Hij heeft één letter meer in zijn naam dan zijn illustere vader. Er is nog veel meer wat hen onderscheidt, benadrukt hij, maar er is ook één grote liefde die hen bindt: die voor Sporting Anderlecht. Een gesprek met Michael Verschueren, een jonge ondernemer die opklimt in de hiërarchie van ’s lands grootste club.

Hij is de zoon ván, maar op zijn grijze coupe na is er weinig dat aan Mister Michel doet denken. Michael Verschueren is bijvoorbeeld veel minder dan zijn vader een man van oneliners – hij hoeft zijn mond maar open te doen en je hoort een verleden in de bedrijfscommunicatie. En toch doet u er goed aan hem in de gaten te houden. Steeds openlijker wordt hij naar voren geschoven als opvolger van Anderlecht-manager Herman Van Holsbeeck. Sommigen menen dat hij daar de voetbalkennis voor mist, en denken dat hij ooit voorzitter wordt.

Verschueren is clever genoeg om geen ambities uit te spreken, en wacht rustig af. Intussen groeit zijn reputatie gestaag. In 2011 kocht hij 10 procent van de aandelen van de nv achter voetbalclub Anderlecht. Vorige maand werd hij verkozen tot bestuurder van de European Club Association, in opvolging van zijn vader. Dat is een belangrijke organisatie buiten de spotlights, waar iedereen die meetelt in het Europese topvoetbal aan tafel schuift. De ECA is de directe partner van de voetbalbonden FIFA en UEFA over zaken als transferpolitiek, kalender en jeugdbeleid. Karl-Heinz Rummenige van Bayern München is chairman, zijn eerste secondanten zijn de voorzitters van AC Milan en FC Barcelona. Geen slechte plek om contacten te leggen. Er waren trouwens twéé Belgische kandidaten bij de ECA-verkiezingen. ‘Maar Bart Verhaeghe van Club Brugge heeft zich, na overleg, teruggetrokken. Wilt u benadrukken dat ik hem daar erg voor dank?’

Dames en heren, le nouveau Verschueren est arrivé. Of toch bijna.

Om te beginnen: wat doet u zoal buiten het voetbal?

MichaelVerschueren: Mijn hoofdbezigheid is de leiding van ABS Creative, een bedrijf dat ik zelf heb opgericht, gespecialiseerd in medische communicatie. Onze klanten zijn farmabedrijven die zich beter in de markt willen zetten. Ik ben ook actief in het vastgoed via Komito, dat residentiële real estate ontwikkelt in en rond Brussel. Maar mijn grote passie is de vzw Prestige, die ik samen met Pedro Brugada beheer, de paus van de cardiologie. Prestige werkt rond de problematiek van plotse overlijdens bij jonge sporters. Zo gaan we defibrillatoren installeren op sportterreinen in Brussel en Vlaanderen.

En ja, ik ben dus lid van de raad van bestuur van Sporting Anderlecht en volg alle directievergaderingen op. Daar zit een zekere evolutie in, laten we zeggen dat ik met de jaren meer en meer op de hoogte word gehouden van het reilen en zeilen in de club. Ik sta in voor twee projecten: de nieuwe website van Anderlecht en de nieuwe branding van de club. Ik ben ook hoofd van het stuurcomité dat het financiële beheer wil hervormen, onder meer via de digitalisering van de boekhouding. Ik krijg vaak de vraag: ‘Ben jij de nieuwe grote man bij Anderlecht?’ Nee dus. Oké, sinds 2011 bezit ik 10 procent van de aandelen. Dan heb je iets te zeggen, maar incontournable ben je zeker niet.

Dat zou nog kunnen komen. Roger Vanden Stock heeft dochters en die lijken niet van plan om de voorzittershamer over te nemen. Het is een publiek geheim dat de familie haar rol in Anderlecht wil afbouwen.

Verschueren: Dat zegt u. Ik ben daar niet van overtuigd. Ik heb inderdaad nooit gemerkt dat de dochters ambities hebben, evenmin dat ze ze niet hebben.

Dat u zich bij Anderlecht in kon kopen, hebt u aan uw familienaam te danken. Niet iedereen is welkom op de bestuursvergadering.

Verschueren: Meneer Vanden Stock heeft een shortlist gemaakt van mensen die hij bij de clubleiding wou betrekken. Als ik niet Verschueren had geheten, had ik er niet bij gezeten. Vertrouwen en traditie zijn in deze club geen loze begrippen.

Dan zou het ook kunnen dat u, de traditie getrouw, ooit manager wordt van Anderlecht – wat uw vader 23 jaar lang was. Herman Van Holsbeeck blijft nog maximaal vijf jaar op post. Met uw profiel lijkt u een logische opvolger.

Verschueren: Dat weet ik niet. Ten eerste omdat ik niet weet of mijn sterkte wel in het pure sportbeleid ligt, en ten tweede omdat ik ervan overtuigd ben dat Herman Van Holsbeeck nog langer dan vijf jaar meekan, al is dat uiteraard een keuze die hij zelf moet maken.

