cauwenberghe een aantal conclusies. Zo weinig mogelijk oordelen, dat is het plan. Ik wil een serieus onderwerp vooral met ontroering en humor brengen.

Hoe kijken jongeren naar diefstal?

Desmet: Ze beschouwen eigendom en bezit als vage begrippen. Een jas die in een fietstas is blijven zitten of een gsm die niet in iemands broekzak zit, beschouwen ze als publieke objecten, niet als iemands privébezit. Als ergens een raam openstaat en ze glippen zo een huis binnen, dan zijn ze volgens hen niet aan het inbreken. En geen enkele jongere vond het verkeerd om een fiets te stelen als een ander er net met de jouwe vandoor is. Alle jongeren die ik sprak hebben ooit al wel iets gestolen. De ene nam snoep mee uit de supermarkt, een ander rijdt rond in een gestolen wagen.

Vertellen ze u ook waarom ze stelen?

Desmet: De meesten zeggen dat ze het doen onder invloed van slechte vrienden. Anderen omdat ze ook een iPhone willen maar er geen geld voor hebben. Een deel doet het gewoon voor de kick. Om te achterhalen waarom jongeren stelen, nodig ik in februari enkele ervaringsdeskundigen uit, zoals Peter Adriaenssens.

Wat fascineert u het meest aan diefstal?

Desmet: Ik wil weten hoe dieven denken. Hoe gaan ze om met het idee dat ze kostbare en persoonlijke spullen uit iemands leven wegnemen? Mijn gestolen handtas was bijvoorbeeld een erfstuk van mijn oma. Ik mis niet zozeer het object, wel het verhaal erachter. Heeft een dief een gebrek aan empathie, of voelt hij ook schuld en schaamte? De jongeren vertellen me dat ze banger zijn voor hun ouders dan voor de politie als ze betrapt worden.

Gebruikt u ook verhalen van uw moeder?

Desmet: Ze heeft vijftien jaar voor Innovation en Grand Bazar gewerkt als winkeldetective. Ze kwam met geweldige verhalen thuis over pastoors en dokters die ze betrapt had. Ik herinner me het verhaal van de vrouw die onder haar rok allemaal pakjes américain préparé had verstopt. Of het koppel dat vijf flessen champagne tussen een donsdeken had gestoken. Of de moeder die de rugzakken van haar kinderen vol eten stopte en toen ze aangehouden werd aan de kassa haar kinderen verweet dat ze niet mochten stelen. Ik heb mijn moeder gevraagd of ze tijdens de Maand van de Diefstal tips wil geven over hoe je kunt ontsnappen aan het oog van de winkeldetective. Al betwijfel ik of ze dat zal doen.’ (lacht)

In februari organiseert De Studio debatten en workshops rond diefstal. Info: www.jaarvandediefstal.be

DOOR ELKE LAHOUSSE

‘Een gsm die niet in iemands broekzak zit, is voor veel jongeren een publiek object.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content