Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

In ‘De kroonraad’ geven vooraanstaande politici hun opinie over de actualiteit. Deze week willy claes over het competitiviteitspact van Guy Quaden, de begroting, de Europese meerjarenbegroting, en de verklaringen van Condoleezza Rice.

Mijnheer Claes, de gouverneur van de Nationale Bank, Guy Quaden, waarschuwt voor een vermindering van ons concurrentievermogen ten opzichte van onze buurlanden, en pleit voor een competitiviteitspact.

WILLY CLAES: Ik ben het op de meeste punten eens met de gouverneur. Ik ben zelf de vader van de wet op het concurrentievermogen. Toen ik die wet indertijd verdedigde, vond ik dat de loonlast bij ons niet sneller mocht stijgen dan in onze buurlanden. Ook vandaag zijn er geen mirakelformules. De lasten op arbeid moeten verlagen, maar tegelijkertijd moeten de lonen matigen. De vooruitzichten die de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven publiceerde, waren al niet gunstig, en sindsdien is de situatie verergerd door een dubbele contradictorische beweging: de lonen in de ons omliggende landen stijgen minder snel dan voorzien, en bij ons is de stijging van de loonkost hoger dan het richtcijfer van 4,5 %. Voeg daarbij dat de kloof tussen onze lonen en die in de buurlanden jaar na jaar groter wordt, en dan kun je alleen vaststellen dat ons concurrentievermogen achteruitgaat, en dat bijgevolg onze werkgelegenheidskansen verminderen.

Ik denk dat de gouverneur ook gelijk heeft als hij wijst op de gebrekkige afstemming van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Het is godgeklaagd dat het aantal werklozen stijgt, terwijl ook het aantal niet-ingevulde vacatures omhoog gaat. Dat wijst er toch op dat onze werklozen onvoldoende beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Quaden verwijst terecht naar het Scandinavisch model, dat sterke sociale bescherming koppelt aan een krachtdadig activeringsbeleid. Ik ben niet voor een verlaging van de werkloosheidsuitkering, maar wel voor het versterken van de verplichtingen voor werklozen om een opleiding te volgen of een job te aanvaarden.

De gouverneur heeft ook kritiek op onze werkgevers. Hij dringt aan op het verhogen van de innovatie-inspanning. En weer kunnen we leren van Scandinavië. Wij vinden het blijkbaar normaal dat we Finse en Zweedse telefoontjes kopen. Waarom hebben wij die niet geproduceerd? We zijn ook te weinig actief op de nieuwe reusachtige markten in Azië. Het patronaat moet zijn geloofwaardigheid versterken. Zeker omdat we qua geplande aanwervingen onder het Europees gemiddelde scoren. Voor het eerst in vier jaar zijn er in Europa meer bedrijven die aanwervingsplannen hebben, dan er zijn die afdankingsplannen hebben. Maar België steekt schril af tegen deze trend. Bij ons wil 31 % van de patroons inkrimpen, en slechts 21 % wil uitbreiden.

Ik ben dus voor het competitiviteitspact in al zijn aspecten, ook met de all-in loonakkoorden zoals we nu al kennen in de metaal, de voeding en de bouw. Alleen ben ik het niet eens met de gouverneur, als hij pleit voor een bijsturing van de loonindexering. Dat lijkt me niet alleen inopportuun in het huidige sociale klimaat, het lijkt me ook onnodig. Een welbegrepen competitiviteitspact kan op dit moment volstaan.

De gouverneur waarschuwt ook voor overdreven begrotingsoptimisme. Het evenwicht van de voorbije jaren is te vaak verkregen door eenmalige maatregelen.

CLAES: Die analyse is juist, maar doet niets af van het goede budgettaire beleid van de paarse regeringen. De Belgische begrotingen wáren in evenwicht, in tegenstelling tot die van de meeste andere EU-lidstaten. Ook het geraamde tekort van 0,4 % in 2006 is nog altijd stukken beter dan het gemiddelde tekort in de eurozone, dat rond de 2,8 % zal liggen.

Dat mooie resultaat is mede te danken aan de historisch lage rente, wat je de regering niet kunt verwijten, en inderdaad aan een paar eenmalige ingrepen. Mij past hierin bescheidenheid, want ook mijn politieke generatie heeft niet geaarzeld om gebruik te maken van wat wij ‘budgettaire kabels’ noemden. Toch zie ik niet graag dat men nu weer het pensioenfonds van de NMBS wil gebruiken om het begrotingstekort te dichten. Op korte termijn heeft zoiets een gunstig effect, maar op middellange termijn krijg je het als een boemerang in je gezicht. Er zal structureel nog hard gewerkt moeten worden om de gezondheid van onze openbare financiën te verbeteren. Onze schuld blijft nog altijd ruim boven de negentig procent van ons bbp.

Binnen de EU wordt het Britse voorstel voor de meerjarenbegroting zowat overal negatief onthaald. Blair wil het Europese budget inkrimpen, door de subsidies aan de nieuwe lidstaten te beperken. Premier Guy Verhofstadt (VLD) dreigde met een Belgisch veto.

CLAES: Daar steun ik hem driehonderd procent in. Wat Blair op tafel heeft gelegd, kwam neer op een begroting voor een mini-Europa, terwijl we er een nodig hebben die nieuwe mogelijkheden biedt aan de EU. Le Monde stelde de vraag hoeveel verder de ontbinding van de EU nog zou gaan onder druk van de nationale ‘egoïsmen’. En Commissievoorzitter José Manuel Barroso vergeleek Tony Blair met de sheriff van Nottingham uit Robin Hood: de armen nog wat armer maken om het aan de rijken te geven.