Vroeg of laat zal er een nieuwe generatie moeten opstaan, en daar zou ik graag deel van uitmaken. Maar in welke functie weet ik niet, het is nog veel te vroeg om daar zelfs nog maar over te praten. Vanden Stock en Van Holsbeeck zijn voor Anderlecht nog altijd de juiste mannen op het juiste moment op de juiste plaats. Als een van die twee zegt dat het genoeg is geweest, zullen we wel zien wie ambitie heeft en hoe de aandeelhouders dat inschatten.

Waarover ging uw eindwerk aan de universiteit ook weer?

Verschueren: Over de economische impact van het wereldkampioenschap voetbal op de Verenigde Staten, naar aanleiding van het WK van 1994. Ik ben opgegroeid met voetbal – met een vader als de mijne was dat onvermijdelijk.

U hebt toch altijd in het achterhoofd gehouden dat u bij Anderlecht aan de slag zou gaan?

Verschueren: Echt niet. (lacht) Ik ben daar zelfs beducht voor: als zoon hetzelfde doen als je vader houdt grote gevaren in. Je dreigt gezien te worden als de fils à papa die er alleen maar zit omdat hij in de juiste familie geboren is. Dat wou ik niet. Ik wou zelf naam maken en ben ondernemer geworden, ver weg van de sport, met het idee dat het voetbal vroeg of laat wellicht mijn pad zou kruisen. Mogelijk bij Anderlecht, maar het had ook een buitenlandse club kunnen zijn.

Woensdag ontvangt uw Anderlecht het Griekse Olympiacos in de Champions League. Meteen een belangrijk examen, nu de eerste wedstrijd de mist in ging.

Verschueren: Geen gemakkelijke match, maar we hebben zeker een kans. De Griekse en de Belgische competitie staan op een vergelijkbaar niveau.

Schrok u van de match op Benfica? De Portugezen zetten Anderlecht wel erg makkelijk opzij.

Verschueren: Toegegeven, op voorhand dacht ik dat er meer in zat. Maar we kregen na vier minuten een goal tegen, en daardoor deugde geen enkel systeem nog. Vorig seizoen speelden we met exact dezelfde tactiek gelijk tegen AC Milan. Nu, dat is louter mijn standpunt als leek, ik bemoei mij zeker niet met de selectiepolitiek van de trainer.

Die wedstrijd heeft onze ambities in de Champions League scherper gesteld. De derde plaats kan nog, de top twee wordt moeilijk.

De laatste vijf keer dat Anderlecht de poules van Champions League speelde, eindigde het telkens laatste. En tussendoor is de club nog drie keer in de voorrondes gesneuveld.

Verschueren: Als je dat in het achterhoofd houdt, was het wellicht pretentieus of zelfs naief om te dromen van de tweede plaats. Bij de loting waren we nochtans enthousiast. Iedereen wist dat PSG een spectaculair elftal is waar we niet mee kunnen concurreren, maar van Benfica dacht ik: het heeft veel successen gekend maar lijkt wat uitgeblust. Dat was dus fout.

Wat mij in het voetbal altijd treft, is hoe ongelooflijk snel de perceptie kan keren. Eén week voor de match op Brugge feliciteerde heel België ons met ons nieuwe koningskoppel in de aanval. De supporters waren wild van ons mooie spel, je hoorde her en der zelfs dat het een goeie zaak is dat Lucas Biglia vertrokken was, dan krijgen al die fantastische jeugdspelers eindelijk een kans. The sky was the limit. Maar dan verlies je een paar keer en is alles plots slecht en moet alles anders. Dat kan toch niet? De match tegen Olympiacos is natuurlijk heel belangrijk, maar blaas het niet op. Het is niet dat het seizoen ermee staat of valt.

Anderlecht zet zwaar in op de jeugd. Dat gaat niet altijd samen met resultaten.

Verschueren: Toch geloof ik daar heilig in. Vroeger kochten we vedetten, waardoor onze jongeren niet doorstroomden. Maar de grote topspelers komen niet meer naar België, en de spelers die je wel nog voor een betaalbare prijs kon krijgen waren niet zo veel beter dat ze er enorm boven uitstaken. De conclusie was onvermijdelijk: als je bij Anderlecht nog voetballers van topniveau wilt zien, zul je ze zelf moeten opleiden. Bovendien haal je zo je loonmassa naar beneden en vang je af en toe een flinke transfersom.

We staan nu aan het begin van een nieuwe cyclus. Onze start heeft de hoofden op hol gebracht, we speelden bijna te mooi met een erg onervaren ploeg. Het valt af te wachten hoe weerbaar het team is in de topmatchen, wanneer het er echt om gaat.

De titel missen is dit jaar geen drama?