Ik wik mijn woorden, maar ik vind het voorstel van Blair, en de steun die hij krijgt van landen als Nederland, Zweden, Oostenrijk en zelfs Duitsland, getuigen van een lamentabele kortzichtigheid en onverantwoordelijkheidszin. Toen op 1 mei 2004 tien nieuwe lidstaten werden binnengehaald, wist men perfect dat het gemiddelde inkomen van de nieuwe EU-burgers slechts één derde bedroeg van het gemiddelde van de vijftien oude lidstaten. Men kende perfect de structurele gebreken en onvolkomenheden van de jonge markteconomieën in die landen, en men kende de hoge verwachtingen in de EU die daar gekoesterd werden. Men heeft die verwachtingen nooit ontmoedigd, integendeel.

Het wordt met de dag duidelijker dat de frustraties snel aan het groeien zijn in Centraal- en Oost-Europa, wat op termijn een bedreiging kan worden voor de consolidatie van de jonge politieke democratieën daar. Men moet geen groot specialist zijn om te voorspellen dat de tien nieuwe lidstaten niet zullen aarzelen om Europese ministerraden te blokkeren, als ze onvoldoende respons krijgen voor hun verzuchtingen. Ze hebben Blair er al terecht aan herinnerd dat het principe van de solidariteit een fundamentele pijler is van de EU. Als Spanje, Portugal en Ierland succesverhalen hebben kunnen schrijven, dan is dat omdat de Europese solidariteit heeft kunnen spelen, via het Cohesiefonds en de structuurfondsen. Dat heeft niet alleen geleid tot een hogere levensstandaard van die volkeren, maar ook tot een versterking van de capaciteit van de markten, waarvan ook wij geprofiteerd hebben. En wat nog belangrijker is: vandaag kan men zich niet meer indenken dat landen als Spanje, Portugal of Griekenland zouden hervallen in een politieke dictatuur à la Franco, Salazar of de kolonels. Dat is mede dankzij de Europese Unie.

Blair heeft geen ongelijk als hij pleit voor het terugschroeven van de landbouwsubsidies ten voordele van meer onderzoek en ontwikkeling. Maar dat hij dan eerst begint met zijn eigen rebate af te bouwen, zeker op een moment dat de gemiddelde rijkdom van het Ver-enigd Koninkrijk die van Frankrijk en Italië overschreden heeft. Mijn conclusie is: we hebben dringend behoefte aan staatsmannen die voor Europa, met zijn rijke wetenschappelijke en culturele potentie, een plaats in de nieuwe multilaterale wereld willen verwerven.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice heeft haar NAVO-collega’s gerustgesteld: de CIA heeft geen geheime gevangenenkampen in Polen of Roemenië.

CLAES: Het heeft me verrast dat haar verklaringen zo goed als kritiekloos aanvaard zijn. Want de laatste dagen heerste in meerdere Europese hoofdsteden consternatie en zelfs verontwaardiging over mogelijke CIA-vluchten met gevangenen, geheime gevangenissen, en folterpraktijken. Er werd een harde confrontatie, bijna een afrekening, voorspeld bij gelegenheid van het bezoek van Rice. Maar ze heeft blijkbaar de lucht geklaard: de VS eerbiedigen het internationaal recht, de Amerikaanse regering heeft nooit toelating gegeven voor martelingen, de VS hebben de soevereiniteit van de betrokken landen altijd gerespecteerd, en vermoedelijke terroristen worden behandeld volgens de regels van de Conventie van Genève.

Dat de Europese ministers gemakkelijk vrede namen met die uitleg, toont aan dat de verhoudingen tussen Europa en de VS veranderd zijn in vergelijking met een paar jaren geleden. Ik zie daar een viertal verklaringen voor. Het is duidelijk dat heel wat Europese regeringen en inlichtingendiensten die nu doen alsof hun neus bloedt, boter op het hoofd hebben. De Amerikaanse praktijk om terreurverdachten naar derde landen te brengen, was al bekend lang voor de aanslagen van 11 september 2001. Ze bestond al ten tijde van de regering-Clinton. Dat soms gefolterd werd, was ook geweten. Meer: er zijn Europese geheime diensten die daaraan hebben meegewerkt.

Een tweede verklaring is dat de Europese regeringen goed beseffen dat inlichtingen, intelligence, een cruciaal element zijn in de bescherming tegen terrorisme. Het aandeel van de VS ter zake is essentieel. Europa kan zich geen drooglegging van de Amerikaanse inlichtingenbronnen veroorloven.

Een derde element is dat vele Europese regeringen een kater hebben overgehouden aan de verdeeldheid over Irak, niet alleen in de Veiligheidsraad, maar ook in de NAVO en de EU. Zelfs de grootste tegenstanders van de Amerikaanse interventie, zoek ze maar in Parijs en Berlijn, hebben sindsdien belangrijke koerswijzigingen doorgevoerd. En mag ik onderstrepen, met een zekere genoegdoening, dat ook de Belgische regering naar een consensus lijkt te streven in de verhoudingen met Washington. Ik heb daar altijd voor gepleit. We zijn een al te klein land om haantje-de-voorste te willen spelen. Dat wil niet zeggen dat we alles klakkeloos moeten aanvaarden, maar een beetje besef van de juiste verhoudingen kan geen kwaad.

Een vierde factor is dat de verklaringen die Rice onder meer in Kiev heeft afgelegd, opnieuw de klassieke tegenstellingen blootleggen tussen het Witte Huis, het State Department en het Pentagon. Mij komt het voor dat de Amerikaanse regering de CIA tot grotere voorzichtigheid ten opzichte van de Europese bondgenoten heeft aangemaand.

Koen Meulenaere

Willy Claes : ‘De voorstellen van Blair getuigen van een lamentabele kortzichtigheid en onverantwoordelijkheidszin.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content