Verschueren: We zijn een aantal vedetten kwijt, dan is het logisch dat het eens een seizoen niets zou kunnen zijn. Maar de titel blijft uiteraard de ambitie. Veel hangt af van hoe snel de oudere spelers de jongeren kunnen meetrekken. Van één ding zijn we zeker: de jonge Anderlechttalenten zijn van uitzonderlijk niveau. Vorig jaar waren onze beloften zowat onklopbaar, zoals op het prestigieuze jeugdtoernooi van Viareggio.

Maakt Anderlecht zich zorgen over de competitie op twee snelheden? Tussen de eerste en de laatste acht van de Jupiler Pro League gaapt een gigantische kloof qua spelniveau, middelen en ambitie.

Verschueren: Dat is toch altijd zo geweest? Wie kampioen gaat worden, valt min of meer te voorspellen. Laat mij drie clubs noemen en het moet al raar lopen als de kampioen er niet tussen zit. De vraag is: wat als die trend zich doorzet en er echt nooit nog nieuwe uitdagers opstaan? Is dat nog wel een gezonde marktsituatie?

Een ander heikel thema: het nieuwe nationale stadion. Nemen jullie dat binnen Anderlecht serieus? Er is geen definitieve locatie, geen plan, zelfs geen investeerder. Waar praten we dan over?

Verschueren: Dat project staat nog in de kinderschoenen, zoveel is duidelijk. Als ik goed geïnformeerd ben, moet men tegen april 2014 financieel rond zijn, de vergunningen hebben én politiek met heel diverse betrokkenen een akkoord bereiken. Binnen de Belgische context is dat… een challenge.

U beheerst alvast de kunst van het understatement.

Verschueren: (lacht) Ik heb nooit geweten dat er over een project van zo’n omvang zo snel consensus komt. Maar dat gezegd: het zou heel pretentieus zijn om niet te luisteren. Je weet nooit dat het voor één keer wel lukt. Eén ding is zeker: Anderlecht ziet het niet zitten om zelf in zo’n grote infrastructuur te investeren. De centen zullen elders moeten worden gevonden. Maar áls dat grote stadion er toch komt, dan zijn wij uiteraard geïnteresseerd om daar als vaste huurder in te stappen.

Idealiter moet Anderlecht naar een volledig nieuw stadion. In eigen beheer en met niemand te delen.

Verschueren: Op lange termijn wellicht wel. In een ideale wereld. De club heeft al een aantal jaren een aanvraag lopen om het huidige stadion uit te breiden. De gemeente stemt voorlopig niet toe, ze vreest waarschijnlijk dat de mobiliteitsproblemen nog erger worden. Dat dossier sleept al lang aan, zeer tot onze frustratie. Momenteel willen we vooral weten waar we aan toe zijn. Kunnen we op de huidige locatie groeien? Raakt het Eurostadion toch gelanceerd? Pas als op die twee vragen een definitief nee komt, denken we aan een derde scenario.

Zou Anderlecht het zien zitten om buiten de stadsgrenzen te gaan, zoals Bayern München? De Allianz Arena ligt 35 kilometer van het centrum. Dat lijkt voor Anderlecht ook de enige optie: vind maar eens een geschikt terrein binnen de Brusselse agglomeratie.

Verschueren: Klopt, maar verhuizen uit Brussel is evenmin evident. Wij zijn een meertalige club, met supporters uit de beide landsdelen. Ik vrees in een communautair debat te belanden waar we liever uit wegblijven.

Als het met de bouwvergunningen in orde komt, dan zal de club verkiezen om te blijven waar ze nu zit. Dat is mijn inschatting hè, dat zeg ik niet namens Anderlecht.

Tot slot: u wou geen dubbelinterview met uw vader. Maar hoe gaat het met hem?

Verschueren: Erg goed. Pa is 82 maar hij is nog altijd in topvorm. Hij zit goed in zijn vel en dat is hem ook aan te zien. Hij is nog altijd manager van het clubrestaurant, maar voor de rest bemoeit hij zich niet meer met de club. Hij gaat wel graag mee naar de Europese verplaatsingen. Daar is hij een levende legende, hè. Alle groten uit het Europese voetbal kennen hem al dertig jaar.

Dat ik geen dubbelinterview wou, moet u niet verkeerd interpreteren: ik ben erg trots op mijn familienaam en op wat mijn vader bereikt heeft. En ik vind het een eer om genoemd te worden als zijn opvolger. Maar ik wil niet neergezet worden als louter de zoon ván. Gun mij de tijd om mijn eigen naam op te bouwen.

DOOR JEF VAN BAELEN, FOTO’S LIES WILLAERT

‘Pa is op zijn 82e nog altijd in topvorm. Hij is manager van het club-restaurant, maar voor de rest bemoeit hij zich niet meer met de club.’

‘Als ik niet Verschueren had geheten, had ik niet in de clubleiding gezeten. Vertrouwen en traditie zijn hier geen loze begrippen.’

‘Verhuizen uit Brussel is niet evident. Wij zijn een meertalige club, met supporters uit beide landsdelen. Ik vrees voor een communau-taire kwestie.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content